Invloed klimaatverandering op koude- en warmteminnende diersoorten, 1990-2012

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Koudeminnende diersoorten gaan de laatste jaren in aantal achteruit en warmteminnende soorten nemen toe. Neutrale soorten vertonen een matige achteruitgang. Dit lijkt verband te houden met veranderingen in het klimaat.

Verandering klimaat

Op mondiaal niveau is er de laatste jaren een duidelijke klimaatverandering waargenomen. Het klimaat wordt warmer en er treden meer extreme weersomstandigheden op.

Gevolgen voor fauna en flora

Ook in Nederland is deze klimaatverandering merkbaar. Het warmer worden van het klimaat heeft zijn invloed op de planten- en diersoorten in Nederland. Voor koudeminnende soorten worden de leefomstandigheden in Nederland ongunstiger, waardoor ze in aantal achteruitgaan. Voor warmteminnende soorten worden de omstandigheden echter steeds gunstiger, waardoor ze in aantal toe kunnen nemen. Dit geldt voor soorten uit allerlei soortgroepen, zoals vogels, vlinders en amfibieën.

Verschuiving areaal

Klimaatverandering leidt ook tot het verschuiven van arealen. Steeds meer zuidelijke soorten vestigen zich in Nederland, terwijl de soorten met een noordelijk areaal mogelijk geheel gaan verdwijnen.

Bronnen

  • Nijhof, B.S.J., C.C. Vos en A.J. van Strien (2007). Indicators for the 'Convention on Biodiversity 2010' Influence of climate change on biodiversity. WOT-Werkdocument 53.7a Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu. Wageningen.
  • Pearson, R.G. en Terence P. Dawson (2003). Predicting the impacts of climate change on the distribution of species: are bioclimate envelope models useful? Global Ecology and Biogeography 12 (5), 361-371.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Invloed klimaatverandering op koude- en warmteminnende soorten
Omschrijving
Deze indicator is door Alterra en CBS ontwikkeld als graadmeter voor het effect van klimaatsverandering op biodiversiteit in het kader van de "Convention on Biological Diversity" (CBD).
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De Soortgroep Trend Index (STI) betreft de gemiddelde landelijke index van 20 koudeminnende soorten (vogels, dagvlinders en amfibieën) Al deze soorten zijn naar verwachting gevoelig voor temperatuurstijging. De andere STI betreft 20 warmteminnende soorten (vogels, amfibieën en dagvlinders); deze soorten profiteren naar verwachting van de huidige klimaatsverandering. De groep van 20 neutrale soorten zal naar verwachting geen of nauwelijks invloed ondervinden van de klimaatsverandering.
De gegevens over de trends zijn ontleend aan landelijke meetnetten broedvogels (SOVON), amfibieën (RAVON) en dagvlinders (Vlinderstichting) van het Netwerk Ecologische Monitoring. De selectie van warmte- en koudeminnende soorten is gebaseerd op verschuiving van arealen en zogenaamde "climate envelope models". Deze modellen voorspellen de toekomstige verspreiding van soorten op basis van het huidige verband tussen klimaat en het voorkomen van soorten.
Basistabel
De indexen van de soorten en hun trend staan onder het tabblad afzonderlijke soorten onder Download figuurdata. Sommige soorten zijn wel in STI en tabel opgenomen, maar zonder de jaarlijkse indexgegevens. Dit betreft soorten waarvan de index niet betrouwbaar genoeg is om afzonderlijk te tonen.
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Nijhof, B.S.J., C.C. Vos en A.J. van Strien (2007). Indicators for 'Convention on Biodiversity 2010' Influence of climate change on biodiversity. WOT-Werkdocument 53.7a Wettelijke Oonderzoekstaken Natuur & Milieu. Wageningen.
Opmerking
De selectie van soorten is gedaan door de WUR (Wageningen University) en de berekening van de indexen door het CBS.In 2011 is de selectie voor de koudeminnende soorten aangepast. Omdat de index van de kramsvogel sterk fluctueerde is deze vervangen door de index van de blauwborst.In 2013 is de selectie van soorten aangepast: blauwborst, wespendief en draaihals zijn verwijderd. Het totaal aantal per groep is daarmee verminderd tot 20 (was 21).
Betrouwbaarheidscodering
B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Invloed klimaatverandering op koude- en warmteminnende diersoorten, 1990-2012 (indicator 1429, versie 07,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.