Vegetatie van wegbermen 1999-2022
Ruigtesoorten, grassen en bramen nemen toe in de bermen van rijks- en overige wegen, ondanks beheer om dat te voorkomen.
Verruiging is het proces waarbij snelgroeiende hoogopschietende soorten de overhand krijgen, wat uiteindelijk leidt tot soortenarme vegetaties die worden gedomineerd door één of enkele soorten. Zowel het aantal ruigtesoorten (resultaten niet getoond) als de opgetelde bedekking van de aanwezige ruigtesoorten neemt in rijkswegbermen toe (tabblad ruigtesoorten). Ruigtesoorten die in rijkswegbermen veel voorkomen zijn jakobskruiskruid, akkerdistel, gewone berenklauw en fluitenkruid. Ook de gemiddelde hoogte van de aanwezige soorten neemt toe (tabblad begroeiingshoogte). In grasland betekent dit dat soorten die snel veel biomassa produceren dominanter worden.
Het aantal waargenomen soorten per vegetatie-opname is in wegbermen de afgelopen 24 jaar niet significant veranderd (tabblad soortenrijkdom), maar de evenredigheid (Shannon’s evenness index; tabblad evenredigheid) tussen soorten neemt wel af. Evenredigheid wordt berekend op basis van in het veld geschatte abundanties per soort. Een afname in evenredigheid betekent dat een kleiner deel van de aanwezige soorten een groter deel van het bodemoppervlakte bedekt, oftewel dat één of enkele soorten dominanter worden.
Vergrassing is het proces waarbij snelgroeiende grassen de overhand krijgen en laagblijvende kruiden verdringen, waardoor bermen minder bloemrijk worden. In de vegetatieopnamen van rijkswegbermen zijn gestreepte witbol, rood zwenkgras, kropaar en glanshaver de grassoorten die het meest voorkomen. De meest waargenomen kruiden zijn smalle weegbree, paardenbloem, gewone hoornbloem en kruipende boterbloem. De bedekking van kruiden in rijkswegbermen neemt af, maar dit gaat niet gepaard met een meetbare toename van de bedekking van grassen (tabblad grassen en kruiden). Dit suggereert dat de kruiden niet primair door grassen worden verdrongen, maar door andere ruigtesoorten zoals de gewone braam, die sterk in bedekking toeneemt (tabblad Soorten van rijkswegbermen).
Wegbermen zijn groene stroken langs Nederlandse wegen, waar de vegetatie meestal uit grasland bestaat. De totale lengte van alle rijks-, provinciale, waterschaps- en gemeentelijke wegen bedroeg in 2022 meer dan 141 duizend km, waarvan 5 571 km rijkswegen. Door verkeer en de nabijheid van andere menselijke activiteiten is de voedselrijkdom in wegbermen vaak hoog. Een te hoge voedselrijkdom kan verschillende negatieve gevolgen hebben voor de vegetatie, zoals dichtgroeien van de berm, verruiging en vergrassing. Voor rijkswegen bestaat een landelijk uniform ecologisch beheer, dat erop gericht is de bodem te verschralen en zo deze negatieve gevolgen te beperken. Maaien en afvoeren van maaisel is daarbij de belangrijkste beheeringreep. Het verschralen wordt bemoeilijkt door een stijging van de gemiddelde temperatuur in Nederland. Vooral de zachtere winters maken dat het groeiseizoen van veel vaatplanten eerder in het jaar begint en later eindigt.
Alles wijst er op dat het huidige beheer in rijkswegbermen tekort schiet om de negatieve effecten van hoge voedselrijkdom gecombineerd met zachte winters op de vegetatie tegen te gaan. De bedekking van ruigtesoorten neemt toe, de evenredigheid neemt af, de gemiddelde hoogte van de vegetatie stijgt en de bedekking van kruiden daalt. Veel van de indicatoren laten een sterker signaal zien in rijkswegbermen dan in provinciale wegbermen. Rijkswaterstaat is bezig met onderzoek naar de beste manier om het maairegime aan te passen, bijvoorbeeld door vaker maaien of op een ander moment in het jaar. Een uitdaging hierbij is om rekening te houden met de invloed van zulke maatregelen op andere soortgroepen zoals insecten en spinnen.
Bronnen
- Bakker, W., Morel, T., Ozinga, W., Scheper, J., Vergeer, P, (2024) The relative importance of nitrogen deposition and climate change in driving plant diversity decline in roadside grasslands. Science of The Total Environment 955 (176962). https://doi.org/10.1016/j.scitotenv.2024.176962
- CBS (2024) Lengte van wegen; wegkenmerken, regio. https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/70806
- CLO (2023) Temperatuur in Nederland en mondiaal, 1907 – 2022 (indicator 0226, versie 15, 15 augustus 2023), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.
- Grace et al. (2016) Integrative modelling reveals mechanisms linking productivity and plant species richness. Nature 529 (7586). https://doi.org/10.1038/nature16524
- Scherpenisse, M.C., Leeuwen, J. van, Koster, M., Bax, I. (2020) Ontwikkelingen in de bermvegetatie langs rijkswegen 1999-2019. Analyse 1e t/m 5e ronde meetnet bermflora. Rapport BTL Advies, Oisterwijk.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
Vegetatie van wegbermen 1999-2022
- Omschrijving
Ontwikkelingen in de vegetatie van rijkswegbermen onder invloed van voedselrijkdom
- Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
- Berekeningswijze
Veldwerk en PQ-selectie
De flora van de bermen worden gemonitord in het Landelijk Meetnet Flora. Dit is een landelijk meetnet met circa 12.000 proefvlakken op vaste locaties, waarin eenmaal per vier jaar alle aanwezige plantensoorten worden genoteerd en een schatting van hun abundantie wordt gedaan. Het veldwerk wordt door provincies en Rijkswaterstaat (vooral in rijkswegbermen) gecoördineerd. Circa 600 van deze proefvlakken liggen in de bermen van provinciale, gemeente- en waterschapswegen buiten de bebouwde kom. Daarnaast zijn er circa 1200 proefvlakkenin de bermen van rijkswegen. Het merendeel daarvan ligt in grasland. Voor deze analyses zijn alleen de bermproefvlakken in grasland meegenomen, en alleen proefvlakken die tenminste drie keer zijn bezocht.
Methodiek
Soortenrijkdom betreft het aantal inheemse soorten dat per opname is genoteerd. De getoonde evenredigheid is berekend volgens Shannon’s evenness index. Simpson’s evenness index geeft kwalitatief hetzelfde resultaat. Begroeiingshoogte is berekend als het gemiddelde van de maximumhoogte van alle aanwezige soorten. Alle benodigde soortskenmerken zijn afkomstig uit Biobase (CBS 2003).
Trends in soortenrijkdom, evenredigheid en begroeiingshoogte zijn berekend met behulp van lineaire regressie. Losse waarnemingen worden geaggregeerd tot een indicatorwaarde per vegetatie-opname. Deze indicatorwaarden zijn gemodelleerd als normaal verdeelde variabelen, met meetronde en meetlocatie als verklarende variabele. Dit levert per indicator schattingen op van de gemiddelde waarde per meetronde en de variantie tussen PQs.
Trends in gemiddelde bedekking per soort zijn berekend door middel van betaregressie, een op bedekkingsgegevens toegespitste methodiek (Irvine et al. 2019, Strien et al., 2024). De waarnemingen van bedekkingsklasse zijn gemodelleerd als een zero-augmented latente beta-verdeelde variabele, met meetronde en meetlocatie als verklarende variabelen. Dit levert per soort schattingen op van de gemiddelde bedekking per meetronde, de variantie in bedekking en de variantie tussen proefvlakken. Alleen proefvlakken waar een soort tenminste een keer is gezien worden in de analyses meegenomen. Voor de analyses van opgetelde bedekking per soortgroep worden eerst de bedekkingschattingen per soort opgeteld tot een bedekkingspercentage per soortgroep. Daarna is de analyse identiek aan die van bedekking per soort.
Alle trendberekeningen zijn uitgevoerd binnen een Bayesiaans statistisch raamwerk met JAGS en R. De getoonde onzekerheidsbalken geven het 95% geloofwaardigheidsinterval van de schattingen per meetronde weer.
- Basistabel
zie tabblad figuurdata onder download figuurdata
- Geografische verdeling
Nederland
- Verschijningsfrequentie
onregelmatig
- Achtergrondliteratuur
CBS (2003) Biobase 2003. Biodiversiteitsregister.
Irvine, K.M., Wright, W.J., Shanahan, E.K. and Rodhouse, T.J. (2019). Cohesive framework for modelling plant cover class data. Methods in Ecology and Evolution 10:10. https://doi.org/10.1111/2041-210X.13262
Strien, A.J. van, Irvine, K.M. and Retel, C. (2024). Trends in plant cover derived from vegetation plot data using ordinal zero-augmented beta regression. Journal of Vegetation Science 35. https://doi.org/10.1111/jvs.13295
- Betrouwbaarheidscodering
C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2025). Vegetatie van wegbermen 1999-2022 (indicator 1433, versie 06, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.