Vegetatie duinen, 2000-2014

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In zowel droge als vochtige duinen neemt de oppervlakte met struiken toe.

Duinen

Het duingebied langs de kust beslaat bijna 40.000 ha. Hiervan is ongeveer de helft bos en struweel en vijf procent natte en vochtige duinvalleien. Het duinareaal is in de afgelopen eeuw niet veel kleiner geworden, vooral vanwege de kustbescherming en de drinkwaterwinning, maar ook vanwege de natuurwaarde van dit gebied. De flora van de duinen is vooral in de eerste helft van de 20e eeuw sterk beïnvloed door verdroging als gevolg van de waterwinning en bebossing. In de tweede helft van de 20e eeuw, tot aan de jaren tachtig, trad verruiging op door inlaat van ongezuiverd infiltratiewater. Ook vermesting door stikstofdepositie heeft bijgedragen aan verruiging en wijzigingen in de samenstelling van de vegetatie.

Verstruiking en verruiging duinen

In het open duingebied, vooral het droge duin, is sinds 2000 het aandeel struiken en bomen sterk toegenomen. Het gaat daarbij onder meer om soorten als duindoorn en zachte berk. In open vochtig duin is de toename minder sterk dan in open droog duinen (zie tabblad Struiken en tabblad Bomen). Maar in de vochtige duinen is er ook een toename van ruigtekruiden, d.w.z. snelgroeiende hoog opschietende kruiden van voedselrijke omstandigheden.

Bijzondere soorten

De toename van struiken en bomen gaat ten koste van de oppervlakte pioniersoorten (zie tabblad Pioniers). Ook exoten zijn toegenomen, zowel in bedekking als aantal soorten. Het effect van de vele natuurherstelprojecten is nog niet zichtbaar in de indicaties van voedselrijkdom of grondwaterstand.

Oorzaken en gevolgen

Er zijn verschillende mogelijke oorzaken voor het toenemen van struiken, bomen en ruigtekruiden ten koste van het open duingebied. Ten eerste is de depositie van stikstof uit de lucht weliswaar afgenomen, maar nog steeds te hoog. Dit versterkt de natuurlijke successie van open duin naar bos. De stikstofindicatiewaarde van de vegetatie neemt daarmee ook toe; in droog duin sterker dan in vochtig duin. Mogelijk hangt de verruiging en verstruiking ook samen met verdroging van de duinen. Maar ook hier is oorzaak en gevolg onduidelijk, omdat bomen en struiken niet alleen beter bestand zijn tegen lage grondwaterstanden dan kruiden, maar tevens meer grondwater onttrekken.

Een andere mogelijke oorzaak is de afname van de begrazing van duin door konijnen, waardoor zaailingen van bomen en struiken meer kansen hebben gehad om zich te ontwikkelen. In duinen die open zijn gebleven is de konijnenstand de laatste jaren hier en daar wel weer toegenomen en veel duinbeheerders maken hoe langer hoe meer gebruik van begrazing door runderen en andere grote grazers. De verstruiking is daarmee echter niet tot staan gebracht.
Het dichtgroeien van de duinen met struiken en bomen heeft ook gevolgen voor de aanwezige fauna. Zo gaan vogels van het open duin, zoals tapuit, achteruit en vogels van struweel, zoals nachtegaal, vooruit.

Bronnen

  • Cáceres, M. de en P. Legendre (2009). Associations between species and groups of sites: indices and statistical inference. Ecology 90 (12): 3566-3574.
  • Strien, A.J., J.J.A. Dekker, M. Straver T. van der Meij, L.L.Soldaat, A. Ehrenburg en E. van Loon, 2011. Occupancy dynamics of wild rabbits (Oryctolagus cuniculus) in the coastal dunes of the Netherlands with imperfect detection. Wildlife Research 38(8) 717-725.
  • Wamelink, G.W., M.H.C. van Adrichem, H.F. van Dobben, J.Y. Frissel, M. den Held, V. Joosten, A.H. Malinowska, P.A. Slim & R.M.A. Wegman, 2012. Vegetation relevés and soil measurements in the Netherlands: the Ecological Conditions Database (EC). Biodiversity & Ecology 4, 2012 p 125-132.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Flora duinen
Omschrijving
Beschrijving van floristische veranderingen in de duinen, waaronder een toename van struiken en bomen
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Alle trends in deze indicator zijn gebaseerd op vegetatieopnamen van het Landelijk Florameetnet (LMF). De berekende trends zijn gebaseerd op totaal aantal aangetroffen soorten, aantal aangetroffen soorten binnen onderscheiden soortgroepen, de sombedekking van de planten binnen onderscheiden soortgroepen en gemiddelde indicatorwaarden van de soorten in een vegetatieopname.Ook zijn trends in de bedekking bepaald van in totaal 34 afzonderlijke plantensoorten. Daarbij is gekozen voor soorten die in voldoende mate in de opnamen vertegenwoordigd zijn en die behoren tot a: soorten van habitattypen van de Habitatrichtlijn (13 soorten), b: Rode Lijst soorten (6 soorten), c: ruigtesoorten (6 soorten), d: kenmerkende soorten voor vochtig en droog duin (15 soorten). Kenmerkendheid voor de twee duintypen is daarbij m.i.v. 2013 bepaald m.b.v. de Indval-methode (Dufrêne & Legendre, 1997).Indicatiewaarden voor vermesting, verdroging en verzuring zijn gebaseerd op zogenaamde Wamelink-getallen per plantensoort, waarbij de indicatie van een vegetatieopname is gebaseerd op een gewogen gemiddelde van de aangetroffen soorten.
Basistabel
Zie Download figuurdata
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Opmerking
In verband met de matige representativiteit van de meetpunten in het jaar 1999 is vanaf 2014 de trend gebaseerd op metingen vanaf 2000
Betrouwbaarheidscodering
C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
08
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Vegetatie duinen, 2000-2014 (indicator 1535, versie 04,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.