Werken binnen bestaand bebouwd gebied, 2000 - 2015

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Uitbreiding van bedrijfsvestigingen vindt vooral plaats binnen het bestaand bebouwd gebied van 2000. Ongeveer driekwart van de uitbreiding van de bedrijfsvestigingen sinds 2000 ligt hierbinnen. In de periode 2014-2015 is het zelfs bijna 80 procent. Het aantal arbeidsplaatsen fluctueert. Tussen 2012 en 2014 nam het bijna overal af. Opvallend is dat de afname van arbeidsplaatsen zich vooral binnen het bestaand bebouwd gebied voordoet, terwijl er tegelijkertijd buiten het bebouwd gebied een toename is.

Bedrijfsvestigingen binnen bestaand bebouwd gebied

De Nota Ruimte stelde als streefwaarde dat ten minste 40 procent van de nieuwe stedelijke ontwikkeling binnen het bestaand bebouwd gebied zou moeten plaatsvinden. Dit moest de trek van de midden- en hoge inkomens uit de stad voorkomen. Dit beleid is vervallen met de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR, 2012). Op verzoek van de toenmalige minister van IenM is het PBL de ontwikkeling van het werken binnen bestaand bebouwd gebied blijven monitoren
Het aantal bedrijfsvestigingen laat een gestage groei zien. Deze wordt mede veroorzaakt door de opkomst van veel nieuwe eenmanszaken. Ongeveer driekwart van de uitbreiding van de bedrijfsvestigingen ligt binnen het bestaand bebouwd gebied van 2000. In de periode 2014 t/m 2015 was het aandeel zelfs bijna 80 procent. In alle provincies lag het aandeel extra vestigingen boven de streefwaarde van 40 procent. In de periode 2012-2013 was er in de provincies Groningen en Drenthe een afname van het aantal bedrijfsvestigingen. Hierbij valt op dat de afname plaatsvond binnen het bestaand bebouwd gebied.

Arbeidsplaatsen binnen bestaand bebouwd gebied

De ontwikkeling van de bedrijvigheid is conjunctuurgevoelig, waardoor het aantal arbeidsplaatsen fluctueert. In de periode 2012-2014 is, met uitzondering van Noord-Holland, in alle provincies het aantal arbeidsplaatsen afgenomen. Ook bij de arbeidsplaatsen valt op dat een afname zich vooral binnen het bebouwd gebied voordoet. Vanaf 2014 is er in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Overijssel en Noord-Brabant weer een toename van arbeidsplaatsen binnen bestaand bebouwd gebied. Het aantal arbeidsplaatsen buiten bebouwd gebied is in de hele periode 2000 - 2016 steeds toegenomen, behalve in Limburg, waar tussen 2012 en 2014 ook buiten het bebouwd gebied sprake is van een afname.

Beleidsdoelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De minister van IenM heeft aan de Tweede Kamer toegezegd ook de doelen uit de Nota Ruimte die in de SVIR zijn losgelaten, te blijven monitoren. Het gaat hierbij om beleid waarvan de minister tijdens de Kamerbehandeling van de ontwerp-Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte expliciet heeft aangegeven dat het niet is gedecentraliseerd, maar is 'losgelaten'. Het beleid is niet expliciet overgedragen aan de decentrale overheden, daardoor staat het hen vrij dit beleid te continueren dan wel te wijzigen of te beëindigen. Het betreft hier dan ook nadrukkelijk een indicator van losgelaten rijksbeleid, en niet van beleid van andere overheden. Voor het monitoren van dit losgelaten rijksbeleid is gebruik gemaakt van bestaande indicatoren uit de voormalige Monitor Nota Ruimte die, vaak in gewijzigde vorm, zijn geactualiseerd. Het gaat om indicatoren op het gebied van verstedelijking (bundeling en verdichting) en open ruimte en landschap (ruimtelijke ontwikkelingen in Rijksbufferzones en Nationale Landschappen).

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Aandeel uitbreiding van werken (bedrijfsvestigingen en arbeidsplaatsen) binnen het bebouwd gebied van 2000, 2000-2015
Omschrijving
Het aandeel uitbreiding bedrijfsvestigingen en arbeidsplaatsen binnen bebouwd gebied 2000 voor 2000 tot en met 2015 uitgesplitst naar provincies.
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
Berekeningswijze
Bedrijfsvestigingen uit het LISA-vestigingenregister zijn via een koppeling met adrescoördinaten Nederland (ACN) en basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) van coördinaten voorzien. Vervolgens is de ligging ten opzichte van bestaand bebouwd gebied 2000 bepaald. Verandering van aantallen binnen en buiten bebouwd gebied zijn berekend en de aandelen binnen bebouwd gebied per provincie.
Basistabel
LISA vestigingenregister
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Als gevolg van historische correcties in de LISA-database, wijken de gegevens af van in eerdere versies van deze indicator gepresenteerde cijfers.Ook is een herziene begrenzing van het bebouwd gebied 2000 gebruikt (gebaseerd op het gecorrigeerde CBS bestand bodemgebruik 2000 dat tegelijk met het bestand bodemgebruik 2003 is gepubliceerd).
Betrouwbaarheidscodering
Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representa-tiviteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Werken binnen bestaand bebouwd gebied, 2000 - 2015 (indicator 2013, versie 07,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.