Veiligheid primaire waterkeringen, 2001 - 2006

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Van een derde van de primaire waterkeringen en bijna de helft van daarin voorkomende waterkerende kunstwerken is niet bekend of deze voldoen aan de wettelijke veiligheidsnormen. 24% van de primaire waterkeringen en 22% van de beoordeelde waterkerende kunstwerken voldeden in 2006 niet aan de normen.

Veiligheid waterkeringen in 2001 en 2006

Tussen 2001 en 2006 heeft de rijksoverheid meer inzicht gekregen in de veiligheid van de primaire waterkering. Desondanks is er over een derde van de dijken en de helft van daarin voorkomende waterkerende kunstwerken niet bekend of deze voldoen aan de wettelijke veiligheidsnormen.

In 2006 voldeed 44% van de primaire waterkeringen aan de wettelijke norm. Van 24% was bekend dat ze niet aan de norm voldeden en van 32% was niet bekend of ze voldoen aan de norm. Van de beoordeelde waterkerende kunstwerken voldeed 29% aan de norm, 22% voldeed niet aan de norm en van 49% was niet bekend of ze voldoen aan de norm.
Daar waar primaire waterkeringen en waterkerende kunstwerken niet voldoen aan de veiligheidsnormen, is het binnendijkse gebied onvoldoende gewaarborgd tegen overstromen.

Het ruimtelijk beeld van de informatie over de toestand van de waterkering laat zien dat in vrijwel alle provincies over grote dijkvakken informatie ontbrak met uitzondering van Groningen, Utrecht en Noord-Holland boven het Noordzeekanaal. Dijken die niet aan de veiligheidsnorm voldoen liggen vooral in Zeeland, het IJsselmeergebied en het rivierengebied. Vooral het ontbreken van een beoordeling van het dijkvak Hollandse IJssel tussen Gouda en Rotterdam is opmerkelijk vanuit zowel historisch perspectief (1953) als de verwachting dat juist dit gebied bij klimaatsverandering cruciaal is (MNP, 2007). De resultaten voor het riviergebied zijn opmerkelijk in het licht van het nagenoeg afgeronde Deltaplan Grote rivieren.

Wet op de Waterkering

Het huidige veiligheidsbeleid is vastgelegd in de Wet op de Waterkering (1996). Hierin zijn normen opgenomen voor dijkringgebieden; overstromingsgevoelige gebieden, die als één gebied door één dijkring worden beschermd. Het huidig veiligheidsbeleid richt zich op het voldoen aan deze wettelijke veiligheidsnormen.

Relevante doelstellingen Nota Ruimte

Uitvoeringsdoelstellingen:

  • Op sterkte houden van de zeewering


Operationele doelstellingen:

  • Borging van de veiligheid van de kust met behoud van (inter)nationale ruimtelijke waarden; versterking van de veiligheid tegen overstromingen van de zuidwestelijke delta; borging van de veiligheid van het IJsselmeergebied met behoud van (inter)nationale ruimtelijke waarden; borging van de veiligheid tegen overstromingen


Algemene doelstellingen:

  • Versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland; borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden; borging van de veiligheid monitor nota ruimte

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Veiligheid primaire waterkeringen
Omschrijving
Percentage primaire waterkeringen en primaire waterkerende kunstwerken dat voldoet aan veiligheidsnormen conform de Wet op de Waterkering. De relatie met de doelen van de Nota Ruimte is hier (link) aangegeven.
Verantwoordelijk instituut
Resultaten van de tweede toe toetsingsronde 2001-2006 zijn overgenomen van Rijkswaterstaat (Ministerie van V&W/ IVW, 2006). Resultaten van de eerste toetsingsronde 1996-2001 zijn overgenomen van Rijkswaterstaat (Ministerie van V&W, 2002).
Berekeningswijze
De waterschappen hebben 90% van de primaire waterkeringen in beheer en Rijkswaterstaat 10%. Bij het toetsen gaan de beheerders na of de sterkte van de waterkeringen voldoet aan de wettelijke gestelde norm. Voor de sterkte van de waterkering zijn hoogte en stabiliteit van belang. De beheerders sturen de toetsrapporten aan de provincie die de rapporten voorziet van een beoordeling en vervolgens aanbiedt aan de minister van V&W. De Inspectie V&W beoordeelt vanuit haar onafhankelijke rol in het toezicht of de toetsing volgens de regels is uitgevoerd. Het percentage 'geen oordeel' is hoog bij primaire waterkeringen en kunstwerken; voor toetsing is een grote diversiteit aan gegevens noodzakelijk. Het grootste deel van deze gegevens is aanwezig, op detailpunten ontbreken gegevens om te komen tot een definitief oordeel. In 2006 zijn de toetsmethoden voor beoordelen veranderd. Voor waterkeringen is door Rijkswaterstaat een vertaalslag gemaakt. Voor kunstwerken was deze niet beschikbaar, waardoor de resultaten voor 2006 niet vergeleken kunnen worden met de resultaten van 2001.
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Veiligheidsnormen zijn vastgesteld in de Wet op de waterkering (1996). Deze wet gaat uit van een periodieke toetsing. De beoordeling van primaire keringen en kunstwerken is gerelateerd aan de in de wet beschreven veiligheidsnorm en door het Rijk beschikbaar gestelde leidraden en voorschriften (MNP, 2004).
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
05
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Veiligheid primaire waterkeringen, 2001 - 2006 (indicator 2043, versie 02,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.