Veiligheid primaire waterkeringen, 2001 - 2023
Uit de beoordeling (ILT 2023) blijkt dat 38% van de normtrajecten van de primaire waterkeringen aan de wettelijke norm voor 2050 voldoet. Dat betekent dat 62% (bijna 2000 km) van de normtrajecten niet voldoet aan de wettelijke norm; hiervan is voor 26% verbetering urgent. De voortgang van de dijkversterking blijft achter bij het gemiddeld benodigde tempo.
Dijkversterkingsopgave is zeer groot
Primaire waterkeringen beschermen het land tegen overstromingen vanuit zee, grote rivieren en meren. Primaire waterkeringen zijn dijken, duinen en de bouwwerken die daar onderdeel van kunnen zijn, zoals gemalen, sluizen, damwanden en kademuren. De totale lengte aan primaire waterkeringen bedraagt ongeveer 3500 km, opgesplitst in 237 normtrajecten.
Vanaf 2017 zijn nieuwe waterveiligheidsnormen van kracht. In 2050 moeten alle 237 normtrajecten aan deze wettelijk waterveiligheidsnormen voldoen.
Uit de beoordeling van de primaire waterkeringen blijkt dat 62% van de normtrajecten nog niet voldoet aan de wettelijke norm in 2050 (ILT 2023). Voor 26% van deze primaire waterkeringen is verbetering urgent. Dit betreft vooral dijktrajecten in het rivierengebied (zie kaart); op deze kaart zijn de niet-primaire normtrajecten niet afgebeeld. Op basis van de beoordeling is bepaald welke stukken (trajecten) van een waterkering voor 2050 versterkt moeten worden. Zolang versterking daar niet gerealiseerd is, zijn aangrenzende gebieden kwetsbaar voor overstroming.
Voortgang dijkversterking blijft achter bij gemiddeld benodigde tempo
In het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) worden primaire waterkeringen versterkt waar dit noodzakelijk is. De prioritering van projecten door HWBP geschiedt op basis van urgentie. Door de toename van de versterkingsopgave (bijna 2000 km) zal het aantal versterkte kilometers per jaar gemiddeld 60 kilometer moeten zijn om in 2050 alle primaire keringen te laten voldoen aan de dan geldende norm (HWBP 2023). De realisatie blijft met gemiddeld 37 km per jaar ver achter bij dit gemiddelde. Ook de planning van de versterking tot en met 2031 blijft achter, ondanks het hogere tempo van gemiddeld 52 km per jaar.
Wettelijke normen en beoordeling waterveiligheid primaire waterkeringen
In 2050 moeten alle normtrajecten voldoen aan de wettelijke normen die zijn opgenomen in het Besluit Kwaliteit Leefomgeving (2024). De waterkeringbeheerders zijn verplicht om minstens iedere 12 jaar verslag uit te brengen over de staat van de primaire waterkeringen. Voor 2050 zijn er nog 2 beoordelingsrondes: in de periode van nu tot 2035 en van 2036 tot 2049. De volgende wettelijke normen zijn voor elk apart normtraject bepaald in de Waterwet:
- Ondergrens: dit is de wettelijke ondergrens van de overstromingskans van het normtraject. Dit is het minimale beschermingsniveau van de waterkering.
- Signaleringswaarde: als deze overstromingskans wordt bereikt dan hebben waterkeringsbeheerders voldoende tijd om de kering weer aan de norm te laten voldoen.
In het schema ‘Verloop van veiligheid tijdens levensduur dijktraject’ staat ook met welke urgentie de waterkeringbeheerder maatregelen moet nemen om weer aan de norm te voldoen. Het schema laat zien dat hoe meer de norm overschreden wordt, hoe urgenter de noodzaak om de waterkering aan de norm te laten voldoen. Het is noodzakelijk om maatregelen ter verbetering of versterking af te ronden voordat de ondergrens wordt bereikt. Deze ondergrens geeft aan dat de waterkering niet meer voldoet aan de maximaal toelaatbare overstromingskans of faalkans. Als de signaleringswaarde wordt bereikt, dan betekent dit dat de waterkeringbeheerder kan starten met de voorbereidingen voor verbeteringen.
Waterveiligheid in de Omgevingswet
Het huidige veiligheidsbeleid is vastgelegd in de Waterwet (2009) en vanaf 2024 opgenomen in de Omgevingswet.
Voor alle primaire waterkeringen zijn normen opgesteld. Deze normen zijn gebaseerd op de kans op overstromen én de gevolgen van een overstroming. Ze zijn als omgevingswaarde in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) vastgelegd. In Bijlage II, onderdeel A van het Bkl, staan alle primaire waterkeringen en dijktrajecten op kaart weergegeven. De aanduiding op kaarten heeft als doel duidelijk te maken welke waterkeringen primair zijn, waar deze keringen liggen en hoe zij ingedeeld zijn in dijktrajecten. Onderdeel B van Bijlage II geeft vervolgens per dijktraject de omgevingswaarde weer (Besluit Kwaliteit Leefomgeving 2024)
Beleidsdoelstellingen NOVI
Deze indicator verwijst naar de volgende doelen en nationale belangen zoals opgenomen in de Nationale omgevingsvisie (Ministerie BZK 2020):
Nr.14 Waarborgen van de waterveiligheid en de klimaatbestendigheid (inclusief vitale infrastructuur voor water en mobiliteit)
Beleidskeuze 1.1
Nederland is in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust. Bij (her)ontwikkelingen wordt voorkomen dat het risico op schade en slachtoffers door overstromingen of extreem weer toeneemt, voor zover dat redelijkerwijs haalbaar is. We behouden en reserveren voldoende ruimte voor toekomstige waterveiligheidsmaatregelen.
Bronnen
- Besluit kwaliteit Leefomgeving (2024), Hoofdstuk 2 Omgevingswaarden veiligheid primaire waterkeringen.
- ILT (2023), Landelijk beeld van de staat van de primaire waterkeringen - Beoordelingsronde 2017-2023. Den Haag, Inspectie Leefomgeving en Transport.
- HWBP (2024), Jaarbericht 2023. Den Haag, Hoogwaterbeschermingsprogramma.
- Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2020), Nationale omgevingsvisie. Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
- Ministerie van IenW (2023), Nationaal waterprogramma.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
Veiligheid primaire waterkeringen
- Omschrijving
Percentage primaire waterkeringen dat voldoet aan waterveiligheidsnormen die zijn opgenomen in het Besluit Kwaliteit Leefomgeving.
- Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
- Berekeningswijze
De waterschappen hebben 90% van de primaire waterkeringen in beheer, Rijkswaterstaat 10%. Bij het toetsen gaan de beheerders na of de sterkte van waterkeringen voldoet aan de wettelijk gestelde norm. Voor de sterke van de waterkering zijn o.a. hoogte en stabiliteit van belang. De beheerders sturen de toets rapporten aan de provincie die de rapporten voorziet van een beoordeling en vervolgens aanbiedt aan de Minister van Infrastructuur en Milieu. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILenT) beoordeelt vanuit haar onafhankelijke rol in het toezicht of de toetsing volgens de regels is uitgevoerd en stelt een rapportage op.
- Basistabel
-
- Geografische verdeling
-
- Verschijningsfrequentie
12 jaar, de resultaten van de vierde beoordelingsronde primaire waterkeringen zijn in 2023 beschikbaar gekomen. De volgende beoordelingsronde is in 2035.
- Achtergrondliteratuur
Inspectie Leefomgeving en Transport (2023) Landelijk beeld van de staat van primaire waterkeringen. Beoordelingsronde 2017-2023.
- Betrouwbaarheidscodering
Integrale waarneming (2023)
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Veiligheid primaire waterkeringen, 2001 - 2023 (indicator 2043, versie 06,