Vrijkomende agrarische bebouwing,-aantal, sloop en hergebruik, 1999 - 2003
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Het rijk streeft naar hergebruik van vrijkomende agrarische bebouwing (VAB). Op basis van de registratie van de CBS Landbouwtelling kan worden geconstateerd dat er tussen 1999 en 2003 bijna 4200 boerderijen beschikbaar zijn gekomen voor een andere functie dan de agrarische. In 10% procent van de gevallen had zich vóór 1999 op het adres van de (soms nog toekomstige) vrijgekomen agrarische bebouwing een niet-agrarische onderneming gevestigd, in 2006 was dit percentage 15%. Verder is op 6,4% van de vrijgekomen agrarische bebouwingsadressen gesloopt en/of nieuwbouw neergezet na het beëindigen van het agrarische bedrijf.
Aantal vrijgekomen agrarische bebouwingen
De Nota Ruimte pleit voor hergebruik en sanering van vrijkomende agrarische bebouwing In de periode van mei 1999 tot en met mei 2003 zijn op bijna 4200 vrijgekomen agrarische bebouwingsadressen boeren gestopt met de agrarische bedrijfsvoering. Het verloop per jaar en per provincie is weergegeven in onderstaande tabel. De meeste gestopte boeren worden aangetroffen in de provincies Noord- en Zuid-Holland, Noord-Brabant en Gelderland.
Sloop en nieuwbouw van vrijgekomen agrarische bebouwingslocaties, 1999 - 2006
Ook sloop en nieuwbouw kan bijdragen aan de doelstelling van de Nota Ruimte. Op 270 van de 4.195 vrijgekomen agrarische bebouwingsadressen, dit is 6,4%, is gesloopt en/of nieuwbouw neergezet na beëindiging van het agrarische bedrijf.
Hergebruik van vrijgekomen agrarische bebouwing, 1999 - 2003
Op alle adressen van tussen 1999 en 2003 vrijgekomen boerderijen komt in 1996 in 10% van de gevallen reeds een bedrijfsvestiging voor. In 2006 is dit 15%. Omdat (niet-agrarische) bedrijven al eerder kunnen zijn opgericht dan de feitelijke datum van stopzetting van de agrarische activiteiten is er voor gekozen voor alle 4195 vrijgekomen agrarische bebouwingsadressen vanaf 1996 het aantal adressen met één of meer bedrijfsvestigingen te tellen. Dit betekent dat voor bijvoorbeeld een adres dat in 2003 is vrijgekomen al vanaf 1996 is gekeken of er op het bewuste adres een niet-agrarische bedrijfsvestiging voorkomt.
Aangenomen mag worden dat een groot deel van de overige vrijgekomen agrarische bebouwing voor bewoning wordt gebruikt. Dit aspect is verder niet nader onderzocht.
In de onderstaande tabel is aangegeven hoeveel vrijgekomen agrarische bebouwingsadressen onderdak bieden aan niet-agrarische bedrijven.
Vrijgekomen agrarische bebouwingen met tenminste één niet-agrarische bedrijfsvestiging, 1996 t/m 2006 | |||||||||
1996 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | |
aantal adressen | |||||||||
Groningen | 9 | 14 | 13 | 10 | 10 | 16 | 14 | 17 | 19 |
Friesland | 27 | 26 | 28 | 33 | 35 | 35 | 36 | 35 | 40 |
Drenthe | 17 | 24 | 24 | 26 | 28 | 29 | 27 | 29 | 34 |
Overijssel | 25 | 29 | 27 | 31 | 29 | 30 | 34 | 32 | 35 |
Flevoland | 5 | 9 | 8 | 9 | 9 | 10 | 7 | 7 | 7 |
Gelderland | 77 | 88 | 89 | 82 | 85 | 96 | 105 | 114 | 134 |
Utrecht | 28 | 25 | 27 | 30 | 28 | 26 | 30 | 28 | 26 |
Noord-Holland | 39 | 51 | 59 | 56 | 60 | 58 | 60 | 72 | 66 |
Zuid-Holland | 55 | 65 | 62 | 61 | 64 | 65 | 86 | 90 | 86 |
Zeeland | 16 | 14 | 16 | 12 | 13 | 18 | 20 | 19 | 21 |
Noord-Brabant | 82 | 111 | 104 | 92 | 94 | 96 | 104 | 113 | 121 |
Limburg | 42 | 42 | 41 | 47 | 48 | 54 | 56 | 58 | 59 |
Nederland | 422 | 498 | 498 | 489 | 503 | 533 | 579 | 614 | 648 |
Aandeel (%) | 10 | 12 | 12 | 12 | 12 | 13 | 14 | 15 | 15 |
Bron: LISA, bewerking PBL |
Vrijkomende agrarische bebouwing, situatie vóór 1999
Uit eerder onderzoek van Femke Daalhuizen (2004) is van de periode van vóór 1999 bekend dat tussen 1979 en 1999 28027 boeren hun agrarische bedrijf beëindigden. Van dit aantal beëindigden 7349 hun bedrijf tussen 1992 en 1999 en werd op 14% van deze 7349 vrijgekomen agrarische bebouwingen bij een telling in 1999 een niet-agrarische onderneming aangetroffen. Bij dit onderzoek werd ook gebruik gemaakt van de CBS Landbouwtelling in samenwerking met het LEI en de bedrijfsvestigingen uit het LISA-bestand.
Relevante doelstellingen Nota Ruimte
Uitvoeringsdoelstellingen:
- Stimulering hergebruik van bestaande vrijkomende agrarische bebouwing
Operationele doelstellingen:
- Ruimte voor hergebruik van bebouwing en nieuwbouw in het buitengebied
Algemene doelstellingen:
- Vitaal platteland
- Referenties
Bronnen
- Daalhuizen, F. (2004), Nieuwe bedrijven in oude boerderijen, de keuze voor een voormalige boerderij als bedrijfslocatie, Utrecht: Universiteit Utrecht.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
- Berekeningswijze
- Definitie indicator: aantal vrijgekomen boerderijen (agrarische bebouwing) dat wordt hergebruikt door niet-agrarische (bedrijfsmatige) activiteiten (wonen en werken) of is gesloopt.Voor de nulmeting van de monitor Nota Ruimte in 2005 is voor deze indicator gebruik gemaakt van een toen recent uitgevoerd onderzoek naar verstening en functieverandering in het landelijk gebied door Alterra in opdracht van het ministerie van VROM. Een onderdeel van dit onderzoek was de bepaling hoeveel agrarische bebouwing is vrijgekomen door koppeling, voor twee peiljaren, van de bebouwing uit Top10vector met de gegevens van de CBS Landbouwtelling in het GIAB-informatiesysteem van Alterra. Omdat dit onderzoek niet zomaar te herhalen is, mede omdat voor de Top10vector onvoldoende recente gegevens voorhanden zijn, ivoor de actualisering van deze indicator voor de vrijkomende agrarische bebouwing besloten een andere methode te volgen die in principe in de komende jaren relatief gemakkelijk te herhalen c.q. te actualiseren is. Hierbij is de definitie van wat een vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) is nader aangescherpt. Belangrijke veranderingen ten opzichte van de indicator uit de nulmeting zijn:via het Landbouw Economisch Instituut (LEI) is het aantal gestopte boeren op adresniveau per jaar verkregen voor de jaren mei 1999 tot mei 2003; in deze meting is sprake van 4.195 vrijgekomen agrarische bebouwingsadressen voor deze periode.het betreft uitsluitend de vrijgekomen agrarische bebouwingsadressen waar de agrarische functie is vervallen;de gevallen waar afsplitsing, samenvoeging of voortzetting van de agrarische activiteiten plaatsvinden worden dus niet meegenomen;het betreft gestopte boeren die opgenomen zijn geweest in de CBS Landbouwtelling en derhalve minimaal drie NGE betroffen. Gestopte hobbydierbedrijven worden hierbij dus niet meegenomen.
Om te achterhalen wat er op de adressen van de gestopte boeren is gebeurd is voor de jaren 1999 tot en 2003 per adres een koppeling aangebracht met het CBS woningmutatiebestand met daarin gegevens over sloop en (ver)nieuwbouw en met het LISA-bestand met bedrijfsvestigingen en werkzame personen naar SBI. - Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2009). Vrijkomende agrarische bebouwing,-aantal, sloop en hergebruik, 1999 - 2003 (indicator 2020, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.