Water en milieu

Huishoudelijk waterverbruik per inwoner, 1980-2004

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Nederlanders verbruiken minder drinkwater dan een paar jaar geleden. Met name technische aanpassingen en gedragsverandering dragen bij aan de waterbesparing.

  1980 1985 1990 1995 1998 2001* 2004
               
  liter per inwoner per dag      
Bad 12,6 13,1 8,6 9,0 6,7 3.8 2.8
Douche 19,2 21,2 28,2 38,3 39,7 42,4 43.7
Wastafel 7,4 6,9 4,5 4,2 5,1 5,2 5.1
Toiletspoeling 29,0 32,7 34,0 39,0 36,2 39.5 35.8
Wassen hand 2,4 2,4 2,4 2,3 2,1 1,8 1.5
Wasmachine 22,0 21,6 22,7 25,5 23,1 22,8 18.0
Afwassen hand 9,3 10,5 9,4 4,9 3,8 4.1 3.9
Afwasmachine 1,1 1,1 0,8 0,9 1,9 2,8 3.0
Voedselbereiding 4,0 4,0 4,0 2,0 1,7 1,6 1.8
Koffie/thee           1.0 1.0
Water drinken           0.5 0.6
Overig Keukenkraan 2,0 3,0 8,0 8,2 7,7 6.7 6.4
               
Totaal 109,0 116,5 122,6 134,3 128,0 132.2 123.8
               
Bron: NIPO/VEWIN.         MNP/MNC/sept05  


* Berekend conform methodiek 2004

Afname waterverbruik sinds 1995 zet door

In 2004 is het waterverbruik door huishoudens verder afgenomen. De sinds 1995 ingezette afname van het waterverbruik zet dus door. Tussen 1980-1995 nam het waterverbruik nog toe met 23%. De belangrijkste oorzaken zijn de invloed van het beleid om zuiniger om te gaan met water, technologische ontwikkelingen.

Grootste stijgers en dalers in waterverbruik sinds 1995

Een belangrijke daling bij het huishoudelijk verbruik vertoont toiletspoeling veroorzaakt door de toepassing van onder andere waterbesparende spoelbakken in nieuwbouwwoningen en bij grote renovatieprojecten. Door technologische ontwikkeling verbruikt ook de wasmachine minder water. Baden wordt minder populair. De vermindering van het waterverbruik door toepassing van een spaardouchekop wordt meer dan tenietgedaan door de grotere gebruiksfrequentie als gevolg van gedragsverandering. De penetratiegraad van de vaatwasmachine neemt snel toe, maar het aandeel in het totaal huishoudelijk waterverbruik is tamelijk gering.

Toelichting onderzoek

  • De gegevens voor de jaren 1995, 1998, 2001 en 2004 zijn ontleend aan onderzoek van het NIPO, uitgevoerd in opdracht van de VEWIN. Voor dit onderzoek hebben ruim 2 000 huishoudens onder andere frequentie en duur van gebruik van waterverbruikende installaties en apparatuur bijgehouden. Deze gegevens zijn gecombineerd met technische gegevens en informatie over het bezit van installaties en apparatuur. In 2004 is de methodiek uitgebreid met het inventariseren van het drinken van koffie en thee en water. Tevens is er rekening gehouden met daadwerkelijk gebruik van de spoelonderbrekers van de toiletten (70%)

Referenties

  • NIPO/VEWIN (2005). Enquête huishoudelijk waterverbruik 2004. Vereniging van Waterbedrijven in Nederland, Rijswijk.

Relevante informatie

  • Meer informatie over het waterverbruik door consumenten is te vinden bij VEWIN.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2005). Huishoudelijk waterverbruik per inwoner, 1980-2004 (indicator 0037, versie 04 , 5 oktober 2005 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.