Water en milieu

Capaciteit van afvalwaterzuiveringsinstallaties, 1980-2016

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Ruim 99 procent van het afvalwater van huishoudens wordt gezuiverd bij een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Een aantal bedrijven met veel afvalwater zuivert in een eigen (industriële) afvalwaterzuiveringsinstallatie.

Ontwikkelingen bij rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's)

In 2016 werd ruim 99 procent van het afvalwater van de huishoudens gezuiverd bij één van de 327 RWZI's in Nederland. Vrijwel alle bedrijven loosden hun afvalwater via het riool op een RWZI. Een aantal grote industriële bedrijven zuiverde het afvalwater zelf. De capaciteit van RWZI's heeft zich de laatste tien jaar gestabiliseerd rond de 24 miljoen inwonerequivalenten.

Veel technische aanpassingen om zuivering nutriënten te verbeteren

De implementatie van de Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater heeft rond de eeuwwisseling geleid tot grote technische aanpassingen bij de RWZI's. Hierdoor is de zuiveringsprestatie voor nutriënten verbeterd en zijn de emissie en belasting van het oppervlaktewater door vermestende stoffen verminderd.

Biologische defosfatering meest gebruikte methode

De aanpassingen voor defosfatering zijn voor het belangrijkste deel in de jaren negentig doorgevoerd. In 2016 werd op 96 procent van de totale zuiveringscapaciteit het afvalwater gedefosfateerd. Biologische defosfatering is de meest gebruikte methode. Het aandeel RWZI's met biologische fosfaatverwijdering is tussen 1995 en 2016 toegenomen van 10 naar 80 procent (CBS, 2018a). Chemische fosfaatverwijdering wordt daarnaast vaak toegepast ter aanvulling van biologische methoden.

Inhaalrace stikstofverwijdering voltooid

Het aandeel RWZI's waar extra stikstofverwijdering plaatsvindt, is het laatste decennium sterk gestegen. In 2016 wordt op ruim 97 procent van de totale zuiveringscapaciteit extra stikstofverwijdering toegepast. In 1995 was dit nog slechts 11 procent.

Ontwikkelingen bij bedrijfsafvalwaterzuiveringsinstallaties (AWZI's)

De capaciteit van AWZI's is vooral in de jaren tachtig sterk gegroeid. Dit was mede onder invloed van het saneringsprogramma zuurstofbindende stoffen. Voor grote industriële lozers werd het economisch aantrekkelijk om zelf te zuiveren vanwege de daarbij te behalen forse besparingen op de verontreinigingsheffingen. De capaciteit van AWZI's in 2016 bedraagt 13,6 miljoen inwonerequivalenten, iets minder dan in 2015 (CBS, 2018b).

Referenties

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Capaciteit van afvalwaterzuiveringsinstallaties

Omschrijving

Ontwikkeling van de capaciteit van rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's) en afvalwaterzuiveringsinstallaties bij de industrie (AWZI's).

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek

Berekeningswijze

De capaciteitsgegevens worden door de waterkwaliteitsbeheerders en bedrijven aan het CBS verschaft. Informatie over de berekeningswijze van de gegevens is te vinden in de korte onderzoekbeschrijving Zuivering van stedelijk afvalwater (CBS, 2005).

Basistabel

StatLine: Zuivering van stedelijk afvalwater, technische kenmerken installaties (CBS, 2018a)StatLine: Afvalwaterzuivering bij bedrijven; installaties naar effluentbestemming (CBS, 2018b)

Geografisch verdeling

Nederland, deelstroomgebied, landsdeel, provincie

Andere variabelen

Technische kenmerken (mate van defosfatering extra stikstofverwijdering, slibstabilisatie, slibontwatering), procesgegevens (aan- en afvoer van verontreinigingen, rendement, e.d.), afzet zuiveringsslib, energieverbruik en energieopwekking.

Verschijningsfrequentie

Jaarlijks

Achtergrondliteratuur

Zie de berekeningswijze

Betrouwbaarheidscodering

A

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2018). Capaciteit van afvalwaterzuiveringsinstallaties, 1980-2016 (indicator 0044, versie 19 , 7 mei 2018 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.