CO2-emissie per voertuigkilometer van nieuwe personenauto's, 1998-2007

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De gemiddelde nieuwe personenauto in Nederland is in de afgelopen jaren slechts beperkt zuiniger geworden. Hierdoor wordt mogelijk niet tijdig voldaan aan de Europese doelstelling voor het terugdringen van de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's.

CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's daalt relatief langzaam

De gemiddelde nieuwe personenauto die in de afgelopen jaren in de EU is verkocht, is slechts beperkt zuiniger geworden. De gemiddelde CO2-uitstoot per kilometer - die rechtstreeks afhankelijk is van het brandstofverbruik - is hierdoor ook maar beperkt afgenomen. Op basis van de trend van de afgelopen jaren lijkt de doelstelling voor de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's, een gemiddelde uitstoot van 140 gram CO2 per kilometer (g CO2/km) in 2008 niet gehaald te worden. Uit cijfers van T&E (2008) blijkt dat de gemiddelde CO2-uitstoot in 2007 in de EU 158 g/km bedroeg. De gemiddelde personenauto is hiermee nauwelijks zuiniger geworden ten opzichte van 2006, toen die CO2-uitstoot 160 g/km bedroeg.

In Nederland is in de afgelopen jaren eveneens sprake van een dalende trend in de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's, maar deze trend blijft enigszins achter bij de Europese ontwikkeling. Uit verkoopgegevens van de RDW blijkt dat de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's in Nederland in 2007 circa 164 g/km bedroeg. Dit is een lichte afname ten opzichte van 2006, toen de gemiddelde CO2-uitstoot van de Nederlandse nieuwverkopen 166 g/km bedroeg.

De CO2-emissiewaarden hebben betrekking op de CO2-uitstoot die gemeten is tijdens de Europese typekeuring van personenauto's. In de praktijk liggen zowel het brandstofverbruik als de CO2-emissies iets hoger, bijvoorbeeld door een minder zuinige rijstijl en/of een hoger gewicht van het voertuig (door extra inzittenden en/of bagage) dan tijdens de typekeuring.

Trend naar grotere en zwaardere voertuigen zet door

De relatief beperkte afname van het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's kan deels verklaard worden door een toename van het gewicht en het motorvermogen, die het brandstofverbruik - en daarmee de CO2-uitstoot - verhogen. Het gemiddelde gewicht van een nieuwe personenauto is in Nederland de afgelopen tien jaar bijvoorbeeld met circa 12% toegenomen, terwijl het gemiddelde vermogen in dezelfde periode met 22% is toegenomen. Een deel van de door de auto-industrie behaalde 'technische winst', bijvoorbeeld door de ontwikkeling van zuinigere motoren of verbeteringen van de aerodynamica van de auto's, is hierdoor teniet gedaan.

De toename van het gemiddelde gewicht en vermogen van nieuwe personenauto's wordt deels veroorzaakt door de toegenomen verkoop van grotere autotypen (MuConsult, 2006). Het gemiddelde gewicht en vermogen van auto's binnen de verschillende grootteklassen neemt echter ook toe. Dit is onder meer het gevolg van de steeds uitgebreidere toepassing van technologieën als airbags in nieuwe personenauto's. Maar ook de concurrentie tussen autofabrikanten en de behoefte van veel consumenten aan meer prestaties en comfort dragen er aan bij dat nieuwe auto's op dit vlak steeds meer te bieden hebben.

Doelstellingen CO2-uitstoot nieuwe personenauto's

Doelstelling van de EU is om de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's in 2012 terug te dringen tot 120 g/km. Om dit doel te bereiken heeft de Europese Commissie in 1998 en 1999 convenanten gesloten met de koepelorganisaties van de Europese (ACEA), Japanse (JAMA) en Koreaanse (KAMA) autofabrikanten. In deze convenanten heeft de auto-industrie zichzelf ten doel gesteld om de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's terug te brengen tot 140 g/km in 2008 (ACEA) en 2009 (JAMA en KAMA). Dit zou een afname betekenen van circa 25% ten opzichte van het niveau van 1995. Gezamenlijk vertegenwoordigen de drie koepelorganisaties meer dan 95% van de Europese markt voor personenauto's.

Europese Commissie komt met voorstel voor normering CO2-uitstoot

De doelstelling van 140 g/km is geen resultaatverplichting. Wel heeft de Europese Commissie bij het sluiten van de convenanten aangegeven met regelgeving te komen indien de doelen niet tijdig gehaald (dreigen te) worden. De beperkte vooruitgang die in de afgelopen jaren is geboekt, brengt het bereiken van de Europese doelstelling voor 2012 in gevaar. De Europese Commissie heeft daarom eind 2007 een voorstel gepubliceerd voor normering van de CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's. Volgens dit voorstel moet iedere fabrikant (of groep van fabrikanten) ervoor zorg dragen dat de gemiddelde CO2-uitstoot van zijn nieuwverkopen vanaf 2012 niet hoger ligt dan zijn specifieke doelstelling. Deze doelstelling is afhankelijk van het gemiddelde gewicht van zijn nieuwverkopen, maar bedraagt gemiddeld over alle fabrikanten 130 g CO2/km. Over het voorstel wordt nog onderhandeld binnen de EU.

De resterende reductie van 10 g CO2/km die nodig is om de doelstelling van 120 g/km te halen, moet met aanvullende technologische maatregelen gerealiseerd worden. De Europese Commissie noemt daarvoor onder meer het gebruik van efficiëntere klimaatsystemen (airco's), vermindering van de rolweerstand van banden en de uitrusting van nieuwe auto's met controlesystemen voor de bandenspanning (Europese Commissie, 2007).

Nederland intensiveert beleid om verkoop zuinige auto's te bevorderen

De convenanten tussen de EU en de auto-industrie vormen één van de drie pijlers van het Europese beleid om de CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's terug te dringen. De andere twee pijlers zijn het fiscaal stimuleren van de verkoop van zuinige auto's en het beter informeren van de consument over het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van nieuwe auto's via labels in de showroom. Deze laatste pijler heeft geleid tot de ontwikkeling van het Nederlandse energielabel voor personenauto's. De tweede pijler is in Nederland ingevoerd via de bonus/malus regeling op de aanschafbelasting (BPM) die gekoppeld is aan de energielabels.


Het Nederlandse beleid om de verkopen van zuinige auto's te bevorderen en van onzuinige auto's te ontmoedigen is in 2008 geïntensiveerd. De bonus- en malusbedragen in de BPM-differentiatie zijn bijvoorbeeld verhoogd. Daarnaast is een additionele BPM-toeslag ingevoerd voor relatief onzuinige auto's en zijn de MRB en de fiscale bijtelling voor zeer zuinige auto's verlaagd.

De intensivering van het Nederlandse beleid lijkt effect te sorteren. Uit voorlopige verkoopcijfers voor de eerste helft van 2008 blijkt dat de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's in deze periode circa 4% lager lag dan in de eerste helft van 2007 (159 g/km vs. 166 g/km). In tegenstelling tot de trend in voorgaande jaren zijn ook het gemiddelde gewicht en vermogen van de nieuwverkopen licht gedaald. Dit heeft bijgedragen aan de relatief sterke afname van de CO2-uitstoot. Overigens zullen ook de sterk gestegen brandstofprijzen hieraan bijgedragen hebben.

Het Nederlandse kabinet heeft in het Belastingplan 2009 (Financiën, 2008) ten slotte een verdere intensivering aangekondigd van het CO2-beleid voor personenauto's. De MRB voor zeer zuinige auto's moet volgens het plan nogmaals gehalveerd worden en er moet in de fiscale bijtelling een derde categorie geïntroduceerd worden van relatief zuinige auto's. De komende jaren moet de grondslag van de aanschafbelasting voor personenauto's bovendien gewijzigd worden van catalogusprijs naar CO2-uitstoot. Nederland zou daarmee het eerste land in de EU worden dat de aanschafbelasting van personenauto's volledig baseert op de CO2-uitstoot.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). CO2-emissie per voertuigkilometer van nieuwe personenauto's, 1998-2007 (indicator 0134, versie 07,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.