CO2-emissie per voertuigkilometer van nieuwe personenauto's, 1998-2014

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De verkopen van zuinige personenauto's met een lage CO2-uitstoot zijn sinds 2008 sterk toegenomen in Nederland. De gemiddelde CO2-uitstoot per gereden kilometer van nieuwe auto's is hierdoor sterk gedaald. Door de vergroening van de autobelastingen was Nederland in 2013 en 2014 koploper in Europa in de verkoop van zuinige auto's.

Daling van CO2-uitstoot nieuwe personenauto's in Nederland zwakt af

Nieuwe auto's zijn de afgelopen jaren steeds zuiniger geworden en stoten als gevolg daarvan steeds minder CO2 uit. De CO2-uitstoot van de nieuwe personenauto's die in 2014 zijn verkocht in Nederland bedroeg gemiddeld 107 gram per kilometer (g/km). In 2012 en 2013 lag de gemiddelde uitstoot nog op respectievelijk 119 g/km en 109 g/km. In bovenstaande figuur is de gemiddelde CO2-uitstoot weergegeven van de nieuwe auto's die sinds 1998 zijn verkocht in Nederland en in de EU als geheel. Tussen 1998 en 2007 nam de CO2-uitstoot van nieuwe auto's in Nederland jaarlijks gemiddeld met ongeveer een procent af. Tussen 2007 en 2013 was sprake van een trendbreuk: de gemiddelde uitstoot daalde met bijna zeven procent per jaar. In 2014 bedroeg de daling slechts twee procent. Dit kwam onder meer doordat er in 2014 minder semi-elektrische auto's zijn verkocht dan in 2013 als gevolg van aanpassingen in de fiscale bijtelling.

De sterke afname van de CO2-uitstoot van nieuwe auto's in de afgelopen jaren in Nederland komt voort uit een toename van zowel het aanbod als de vraag naar zuinige auto's. Onder invloed van Europese regelgeving heeft de auto-industrie de afgelopen jaren steeds meer zuinige automodellen op de markt gebracht met een lage CO2-uitstoot. De vraag naar zuinige auto's is ook sterk toegenomen door de 'vergroening' van de Nederlandse autobelastingen.

Nederland koploper in EU in verkoop van zuinige auto's

Het toegenomen aanbod van zuinige automodellen heeft ook in andere landen in Europa tot een daling geleid van de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe auto's. Uit cijfers van het Europees Milieu Agentschap blijkt dat de CO2-uitstoot van alle nieuwe auto's die in 2014 in de EU zijn verkocht gemiddeld 123 g/km bedroeg versus 127 g/km in 2013 (EEA, 2015).

In Nederland is de CO2-uitstoot van nieuwe auto's tussen 2007 en 2013 echter sneller gedaald dan gemiddeld in de EU, zo blijkt uit de figuur. Tot 2009 zat Nederland nog boven het Europese gemiddelde. Onder invloed van de vergroening van de autobelastingen heeft de afgelopen jaren echter een inhaalslag plaatsgevonden. In 2013 en 2014 was Nederland koploper in de EU wat betreft de verkoop van zuinige auto's: nergens anders lag de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe auto's zo laag als in Nederland.

Europese norm voor CO2-uitstoot nieuwe auto's in 2013 al gehaald

Door de snelle daling van de CO2-uitstoot van nieuwe auto's in de EU is de Europese norm van 130 g/km die vanaf 2015 geldt al in 2013 gehaald. Nederland voldoet al sinds 2011 aan deze norm. In 2014 is in de EU overeenstemming bereikt over aanscherping van de CO2-norm voor nieuwe auto's naar 95 g/km in 2021. In de jaren daarvoor moet een steeds groter deel van de nieuwe auto's al aan deze norm voldoen.
De Europese CO2-normen voor nieuwe auto's zijn onderdeel van de Europese strategie om de CO2-uitstoot van personenauto's terug te dringen. De CO2-normen moeten ertoe leiden dat er steeds meer zuinige auto's in het Europese wagenpark stromen, waardoor de CO2-uitstoot van het wagenpark ook zal dalen. Naast de CO2-normen heeft de EU ook regels vastgesteld die grenzen stellen aan de rolweerstand van banden en die de toepassing verplichten van schakelindicatoren en van controlesystemen voor de bandenspanning in nieuwe auto's. Ook geldt al langere tijd de verplichting om alle nieuwe auto's in de showroom te voorzien van een label waarop het brandstofverbruik van de auto is weergegeven. Dit heeft in Nederland geleid tot de introductie van het energielabel voor personenauto's.

Vergroening autobelastingen in Nederland succesvol

De afname van de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe auto's in Nederland is mede het gevolg van de 'vergroening' van de Nederlandse autobelastingen. Sinds 2006 zijn de autobelastingen steeds sterker afhankelijk geworden van de CO2-uitstoot van de auto. Zo is de hoogte van de aanschafbelasting (de bpm; Belasting van Personenauto's en Motorrijwielen) sinds 2006 in een aantal stappen aangepast naar een steeds meer CO2-afhankelijke belasting. Sinds 2013 is de bpm volledig afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto: hoe hoger de uitstoot, hoe hoger de bpm. Vóór 2006 was de BPM afhankelijk van de catalogusprijs van de auto en was de prikkel om een zuinige auto te kopen dus een stuk kleiner. Ook de fiscale bijtelling voor zakenauto's die voor privédoeleinden worden gebruikt is sinds 2008 afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto. Voor zuinige auto's met lage CO2-uitstoot geldt een lager tarief dan voor onzuinige auto's.

De vergroening van de autobelastingen is succesvol: er zijn hierdoor in de afgelopen jaren steeds meer zuinige auto's verkocht met lage CO2-uitstoot. De gemiddelde nieuwe privéauto was door de vergroening van de bpm 5 procent zuiniger dan zonder dit beleid het geval was geweest (PBL, 2014). Ook de vergroening van de bijtelling is effectief: de hoogte van de bijtelling is één van de belangrijkste factoren bij de aanschaf van een nieuwe zakenauto (VNA et al., 2013). Hierdoor ligt de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe auto's in Nederland inmiddels ver onder het Europese gemiddelde.

CO2-uitstoot in de praktijk hoger dan de testwaarden

De CO2-emissiewaarden zijn bepaald tijdens de Europese typegoedkeuring van de auto's. Alle nieuwe autotypen die voor het eerst op de Europese markt worden geïntroduceerd, moeten eerst worden gekeurd om te controleren of ze voldoen aan de Europese regels op het gebied van veiligheid en milieu. Tijdens deze typekeuring wordt met de auto een gestandaardiseerde testrit gereden op basis waarvan het gemiddelde brandstofverbruik en de gemiddelde CO2-uitstoot per kilometer worden bepaald. De Europese CO2-normering en de figuur hierboven zijn beiden gebaseerd op de resultaten van deze testprocedure. In de praktijk ligt het brandstofverbruik en daarmee ook de CO2-uitstoot van de auto's gemiddeld hoger, bijvoorbeeld omdat het gewicht van de auto in de praktijk hoger is dan gedurende de test. De testrit is bovendien relatief tam: er wordt weinig met hoge snelheden gereden, de variatie in rijsnelheden is gering en er wordt rustig opgetrokken en afgeremd. In de praktijk is sprake van een grote variatie in rijgedrag, maar gemiddeld genomen geeft de huidige testrit een onderschatting van het praktijkverbruik (PBL & PRC, 2014).

De afgelopen jaren is het verschil in brandstofverbruik en CO2-uitstoot tussen test en praktijk bovendien toegenomen (TNO, 2014 & ICCT, 2013). De CO2-uitstoot van nieuwe auto's is volgens de testwaarden snel gedaald, zoals blijkt uit de figuur hierboven, maar in de praktijk was de afname van de CO2-uitstoot per kilometer maar ongeveer half zo groot. Dit komt omdat autofabrikanten energiebesparende technologie toepassen die tijdens de test tot een grotere besparing leidt dan in de praktijk. Ook zijn steeds meer nieuwe auto's uitgerust met airco's en navigatiesystemen, die in de praktijk het brandstofverbruik verhogen maar in de test uit blijven staan. Ten slotte zijn autofabrikanten meer dan voorheen gebruik gaan maken van de marges in de Europese testprocedure om hun testwaarden zoveel mogelijk terug te dringen.

Momenteel wordt in internationaal verband gewerkt aan een wereldwijd geharmoniseerde testprocedure die beter moet aansluiten bij de dagelijkse praktijk. Deze nieuwe testprocedure zou vanaf 2017 moeten worden toegepast en zou het verschil tussen test en praktijk met een kwart moeten terugbrengen (IenM, 2013).

De CO2-emissiewaarden zijn gemiddelde waarden per voertuigkilometer. Voor de totale uitstoot van CO2 is ook relevant hoeveel kilometer er met de auto's wordt gereden. Zo is over de periode 1998-2014 het personenautogebruik in Nederland met 15 procent toegenomen. Een lagere uitstoot per kilometer leidt dus niet automatisch tot een daling van de totale CO2-uitstoot.

Verkoop semi-elektrische auto's gevoelig voor fiscale bijtelling

De verkopen van nieuwe semi-elektrische auto's, met zowel een verbrandingsmotor als een elektromotor die via het stopcontact kan worden opgeladen, namen toe van 12 auto's in 2011 tot ruim 19 duizend in 2013, maar daalden in 2014 naar 12 duizend. Het marktaandeel van semi-elektrische auto's in de totale verkopen van nieuwe auto's vertoont dezelfde dynamiek (figuur 2). De dynamiek lijkt sterk te zijn gestuurd door de fiscale bijtellingsregels. In 2012 en 2013 gold namelijk voor auto's met een CO2-uitstoot van maximaal 50 g/km - waar de meeste semi-elektrische auto's toe behoren - een nihiltarief (0%) in de fiscale bijtelling. Per 2014 is de bijtelling voor semi-elektrische auto's verhoogd naar 7%. Hierdoor is de fiscale prikkel om een semi-elektrische auto te kopen kleiner geworden. Deze aanpassing van de regelgeving leidde eind 2013 tot een piek in de verkopen van (semi-)elektrische auto's. Ook in de nieuwe regelgeving blijft er overigens nog een fiscaal voordeel voor semi-elektrische auto's: de bijtelling voor auto's met een CO2-uitstoot hoger dan 50 g/km varieert tussen 14 en 25 procent.


De verkoop van volledig elektrisch aangedreven auto's (zonder verbrandingsmotor) blijft wel toenemen, al zijn de verkoopaantallen duidelijk lager dan die van semi-elektrische auto's. In 2011 werden ruim 300 elektrische auto's verkocht; in 2014 waren dit er 3500. Voor het eerst zijn er in 2014 ook twee auto's verkocht die op waterstof rijden. Gezamenlijk hadden (semi-)elektrische auto's in 2013 en 2014 een aandeel in de verkoop van nieuwe auto's in Nederland van respectievelijk 5,3% en 4,0% (figuur 2). Wereldwijd had alleen Noorwegen een hoger marktaandeel (semi-)elektrische auto's in de nieuwverkopen (ICCT, 2014a; 2014b).
Naast de gunstige fiscale bijtelling golden voor auto's met een CO2-uitstoot van maximaal 50 g/km nog enkele voordelen wat de snelle toename van de nieuwverkopen in de afgelopen jaren verklaart. Deze auto's zijn sinds 2012 vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting (MRB) en BPM. Voor ondernemers golden daarnaast aanvullende fiscale voordelen. Vanaf 2014 is de bijtelling voor elektrische auto's verhoogd naar 4% en zoals hiervoor vermeld naar 7% voor semi-elektrische auto's.
Omdat de CO2-emissiewaarden alleen betrekking hebben op de uitlaatemissies, hebben elektrische auto's een uitstoot van nul. Ook de CO2-uitstoot van semi-elektrische auto's ligt aanzienlijk lager dan die van vergelijkbare benzine- of dieselauto's. De CO2-uitstoot van semi-elektrische auto's wordt bepaald tijdens de Europese typegoedkeuring als het gewogen gemiddelde van twee testritten: één met volle accu's en één met lege accu's. Hoe hoger de elektrische actieradius van de auto, hoe sterker het testresultaat met volle accu's meeweegt. Hierdoor is de CO2-uitstoot van semi-elektrische auto's op papier erg laag. In de praktijk is de uitstoot afhankelijk van het laadgedrag van de bestuurder. Uit het onderzoek van TNO (2014) blijkt dat de CO2-uitstoot op dit moment in de praktijk aanzienlijk hoger ligt dan in de test: de uitstoot van semi-elektrische auto's ligt in de praktijk op ongeveer 110 g/km, terwijl de auto's volgens de testwaarden minder dan 50 g/km uitstoten.
Door de snelle groei van de verkoop van (semi-)elektrische auto's in 2013 waren er begin 2014 in Nederland circa 30 duizend elektrische voertuigen op de weg.

Nieuwe aanpassingen van Nederlandse autobelastingen

De vergroening van de Nederlandse autobelastingen heeft weliswaar tot een sterke groei geleid van de verkoop van zuinige auto's, maar de keerzijde daarvan is dat de overheidsinkomsten uit de autobelastingen sterk zijn gedaald. Steeds meer nieuwe auto's waren de afgelopen jaren namelijk vrijgesteld van belastingen. Vooral de bpm-inkomsten zijn hard teruggelopen: van 3,6 miljard euro in 2007 tot 1,3 miljard euro in 2014. Die daling is grotendeels toe te schrijven aan de vergroening van de autobelastingen. De Rekenkamer (2014) heeft becijferd dat de totale derving van belastinginkomsten in de periode 2007-2013 door de vergroening van de autobelastingen ongeveer 5 miljard euro bedraagt. Het beleid was relatief duur: het kabinet had met dit geld waarschijnlijk meer CO2-uitstoot kunnen besparen als het anders was besteed.
In de Autobrief 2.0 heeft het kabinet de plannen bekend gemaakt voor de autobelastingen in de periode 2017-2020 (Financiën, 2015). In die plannen blijven nulemissieauto's profiteren van een lage bijtelling van 4 procent. Ook blijft voor deze auto's een vrijstelling gelden van de bpm en de mrb. De fiscale voordelen voor semi-elektrische auto's worden stapsgewijs afgebouwd. Het beleid voor de reguliere auto's wordt doorgaans licht aangepast.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
CO2-emissie per voertuigkilometer van nieuwe personenauto's
Omschrijving
CO2-emissie per voertuigkilometer van nieuwe personenauto's in gram per kilometer, Nederland en Europa.
De CO2-emissiewaarden hebben betrekking op de CO2-uitstoot die gemeten is tijdens de Europese typekeuring van nieuwe personenauto's
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving
Berekeningswijze
Gegevens afkomstig van RDW (geen open data) en EEA
Basistabel
-
Geografische verdeling
Nederland en Europa
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
T&E (2011) How clean are Europe's Cars? An analysis of carmaker progress towards EU CO2 targets in 2010. September 2011. European Federation for Transport and Environment, Brussel.
Betrouwbaarheidscodering
Gegevens afkomstig van RDW

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). CO2-emissie per voertuigkilometer van nieuwe personenauto's, 1998-2014 (indicator 0134, versie 12,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.