Stikstofdepositie, 1990-2022

De depositie van stikstof bedroeg in 2022, gemiddeld over Nederland 1.375 mol stikstof per ha (mol N/ha). De stikstofdepositie is met circa 49 procent afgenomen sinds 1990. Vanaf 2010 is de daling gestagneerd omdat met name de ammoniakdepositie in de periode 2010-2020 licht is toegenomen. De daling in de depositie van stikstofoxiden is wel verder doorgezet. De totale stikstofdepositie vanaf 2010 is daarmee licht gedaald. 

Trend

De landelijk gemiddelde stikstofdepositie bedroeg in 1990 nog ruim 2.700 mol N/ha. De stikstofdepositie daalde tot niveaus rond de 1.500 mol N/ha in 2010. Sindsdien is de stikstofdepositie licht gedaald. Dit komt doordat de depositie van gereduceerd stikstof sinds 2010 na een periode van lichte stijging, sinds 2020 weer wat is gedaald. De depositie van stikstofoxides is in de periode 2010-2022 nog wel gedaald. Door meteorologische omstandigheden kunnen van jaar tot jaar variaties in de depositie optreden in de orde van grootte van 10%.

De daling in stikstofdepositie over de periode 1990 tot 2022 is het gevolg van lagere emissies van zowel stikstofoxiden als van ammoniak (zie indicator emissies).
De emissie van stikstofoxiden in Nederland daalde sinds 1990 met 72%. Deze daling is het resultaat van maatregelen bij het verkeer (o.a. invoering katalysator), bij de industrie en in de energiesector.

  • De NH3 emissie in Nederland is sinds 1990 met 65% gedaald. Deze emissiedaling is het gevolg van maatregelen zoals veranderde voersamenstelling, het gebruik van emissiearme stallen, het afdekken van mestsilo’s en het direct onderwerken van mest bij de aanwending.
  • Bovendien zijn de buitenlandse emissies van ammoniak en vooral stikstofoxiden in dezelfde periode afgenomen.
  • De stagnatie van de daling sinds 2010 en de daarop volgende lichte stijging in ammoniakdepositie tot 2020 zijn vooral toe te schrijven aan hogere ammoniakuitstoot tussen 2013 en 2017 door uitbreiding van de melkveestapel als gevolg van de afschaffing van het melkquotum. Daarnaast wordt er steeds minder ammoniak omgezet naar ammoniumaerosol. Hierdoor blijft er meer ammoniak in de lucht die droog deponeert.

Voor verschillende ecosystemen is de depositie hoger dan de kritische niveaus voor een goede natuurkwaliteit. De mate van overschrijding van de kritische depositiewaarden is te vinden onder Overschrijding kritische depositiewaarden voor stikstof op natuur en Kwaliteit en trend stikstofbeschikbaarheid ecosystemen.
 

Landelijk beeld in 2022

Regionaal komen grote verschillen voor in de stikstofdepositie. In met name de Gelderse Vallei en de Peel komen deposities voor van meer dan 3.500 mol N/ha per jaar. Dat komt door de hoge lokale ammoniakuitstoot van de intensieve veehouderij. Ammoniak (NH3) komt op lage hoogtes vrij en deponeert relatief snel. Deze combinatie zorgt ervoor dat er meer ammoniak dichtbij de bron neerkomt dan bijvoorbeeld stikstofoxiden. Dit betekent overigens niet dat ammoniak voornamelijk lokaal deponeert, in tegendeel, het merendeel van het ammoniak deponeert over een groter oppervlak tientallen tot enkele honderden kilometers van de bron. Daarbij is vooral de ruwheid van het terrein belangrijk. Een hogere ruwheid (bijv. een bos of een stad) vangt meer stikstof af dan een glad terrein. 

Ruim 65% van de depositie is afkomstig uit Nederlandse bronnen. De Nederlandse landbouw levert met ca. 46% de grootste bijdrage aan de stikstofdepositie in Nederland. Zie ook Herkomst vermestende depositie.
 

Bronnen

RIVM, 2022. Auteurs: Hoogerbrugge, R., Geilenkirchen, G.P., Hazelhorst, S., den Hollander, H.A., Huitema, M., Marra, W., Siteur, K.,  de Vries, W.J. & Wichink Kruit, R.J. Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland. Rapportage 2022. Rapport 2022-0059, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Stikstofdepositie

Omschrijving

Stikstofdepositie in Nederland per 1 x 1 km.

Verantwoordelijk instituut

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

Berekeningswijze

Voor de periodes 1990 - 2004 (OPSv433) en 2005 - 2021 (OPSv501) zijn herberekeningen uitgevoerd met een vaste modelversie en een consistente emissiereeks. Voor beide periodes is een kalibratie aan de hand van metingen uitgevoerd. Voor de reeks 2005-2021 worden naast LML metingen ook MAN-metingen gebruikt. Door het grote aantal metingen is vanaf 2005 een ruimtelijke kalibratie van de droge NHx depositie toegepast. 

Basistabel

Gegevens Luchtkwaliteit portaal (GELUK) van het Centrum voor Milieumonitoring van het RIVM

Geografische verdeling

De kaart en de trend zijn gebaseerd op de uitkomsten van de meest recente GCN-berekeningen.

Andere variabelen

Zuurdepositie

Verschijningsfrequentie

Jaarlijks

Achtergrondliteratuur

Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland. Rapportage 2022. (RIVM, 2022; zie bij 'Referenties').

Opmerking

De rekenmethodiek is gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten.

Betrouwbaarheidscodering

Kaart: C (Schatting met modelberekeningen, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd). Trend 1990-2021: C (Schatting met modelberekeningen, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd).

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
20
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Stikstofdepositie, 1990-2022 (indicator 0189, versie 20,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.