Stroomdiagram energie voor Nederland, 2007

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Het grootste deel van de energiedragers ruwe aardolie en aardolieproducten wordt ingevoerd. Het meeste van het aardgas dat wordt verbruikt komt uit Nederlandse bodem.

Het stroomschema energie geeft een grafische voorstelling van de aanvoer (winning, invoer en voorraadontrekking), de uitvoer (uitvoer en bunkers) en het verbruik van de energiedragers aardolie, aardgas, steenkool, elektriciteit en overige energiedragers.
De indicator 'Aanbod en verbruik van energiedragers in Nederland, 2015' geeft de energiedragerbalans in tabelvorm.

Aanvoer van energiedragers

De aanvoer van energie gebeurt door winning, invoer en voorraadontrekking van energiedragers. In ons land wordt vooral aardgas gewonnen. De invoer van energiedragers betreft vooral ruwe aardolie, aardolieproducten, aardgas en steenkool.

Onttrekking van energiedragers

Het totale energieverbruik in Nederland (de som van de zwarte blokjes) is 3 348 PJ. Het binnenlands verbruik omvat slechts eenderde deel van de totale toevoer. De gewonnen en ingevoerde energiedragers, worden niet geheel in Nederland verbruikt. Er is een belangrijke doorvoer van ruwe aardolie en aardolieproducten.

Bunkers

Bunkers worden niet tot het Nederlandse energieverbruik gerekend. Het betreft de levering van brandstof aan schepen en vliegtuigen op Nederlands grondgebied, bestemd voor eigen voortstuwing in het grensoverschrijdend verkeer naar het buitenland.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer informatie over winning, verbruik, invoer en uitvoer van energiedragers in Nederland is te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Stroomdiagram energie voor Nederland.
Omschrijving
Nederlandse energiebalans weergegeven als vereenvoudigd stroomdiagram. In het diagram zijn de energiestromen getekend voor de energiebalansposten winning, onttrekking uit voorraden, invoer, verbruik, uitvoer en bunkers voor elk van de energiedragers.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek.
Berekeningswijze
Berekening op basis van enkele maand- en kwartaalenquêtes van het CBS en registraties van diverse instellingen als Tennet, Gasunie en EnergieNed. Het artikel Nederlandse energiehuishouding (NEH) (CBS, 2007) geeft een korte beschrijving van de onderzoeksmethode.
De berekening van het verbruik van aardolie en aardolieproducten in 2007 is iets gewijzigd in vergelijking met de jaren ervoor. Door enkele definitiewijzigingen kan het verbruik van aardolie en aardolieproducten in 2007 niet worden vergeleken met dat voor 2006, en kan een groei in het verbruik tussen beide jaren niet direct uit de tabel worden berekend. Er is sprake van een trendbreuk op de volgende twee onderdelen (zie ook CBS, 2008b): - Volgens de definities van het Internationale Energie Agentschap en Eurostat behoort het brandstofverbruik van de zeevisserij tot het binnenlandse verbruik en niet tot de internationale marine bunkers. Doordat met ingang van verslagjaar 2007 deze definitie is gevolgd, wordt het binnenlands verbruik met 13 PJ verhoogd en de bunkers met hetzelfde bedrag verlaagd.
- Met ingang van het verslagjaar 2007 wordt een aantal aardolieproducten uit de petrochemische industrie als chemisch geclassificeerd, terwijl deze voorheen gedeeltelijk als energieproducten werden beschouwd. Het betreft een deel van de nafta's, aromaten en vloeibare gassen (de zogenaamde chemical grade) en nog enkele andere producten die niet behoren tot de Gemeenschappelijke Nomenclatuur (EU classificatie). Doordat deze chemische producten niet tot de energiebalans worden gerekend stijgt het energieverbruik in de petrochemische industrie met circa 81 PJ.
De reële toename in het verbruik van aardolie en aardolieproducten tussen 2006 en 2007 bedraagt 37 PJ, dus circa 3 procent (1352-1221-13-81=37).
Vergelijkbaar hiermee kan ook een reële toename in het totale energieverbruik voor 2007 worden berekend. Deze bedraagt 3348-3233-13-81=21 PJ, of wel 0,7 procent.
Meer informatie over de achtergronden van de trendbreuk en de verschillen in de berekeningsmethode geeft het artikel Trendbreuk in uitkomsten Energiebalans verslagjaar 2007 (CBS, 2008b).
Basistabel
StatLine: Energiebalans; kerncijfers (CBS, 2008a).
Geografische verdeling
Nederland.
Andere variabelen
Er zijn gegevens per energiedrager en economische sector voor een groot aantal energiebalansposten (zoals winning, invoer, verbruik, verbruikssaldo energiebedrijven, verbruikssaldo energieafnemers, uitvoer, bunkers).
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks.
Betrouwbaarheidscodering
B (schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is).

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
24
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
23
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
14
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Stroomdiagram energie voor Nederland, 2007 (indicator 0201, versie 09,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.