Opbrengsten van groene belastingen, 1987-2011
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Tussen 2006 en 2011 liggen de opbrengsten van groene belastingen op circa 19 miljard euro. In 2011 dragen de groene belastingen bijna 14 procent bij aan de totale belastingopbrengst voor de Nederlandse overheid. De opbrengsten uit groene belastingen zijn sinds het einde van de jaren tachtig ruim verdubbeld.
Algemene ontwikkelingen
De voor inflatie gecorrigeerde opbrengsten uit groene belastingen zijn tussen 1987 en 2011 ruim verdubbeld. Onder andere door verminderde inkomsten uit de belasting op personenauto's en motorrijwielen (BPM) treedt er sinds 2006 een stagnatie op in de groei. In de periode 2006-2011 bedragen de opbrengsten van groene belastingen circa 19 miljard euro.
Het aandeel van de groene belastingen in de totale belastingopbrengst van de Nederlandse overheid is toegenomen van 9,3 procent in 1987 tot bijna 14 procent in 2011. De grootste toename vond plaats tussen 1991 en 1996. Sindsdien schommelt het aandeel rond de 13,5 procent.
Accijns op benzine en overige minerale oliën
In 2011 komt 40 procent van de opbrengst van groene belastingen uit de accijns op benzine en overige minerale oliën. Deze accijns is daarmee de grootste inkomstenpost binnen de groene belastingen. De opbrengsten uit de accijns op benzine en overige minerale oliën zijn in 2011 een weinig lager dan in 2010.
Motorrijtuigenbelasting
Ongeveer een kwart van de inkomsten uit groene belastingen is in 2011 afkomstig uit de motorrijtuigenbelasting. Alle eigenaren van een personenauto, bestelauto, motor of vrachtauto moeten per kwartaal (of jaarlijks) motorrijtuigenbelasting betalen. Het tarief is onder andere afhankelijk van het type verbrandingsmotor. Als onderdeel van een belastingplan voor mobiliteit (Ministerie van Financiën, 2008) veranderde de overheid de regelingen omtrent de motorrijtuigenbelasting en de BPM. Energiezuinige auto's als hybride auto's zijn de laatste jaren vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting. De vrijstelling voor zuinige auto's wordt vanaf 2014 ingeperkt, en vervalt vanaf 2015.
Belasting op personenauto's en motorrijtuigen (BPM)
In 2011 is ongeveer tien procent van de inkomsten uit groene belastingen afkomstig uit de BPM. Wanneer een auto voor het eerst wordt geregistreerd moet men BPM betalen.
De inkomsten uit de BPM dalen sinds 2007. In 2009 stelde de overheid een verlaagd belasting tarief in voor de aankoop van energiezuinige nieuwe personenauto's en particuliere bestelauto's (Ministerie van Financiën, 2008). De opbrengst van de BPM is in 2011 gedaald ten opzichte van 2010, dit komt voornamelijk door de toename in populariteit van auto's die zijn vrijgesteld van BPM. Het project kilometerbeprijzing is inmiddels stopgezet (Ministerie I en M, 2011). Vanaf 2013 wordt de BPM gekoppeld aan absolute CO2 uitstoot.
Wat zijn groene belastingen?
Onder groene belastingen (ook wel milieubelastingen genaamd) vallen:
- de belastingen op een milieugrondslag (grondwaterbelasting, belasting op leidingwater, afvalstoffenbelasting, verbruiksbelasting op brandstoffen, energiebelasting, vliegbelasting en verpakkingenbelasting)
- de accijns op benzine en overige minerale oliën
- de belastingen op voertuigen (motorrijtuigenbelasting en belasting op personenauto's en motorrijwielen)
- de mestoverschotheffing Rijk (ook wel mineralenheffing genoemd)
Onder groene belastingen worden dus niet alleen de belastingen op een milieugrondslag verstaan. Deze zijn ingevoerd met als primair doel een bijdrage te leveren aan het bereiken van milieudoelstellingen. Ook andere belastingen, zoals de belastingen op voertuigen en de accijns op benzine en overige minerale oliën, hebben invloed op activiteiten met een milieueffect, zoals het wegvervoer. Deze belastingen vallen daardoor ook onder het begrip groene belastingen.
De opbrengst van groene belastingen gaat naar de algemene middelen van de overheid en wordt dus niet speciaal gebruikt voor de financiering van milieumaatregelen. Dit in tegenstelling tot de opbrengst van milieuheffingen, die een specifieke milieubestemming heeft.
Vergroening van het belastingstelsel
Eén van de doelstellingen van de Belastingherziening 2001 was een vergroening van het belastingstelsel om zo een duurzame economische ontwikkeling te stimuleren. Hieronder wordt verstaan een verschuiving van de belastingdruk naar activiteiten die een negatief effect hebben op het milieu. Door het invoeren van groene belastingen komen de maatschappelijke kosten met betrekking tot het milieu meer in de prijzen tot uitdrukking. De prijsverhoging van milieuvervuilende activiteiten leidt in beginsel tot een geringer gebruik, waardoor het negatieve milieueffect afneemt. De opbrengst van groene belastingen komt in de algemene middelen terecht. Daardoor kan de belastingdruk op andere activiteiten, bijvoorbeeld arbeid, verlaagd worden of minder snel stijgen.
Inmiddels is het beleid ten aanzien van fiscale vergroening gewijzigd. Om het belastingstelstel te vereenvoudigen stonden in 2011 7 van de 22 rijksbelastingen op de nominatie te worden afgeschaft, waaronder 4 belastingen op een milieugrondslag. Het voornemen was per 2012 de afvalstoffenbelastingen en grondwaterbelasting af te schaffen. De afschaffing van de verpakkingenbelasting en de belasting op leidingwater zouden in 2013 volgen (Ministerie van Financiën, 2011). Inmiddels is de afschaffing van de belasting op leidingwater weer herroepen. Deze blijft dus gewoon voortbestaan. De verpakkingenbelasting wordt inderdaad afgeschaft, en is vanaf dit jaar een 'afvalbeheerder bijdrage'.
Inflatiecorrectie
De bedragen die in de grafieken worden vermeld zijn voor inflatie gecorrigeerd (prijspeil 2009). Hierdoor zijn de opbrengsten beter met elkaar vergelijkbaar en is de geschetste ontwikkeling meer reëel.
In de "cijfers achter de grafiek" (aan te klikken via "download figuurdata" rechtsonder de grafieken) worden de opbrengsten van milieuheffingen tevens gepresenteerd in lopende prijzen (= prijzen die in het betreffende jaar werden betaald). Voor meer informatie hierover zie de technische toelichting.
Bronnen
- CBS (2006). Milieuheffingen en -belastingen. CBS, Voorburg / Heerlen.
- CBS (2009). Milieurekeningen 2008. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2012a). Environmental Accounts of the Netherlands 2011. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2012b). StatLine: Milieubelastingen en milieuheffingen; opbrengst naar betalingsplichtige (cijfers in lopende prijzen). CBS, Den Haag / Heerlen.
- Ministerie van Financiën (2011). Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) - Memorie van toelichting. Ministerie van Financiën, Den Haag.
- Ministerie I & M (2011). Regels voor het in rekening brengen van een gebruikersafhankelijke prijs voor het rijden met een motorrijtuig Wet kilometerprijs - intrekking hier van. Kamerstuk 32216. Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Den Haag.
Relevante informatie
- Meer informatie over milieuheffingen en -belastingen is te vinden in de database StatLine (CBS).
- Bruggen, C. van (2000). Milieuheffingen en -belastingen 1986-2000 Kwartaalbericht Milieustatistieken 2000/3. CBS, Voorburg / Heerlen.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Opbrengsten van groene belastingen
- Omschrijving
- Ontwikkeling van de opbrengsten van de verschillende groene belastingen (milieubelastingen). Uitsplitsing van de opbrengsten naar betalingsplichtige (huishoudens, bedrijven en niet-ingezetenen van Nederland). Voor 2010 en 2011 betreft het (nader) voorlopige cijfers. De in de tekst en grafieken gepresenteerde cijfers zijn voor inflatie gecorrigeerd (prijspeil 2009).
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- Het artikel Milieuheffingen en -belastingen (CBS, 2006) geeft een korte onderzoeksbeschrijving. Ook is informatie over de onderzoeksmethode te vinden in de publicatie Milieurekeningen 2008 (CBS, 2009).
- Basistabel
- StatLine: Milieubelastingen en milieuheffingen; opbrengst naar betalingsplichtige (CBS, 2012b)
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Binnen het systeem van de Nationale rekeningen van het CBS worden de belastingen op een milieugrondslag toegedeeld aan verschillende bedrijfscategorieën, huishoudens en niet-ingezetenen van Nederland.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Milieuheffingen en -belastingen (CBS, 2006)
Milieurekeningen 2008 (CBS, 2009)
Environmental Accounts of the Netherlands 2011 (CBS, 2012a) - Opmerking
- De gegevens in de tekst en grafieken van deze indicatorversie wijken af van die in de vorige versie. De opbrengsten van de groene belastingen worden in deze versie gepresenteerd in inflatie-gecorrigeerde prijzen met een prijspeil 2009. In de vorige versie van deze indicator staan bedragen in lopende prijzen, dit wil zeggen prijzen die in het betreffende jaar daadwerkelijk zijn betaald.
In de bedragen is nu een inflatiecorrectie toegepast waardoor de prijzen beter met elkaar vergelijkbaar zijn en de geschetste ontwikkeling meer reëel is.
In de "cijfers achter de grafiek" (aan te klikken via "download figuurdata" rechtsonder de grafieken), als ook in de StatLine-tabel Milieubelastingen en milieuheffingen; opbrengst naar betalingsplichtige (CBS, 2012b) worden gegevens gepresenteerd over de opbrengsten van groene belastingen in lopende prijzen. In de "cijfers achter de grafiek" staan eveneens de omrekeningsfactoren waarmee de lopende prijzen omgerekend zijn naar inflatie-gecorrigeerde prijzen. - Betrouwbaarheidscodering
- B (schatting op basis van een groot aantal zeer accurate metingen, waarbij de representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is)
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Opbrengsten van groene belastingen, 1987-2011 (indicator 0360, versie 11,