Stikstofoxiden in lucht, 1990-2018

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De gemiddelde gemeten concentratie van stikstofoxiden (NOx) op regionale stations bedroeg in 2018 18 µg/m³ (uitgedrukt als stikstofdioxide, NO2). In steden kunnen de concentraties oplopen tot 100 µg/m³.

Concentraties

De gemiddelde gemeten concentratie van stikstofoxiden (NOx= NO [stikstofmonoxide] + NO2 [stikstofdioxide]) in Nederland bedroeg in 2018 19 µg/m³ (uitgedrukt als stikstofdioxide, NO2). De concentratie is daarmee 50% lager dan in 1990. De daling lijkt de laatste tien jaar minder dan in de tien jaar daarvoor. De afgelopen jaren stabiliseert de gemiddelde concentratie zich op ongeveer 19 µg/m³. De kaart weerspiegelt duidelijk de belangrijke bijdrage van het verkeer tot de concentraties van stikstofoxiden. De concentraties op stedelijke stations lagen in 2018 tussen 12 en 45 µg/m³.

Trend

De daling van de concentratie van stikstofoxiden in binnenstedelijke straten is overigens sterker dan in regionale gebieden. De daling is ook sterker dan die van de concentraties van stikstofdioxide. Dit komt omdat de emissies van stikstofoxiden door het verkeer dalen, maar dat het aandeel stikstofdioxide daarin bij de nieuwste autotypen stijgt. De daling van de nationale emissies is het resultaat van maatregelen bij verkeer, industrie en energie.

Normstelling

De Europese Unie heeft voor de bescherming van natuur tegen langdurige blootstelling aan stikstofoxiden een grenswaarde vastgesteld voor de jaargemiddelde concentratie van stikstofoxiden. Deze grenswaarde van 30 µg/m3 is van toepassing op gebieden met een oppervlak van ten minste 1000 km2 die op een afstand van minimaal 5 km van bebouwing, inrichtingen of autosnelwegen zijn gelegen (EU, 2008; Wet Milieubeheer, 2007).

De Europese luchtkwaliteitsrichtlijn stelt een aantal eisen aan de omvang van natuurgebieden en aan de locatie van monsternemingspunten van stikstofoxiden. Conform deze richtlijn zijn in Nederland vrijwel geen natuurgebieden te vinden waarvoor de meetverplichting geldt. Natuurgebieden in Nederland waarop de Europese norm voor stikstofoxiden wel van toepassing is, liggen in het uiterste noorden van het land. In deze natuurgebieden is geen sprake van een overschrijding.

 

Effecten

Nadelige effecten op de natuur zijn schade aan het blad door omzetting van stikstofoxiden in het bladvocht in stikstofverbindingen. Daarnaast vindt in de atmosfeer omzetting plaats van stikstofdioxide (NO2) naar nitraataerosol, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan de verzuring en vermesting van bodem en oppervlaktewater. Nitraataerosol levert ook een bijdrage aan de fijnstofconcentraties. Tevens dragen NOx en vluchtige organische koolwaterstoffen bij aan de vorming van ozon op leefniveau.

Er is ook een indicator voor stikstofdioxide (NO2); zie hiervoor Stikstofdioxide in lucht, 1992-2022.

 

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Jaargemiddelde concentratie van stikstofoxiden in lucht
Omschrijving
Concentratie van stikstofoxiden Nederland op basis van meetgegevens van het LML, de GGD Amsterdam en de DCMR.
Verantwoordelijk instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
Berekeningswijze
Jaargemiddelde concentraties berekend uit uurwaarden. Voor de berekening van een geldig jaargemiddelde is het criterium gehanteerd dat er minimaal 75% van het maximaal mogelijke aantal uurwaarden in een jaar beschikbaar moet zijn.
Basistabel
Gegevens Luchtkwaliteit (GELUK) van het Centrum Milieukwaliteit (MIL) van het RIVM. Met daarin gegevens van het LML, de GGD Amsterdam en de DCMR.
Geografische verdeling
1) De trendfiguur 1990-2018 is gebaseerd op meetgegevens van achttien regionale stations, vier stadsstations respectievelijk vijf straatstations. 2) De kaart is gebaseerd op de uitkomsten van de meest recente GCN-berekeningen.
Andere variabelen
GELUK levert ook informatie over andere luchtverontreinigende stoffen als ammoniak, koolmonoxide, ozon, stikstofdioxide en zwaveldioxide.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland. Rapportage 2018. (Velders et al., 2018; zie bij 'Referenties'). Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2012 (Mooibroek et al., 2013; zie bij 'Referenties'). Meten waar de mensen zijn (Buijsman 2009/009; zie bij 'Referenties').
Opmerking
1. De eenheid waarin stikstofoxiden (NOx), een mengsel van stikstofdioxide (NO2) en stikstofmonoxide (NO), wordt uitgedrukt is µg NO2/m3. Hierbij is verondersteld dat het gehele mengsel uit stikstofdioxide bestaat. 2.  De jaargemiddeldes zijn berekend op basis van een stationsset, waarvan de stations gedurende de gehele beschouwde periode in bedrijf zijn geweest. Ook andere berekeningswijzen zijn mogelijk; de resultaten kunnen dan anders uitpakken (Wesseling & Beijk, 2008).3. De spreiding in de grafiek wordt begrensd door de onder- respectievelijk bovengrens van de gemeten concentraties.
Betrouwbaarheidscodering
Kaart: C (Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd). Trend 1990-2018: C (Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd).

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
09
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Stikstofoxiden in lucht, 1990-2018 (indicator 0493, versie 08,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.