Landbouw en milieu

Mestproductie bij gebruiksnormen: bedrijven met overproductie, 1995-2005

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Op basis van het nieuwe stelsel van gebruiksnormen zou tweederde van de sterk gespecialiseerde melkveebedrijven in 2005 meer dierlijke mest produceren dan op de eigen grond mag worden aangewend. Voor hokdierbedrijven is dit zelfs 99 procent.

  1995 2000 2003 2004 2005
           
Bedrijven met overproductie %        
           
Graasdierbedrijven 70 51 49 44 44
w.o. sterk gespecialiseerde melkveebedrijven 93 70 74 67 67
           
Hokdierbedrijven 99 99 98 99 99
w.o. varkensbedrijven 100 100 100 100 100
  pluimveebedrijven 100 100 95 100 100
         
Bron: CBS (2007a,b).   CBS/MNC/okt07/0528

Gebruiksnormen zorgen voor grotere mestafvoer

De gebruiksnormen voor dierlijke mest die per 1 januari 2006 in de plaats zijn gekomen van het Mineralenaangiftesysteem (MINAS), zullen leiden tot grotere mestoverschotten op bedrijfsniveau. Ook de grondgebonden veehouderij, zoals de melkveehouderij, krijgt dan te maken met overproductie en moet mest afvoeren. De tabel geeft een overzicht van de mate waarin veehouderijbedrijven voorafgaande aan het in werking treden van het stelsel van gebruiksnormen reeds voldoen aan de gebruiksnormen voor dierlijke mest.

Beleid: van MINAS naar Nitraatrichtlijn

Het doel van het Mineralenaangiftensysteem MINAS (tot en met 2005) was een verantwoord gebruik van mineralen. Het verschil tussen de aan- en afvoer van mineralen op een bedrijf werd getoetst aan de toegestane verliesnorm. Binnen MINAS werd dus een maximum gesteld aan het mineralenoverschot per bedrijf, maar niet aan de hoeveelheid aan te wenden dierlijke mest.
De Europese Nitraatrichtlijn stelt wel eisen aan de hoeveelheid te gebruiken stikstof uit dierlijke mest per hectare landbouwgrond. Volgens deze richtlijn mag 170 kg stikstof uit dierlijke mest worden gebruikt per hectare. De Europese Commissie staat Nederland verruiming van de norm toe tot een bemestingsniveau van 250 kg stikstof per hectare. Deze norm (derogatie) geldt alleen voor bedrijven waarvan het areaal voor minstens 70 procent bestaat uit grasland. Daarnaast is de norm alleen geldig voor graasdiermest.
De gebruiksnorm voor stikstof is gebaseerd op de hoeveelheid stikstof in de mest exclusief de gasvormige stikstofverliezen die optreden in stal en bij mestopslag.

Referenties

Relevante informatie

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2007). Mestproductie bij gebruiksnormen: bedrijven met overproductie, 1995-2005 (indicator 0528, versie 02 , 19 november 2007 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.