Gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater 2013-2022

Het aantal gemeten overschrijdingen van de waterkwaliteitsnormen voor gewasbeschermingsmiddelen is tussen 2013 en 2022 afgenomen, maar het tempo van de daling vlakt af. Het einddoel van de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst lijkt buiten bereik.

Beleid ter bescherming van ecosystemen in oppervlaktewater

Om ecosystemen te beschermen tegen nadelige effecten van gewasbeschermingsmiddelen moet in de Nederlandse wateren worden voldaan aan de normen voor waterkwaliteit zoals vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water. De Kaderrichtlijn Water kent twee normen: een norm voor chronische blootstelling van waterorganismen waarbij wordt getoetst aan de jaargemiddelde concentratie van een gewasbeschermingsmiddel in het oppervlaktewater (de JG-MKN) en een norm voor acute blootstelling waarbij wordt getoetst aan de maximum gemeten concentratie in een jaar (de MAC-MKN). De KRW schrijft voor dat aan beide normen moet worden voldaan (Ohm et al. 2014).
De doelstellingen voor de ecologische waterkwaliteit zijn verder uitgewerkt in de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst (EZ 2013) en geconcretiseerd in Tamis & Van 't Zelfde (2017). Het doel is om het aantal gemeten overschrijdingen van de waterkwaliteitsnormen in de periode 2021-2023 met 90 procent te verminderen ten opzichte van de referentieperiode 2011-2013. Voor de periode na 2023 zijn doelstellingen vastgelegd in het uitvoeringsprogramma bij de Toekomstvisie gewasbescherming 2030 (LNV 2020). Daarin staat onder andere dat in 2027 de doelen van de KRW moeten zijn gehaald. Daarnaast mogen er in 2030 nagenoeg geen emissies van gewasbeschermingsmiddelen meer plaatsvinden. Voor de evaluatie van het gewasbeschermingsbeleid is een specifiek meetnet ingericht, het Landelijk Meetnet Gewasbeschermingsmiddelen (het LM-GBM). Het meetnet bevat 96 vaste punten, die zodanig gekozen zijn dat ze met grote waarschijnlijkheid worden beïnvloed door één specifieke teeltgroep (De Weert et al. 2014). Omdat het aantal overschrijdingen van jaar tot jaar door invloed van het weer sterk kan variëren is in het kader van de nota Gezonde Groei Duurzame Oogst afgesproken om de trend te bepalen op basis van een driejaarlijks voortschrijdend gemiddelde van het percentage overschrijdingen van de KRW-normen.

Afname aantal overschrijdingen norm blootstelling stagneert

Het aantal overschrijdingen van de norm voor chronische blootstelling is sinds de referentieperiode 2011-2013 met circa 45 procent afgenomen, het aantal metingen waarbij de norm voor acute blootstelling wordt overschreden is tegelijkertijd met circa 60 procent afgenomen. Het aantal overschrijdingen lag in de periode 2019-2022 nog ruim boven het einddoel van de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst (90 procent minder normoverschrijdingen in 2021-2023 ten opzichte van 2011-2013). De afname van het aantal normoverschrijding stagneert sinds 2018. Zelfs met een aanzienlijke beleidsinspanning in 2023 blijft het einddoel van de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst buiten bereik.

Het aantal locaties met normoverschrijding neemt minder af

Het aandeel locaties waar de norm voor een of meerdere stoffen wordt overschreden is ten opzichte van de periode 2011-2013 met 20-25 procent afgenomen. Die afname is minder sterk dan de hierboven gerapporteerde afname van het aantal normoverschrijdingen. Dat komt doordat volgens het one-out/all-out principe van de KRW een locatie al normoverschrijdend is als er één stof boven de norm wordt aangetroffen (Ohm et al. 2014). Vanuit de ecologie geredeneerd is dat begrijpelijk: afhankelijk van de mate van overschrijding en de eigenschappen van een stof kan één toxische stof immers al tot significante effecten op het waterleven leiden (EFSA PPR Panel 2013).
De bestrijdingsmiddelenatlas bevat naast de metingen uit het LM-GBM ook andere metingen. Hierdoor is het mogelijk om naast de trend ook inzicht te krijgen in het ruimtelijk patroon. Op meetlocaties bij boomkwekerijen, bloembollen, fruitteelt en glastuinbouw worden de meeste normoverschrijdingen aangetroffen. Op de meeste meetlocaties wordt de norm voor minder dan 10 procent van het totale aantal stoffen overschreden. Verbetering van de waterkwaliteit is daarom mogelijk door vooral de meest vervuilende stoffen aan te pakken (PBL 2019).
Een belangrijke oorzaak van de gemeten normoverschrijdingen is dat het toelatingscriterium voor gewasbeschermingsmiddelen in het algemeen soepeler is dan de waterkwaliteitsnormen volgens de KRW (PBL 2019). Naast de KRW-normen, worden echter ook de toelatingscriteria veelvuldig overschreden. Dit kan erop duiden dat stoffen niet altijd volgens het voorschrift worden gebruikt (Stokkers et al. 2019). Maar er zijn ook tekortkomingen in de nationale toelatingsprocedure (PBL 2019). Die houdt namelijk in tegenstelling tot Europese procedures geen rekening met uitspoeling van gewasbeschermingsmiddelen via de drainpijp en via oppervlakkige afspoeling.

Niet-toetsbare stoffen maken de trend onzeker

Voor de meest toxische stoffen is het onmogelijk om een trendbepaling op basis van de metingen te doen. Bij deze stoffen gaat het om lage concentraties, die evengoed een grote invloed op waterkwaliteit kunnen hebben. Het komt voor dat niet met voldoende betrouwbaarheid kan worden vastgesteld of een stof in een lage concentratie in oppervlaktewater aanwezig is. Als dit het geval is spreken we van niet-toetsbare metingen (Verschoor et al. (2019). Sommige stoffen zijn op veel locaties niet toetsbaar, we spreken dan van niet-toetsbare stoffen. De stof esfenvaleraat bijvoorbeeld was in 2018 op 95 procent van de meetlocaties niet toetsbaar. Op de locaties waar deze stof wel betrouwbaar kon worden gerapporteerd, was de normoverschrijding evenwel aanzienlijk. Het aantal niet-toetsbare stoffen in de periode 2013 t/m 2018 is toegenomen. Uit de verbruiksstatistieken over die periode bleek bovendien dat het verbruik van niet-toetsbare stoffen is toegenomen. Mede door de toename van het verbruik van niet-toetsbare stoffen is in die periode het berekende risico voor waterorganismen (de zogenoemde milieubelasting) toegenomen. Het is daarom aannemelijk dat het beeld van een dalende trend in het aantal overschrijdingen op basis van alleen de metingen de werkelijke situatie maskeert (PBL 2019). Hoe de milieubelasting door niet-toetsbare stoffen zich sinds 2018 heeft ontwikkeld is echter onduidelijk. De berekeningen van de milieubelasting zijn sinds 2018 namelijk niet meer geactualiseerd.

Chemische stoffen in de KRW-systematiek

De rapportage in de bestrijdingsmiddelenatlas is breder dan de rapportage voor de Kaderrichtlijn Water (KRW). In dat kader wordt uitsluitend gerapporteerd op het niveau van aangewezen KRW-waterlichamen. Dit zijn vaak grotere wateren die niet alleen door landbouw worden beïnvloed. Bovendien wordt voor de KRW slechts een beperkt aantal gewasbeschermingsmiddelen gerapporteerd (namelijk prioritaire stoffen en specifiek verontreinigende stoffen).
Er waren in 2022 45 prioritaire stoffen, 33 van deze stoffen bepalen de zogenoemde "chemische toestand" voor de KRW. Prioritaire stoffen zijn stoffen die in heel Europa met voorrang worden aangepakt en waarvan de Europese Commissie de milieukwaliteitsnormen heeft vastgesteld. De "specifiek verontreinigende stoffen" worden nationaal vastgesteld. De huidige gewasbeschermingsmiddelen vallen voornamelijk onder de "specifiek verontreinigende stoffen" en voor een klein deel onder de "prioritaire stoffen". Een uitgebreide toestandsbepaling voor de KRW is te vinden in de Nationale Analyse Waterkwaliteit (Gaalen et al. 2020).

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater
Omschrijving
Overschrijding van de waterkwaliteitsnormen van gewasbeschermingsmiddelen
Verantwoordelijk instituut
Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden, tekst opgesteld door Planbureau voor de Leefomgeving
Berekeningswijze
Zie Tiktak (2019) voor een uitgebreide verantwoording: https://www.pbl.nl/publicaties/doelbereik-ecologische-kwaliteit-oppervlaktewater
Basistabel
De Bestrijdingsmiddelenatlas (https://www.bestrijdingsmiddelenatlas.nl/) geeft op grond van meetgegevens van regionale waterbeheerders een landelijk beeld van de gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater
Geografische verdeling
Nederland, 96 vaste meetlocaties.
Andere variabelen
Overschrijdingen drinkwaternorm, overschrijdingen van het toelatingscriterium, top 10 probleemstoffen, top 10 belastend grondgebruik en meetintensiteit
Verschijningsfrequentie
De gegevens worden jaarlijks bij elkaar gebracht. De meetprogramma's variëren sterk in het aantal meetpunten, het aantal gemeten stoffen en de meetfrequentie.
Achtergrondliteratuur
Zie onderdeel 'Toelichting' in www.bestrijdingsmiddelenatlas.nlPBL (2019). Geïntegreerde gewasbescherming nader beschouwd. Tussenevaluatie van de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst. Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag.
Betrouwbaarheidscodering
C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater 2013-2022 (indicator 0547, versie 10,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.