Trend van vleermuizen, 1986-2016
Lange tijd zijn vleermuizen in aantal achteruitgegaan, maar na 1986 neemt een aantal soorten weer toe.
Ontwikkeling tot 1986
Halverwege de vorige eeuw zijn in Nederland veel vleermuizen achteruitgegaan en drie soorten zijn zelfs verdwenen uit Nederland. Oorzaken zijn onder meer verstoring en verdwijning van verblijfplaatsen, het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw en houtverduurzamingsmiddelen op kerkzolders. Ook de vermindering van het aantal houtwallen en andere veranderingen in het agrarische landschap worden vaak als oorzaken genoemd van de achteruitgang.
Bescherming
Alle 20 in Nederland voorkomende en verdwenen soorten vleermuizen zijn al sinds lange tijd beschermd via nationale wetgeving, waaronder de Flora- en faunawet. Sinds 1992 worden vleermuizen ook beschermd op grond van de Europese Habitatrichtlijn, waarbij de bescherming geldt voor alle Europese soorten.
Rode Lijst
Momenteel wordt van acht soorten de populatieontwikkeling gevolgd. Drie van deze soorten, ingekorven vleermuis, vale vleermuis en grijze grootoorvleermuis staan op de Rode Lijst van bedreigde zoogdieren. Er zijn allerlei maatregelen genomen om vleermuizen te beschermen, waaronder het opknappen en beschermen van winterverblijven. Schadelijke houtverduurzamingsmiddelen zijn tegenwoordig verboden en bij bouwprojecten moeten mogelijke schadelijke effecten vooraf in kaart worden gebracht.
Ontwikkeling na 1986
Alle acht onderzochte soorten samen laten een toename in aantallen zien sinds 1986 De sterkste stijging vinden we bij de ingekorven vleermuis en de franjestaart. De laatste 10 jaar is de groei bij enkele soorten afgenomen. Het aantal baardvleermuizen is stabiel en de groei bij de watervleermuis is nog maar marginaal. De stijging in aantallen heeft ertoe geleid dat de gewone grootoorvleermuis en de franjestaart inmiddels niet meer op de officiële Rode Lijst staan.
Ook elders in Europa nemen vleermuizen toe (Van der Meij et al., 2014).
Referenties
- Buys, J., H. Heijligers en P. van Hoof (2009). Grote oren op Limburgse kerkzolders. Aantalontwikkelingen in populaties grootoorvleermuizen op kerkzolders. Natuurhistorisch Maandblad 98 (7): 133-137.
- Dijkstra, V en T. van der Meij (2013). Vleermuis wintertellingen. Telganger, oktober 2013, Zoogdiervereniging, Arnhem.
- Dijkstra, V en T. van der Meij (2013). Vleermuis zoldertellingen. Telganger, oktober 2013, Zoogdiervereniging, Arnhem.
- Hollander, H. (1998). Evaluatie Nota Vleermuisbescherming 1988. VZZ, Utrecht.
- Limpens, H., K. Mostert en W. Bongers (1997). Atlas van de Nederlandse vleermuizen. KNNV uitgeverij. Utrecht.
- Van der Meij, T., A.J. Van Strien, K.A. Haysom, J. Dekker, J. Russ, K. Biala, Z. Bihari, E. Jansen, S. Langton, A. Kurali, H. Limpens, A. Meschede, G. Petersons, P. Presetnik, J. Prüger, G. Reiter, L. Rodrigues, W. Schorcht, M. Uhrin en V. Vintulis (2014). Return of the bats? A prototype indicator of trends in European bat populations in underground hibernacula. Mammal. Biol. (2014), http://dx.doi.org/10.1016/j.mambio.2014.09.004
- Vergoossen, W., L. Verheggen, J. R. Regelink, T. van der Meij en J. Dekker (2009). De ingekorven vleermuizen van midden-Limburg. Natuurhistorisch maandblad 98 (11): 209-214.
- Zoogdiervereniging VZZ (2007). Basisrapport voor de Rode Lijst Zoogdieren volgens Nederlandse en IUCN-criteria. VZZ rapport 2006.027. Zoogdiervereniging VZZ, Arnhem.
Relevante informatie
Technische toelichting
Naam van het gegeven
Vleermuizen in overwinteringplaatsen
Omschrijving
Ontwikkeling van populaties van vleermuizen in overwinteringplaatsen (7 soorten) en in zomerverblijven (1 soort)
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Soortenselectie en data
Acht soorten vleermuizen zijn in de indicator opgenomen: baardvleermuis, franjestaart, gewone grootoorvleermuis, grijze grootoorvleermuis, ingekorven vleermuis, meervleermuis, vale vleermuis en watervleermuis. Aantalsgegevens zijn gebaseerd op wintertellingen van vleermuizen in kelders, groeven, forten en bunkers en zomertellingen op kerk- en kloosterzolders van het Netwerk Ecologische Monitoring. Van de zomertellingen zijn alleen de gegevens van de grijze grootoorvleermuis meegenomen. De ingekorven vleermuis wordt als enige van deze acht soorten zowel in de zomer als in de winter gevolgd. In deze indicator zijn alleen de resultaten van de wintertellingen daarvan opgenomen. Er worden sinds kort ook andere vleermuissoorten gemonitord maar daarvan zijn nog geen tijdreeksen voorhanden.
Indexberekening per soort
Per soort zijn jaarlijkse indexcijfers over populatie-aantallen bepaald met Poisson regressie (software TRIM; Methode indexcijfers (TRIM).
Indicator
Om de indicatoren te berekenen zijn de jaarlijkse indexcijfers in populatie-aantallen respectievelijk in verspreiding meetkundig gemiddeld over alle soorten (met indexwaarde in beginjaar = 100). Over de jaren heen is een smoothing algoritme toegepast om flexibele trends te bepalen en daaruit zijn trendklassen afgeleid. Deze methode komt sterk overeen met die van de Living Planet Index Nederland, 1990-2021. De betrouwbaarheidsintervallen van de indicator zijn gebaseerd op de betrouwbaarheidsintervallen van de indexcijfers van de afzonderlijke soorten (Soldaat et al. in voorb.).
Basistabel
De indexcijfers van de afzonderlijke soorten met hun trendklasse staan in een aparte tabel.
Geografisch verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
CBS (2016). Meetprogramma's voor flora en fauna. Kwaliteitsrapportage NEM over 2015. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag.
Dijkstra V. en E. Korsten (2005). Handleiding voor het monitoren van vleermuizen in de winter. Zoogdiervereniging VZZ, Arnhem.
Dijkstra V., R. Janssen, J. Buys en T. van der Meij (2008). Handleiding voor het monitoren van vleermuizen op zolders. Zoogdiervereniging VZZ, Arnhem.
WWF (2014). Living Planet Report (2014), Species and spaces, people and places. WWF, Gland, Zwitserland.
Opmerkingen
Sommige soorten zijn tijdens de wintertellingen niet of moeilijk tot op de soort te onderscheiden. De wintertelling van de gewone grootoorvleermuis bevat verwaarloosbare aantallen van de grijze grootoorvleermuis en de wintertelling van baardvleermuizen bevat ook enkele Brandts vleermuizen.
Betrouwbaarheidscodering
B. Schattingen van trends in populatie-aantallen zijn gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.
Archief van deze indicator
- Trend van vleermuizen, 1986-2022 (actuele versie , 14 nov 2023 )
- Trend van vleermuizen, 1986-2021 (v22 , 27 okt 2022 )
- Trend van vleermuizen, 1986-2020 (v21 , 25 okt 2021 )
- Trend van vleermuizen, 1986-2019 (v20 , 28 dec 2020 )
- Vleermuizen, 1986-2018 (v19 , 31 okt 2019 )
- Vleermuizen, 1986-2017 (v18 , 20 nov 2018 )
- Trend van vleermuizen, 1986-2016 (v17 , 16 dec 2016 )
- Trend van vleermuizen, 1986-2015 (v16 , 31 mei 2016 )
- Trend van vleermuizen, 1986-2015 (v15 , 24 okt 2015 )
- Trend van vleermuizen, 1986-2014 (v14 , 14 okt 2014 )
- Aantalsontwikkeling van vleermuizen 1986-2012 (v13 , 24 sep 2013 )
- Aantalsontwikkeling van vleermuizen 1986-2011 (v12 , 17 dec 2012 )
- Aantalsontwikkeling van vleermuizen 1986-2010 (v11 , 16 aug 2011 )
- Aantalsontwikkeling van vleermuizen 1986-2010 (v10 , 22 jun 2011 )
- Aantalsontwikkeling van vleermuizen 1986-2009 (v09 , 23 mrt 2010 )
- Aantalsontwikkeling van vleermuizen 1986-2008 (v08 , 04 feb 2009 )
- Vleermuizen in overwinteringplaatsen (v07 , 19 feb 2008 )
- Vleermuizen in overwinteringsplaatsen (v06 , 13 dec 2006 )
- Vleermuizen in overwinteringsplaatsen (v05 , 18 mei 2006 )
- Vleermuizen in overwinteringsplaatsen (v04 , 12 jul 2004 )
- Vleermuizen in overwinteringsplaatsen (v03 , 29 sep 2003 )
- Vleermuizen in overwinteringsplaatsen (v02 , 12 okt 2002 )
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2016). Trend van vleermuizen, 1986-2016 (indicator 1070, versie 17 , 16 december 2016 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.