Purperslak en wulk en aangroeiwerende verven, 1956-2009

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Door vermindering van het gebruik van tributyltin, een stof in aangroeiwerende verven, is de populatie van de purperslak in de Oosterschelde hersteld. De populaties in de Noordzee nemen echter af, onder meer door zandsuppleties.

Verstoring van voortplanting bij purperslak en wulk

Tussen 1960 en 1997 is de populatie purperslakken in de Oosterschelde met circa 88 % gedaald. Deze verandering wordt in verband gebracht met tributyltin-(TBT)-houdende verven die de aangroei van zeepokken en andere organismen op scheepsrompen moeten remmen. Het middel, dat vanaf het begin van de jaren zeventig in gebruik is genomen, heeft echter nadelige bijeffecten. Zo is bij verscheidene weekdieren, waaronder de purperslak en wulk, aangetoond dat TBT 'imposex' veroorzaakt. Dit wil zeggen dat vrouwelijke dieren mannelijke geslachtsorganen ontwikkelen, waardoor de populatie geheel of gedeeltelijk steriel wordt.

Verbod op TBT

Het gebruik van verf met TBT is sinds 1990 verboden op de rompen van schepen kleiner dan 25 m. Vanaf 1 januari 2003 is het wereldwijd verboden om TBT nog op schepen te gebruiken en vanaf 1 januari 2008 moet alle TBT van de scheepsrompen verwijderd zijn. Na dit verbod is de hoeveelheid TBT sinds 1990 sterk gedaald, wat zeer waarschijnlijk heeft geleid tot het herstel van de populaties van de purperslak sinds 2001.

Tributyltin in de KRW

In de Kaderrichtlijn Water (KRW) is tributyltin een van de belangrijke stoffen in de beoordeling van de chemische toestand. De chemische toestand van de KRW wordt beoordeeld met 33 prioritaire stoffen. In de meeste zoute wateren en enkele zoete waterlichamen voldoet de kwaliteit niet aan de geldende norm.

Zandsuppleties en afdichting dijken

In tegenstelling tot het herstel in de Oosterschelde vindt er vanaf 2006 een sterke achteruitgang van purperslak aan de Noordzeekust plaats. Dit heeft te maken met het verdwijnen van een grote populatie purperslakken aan de Westkapelse zeedijk op Walcheren. Door zandsuppleties en bekleding van dijk en strekdammen met bitumen is vrijwel de gehele populatie verloren gegaan.

Wulk en visserij

De populaties van de wulk vertonen geen herstel, ondanks de afname van aangroeiwerende verven met TBT op scheepshuiden. Dat kan twee oorzaken hebben, ten eerste is TBT nog niet geheel uit het zeemilieu verdwenen en ten tweede heeft de boomkorvisserij een negatieve invloed op de wulkenpopulatie (Mensink et al.).

OSPAR- verdrag

In het verdrag van OSPAR is de purperslak opgenomen in de lijst van bedreigde soorten.

Bronnen

  • Bovelander, R. (2005). Monitoring van transsexueel gedrag langs de kust. Trendsinwater.nl nr. 16 (augustus 2005).
  • Gibbs, P.E., P.L. Pascoe en G.R. Burt (1988). Sex change in the female dog-whelk Nucella lapillus as an indicator of tributyltin (TBT) contamination. J. Mar. Bioll. Assoc. 67: 507-523.
  • Gmelig Meyling, A.W., J. Willemsen en R.H. de Bruyne (2006). Verspreiding en trends in Nederland van de purperslak Nucella lapillus. Rapport 2006-14. Stichting Anemoon, Bennebroek.
  • Gmelig Meyling, A.W., H. Borren en J. Willemsen (2007). Purperslak (Nucella lapillus) Inventarisatie en Monitoringproject Jaarverslag 2007. Stichting Anemoon, Bennebroek.
  • Hallers-Tjabbes, C.C. ten en A.W. Gmelig Meyling (2009). Wulk en purperslak naast TBT bedreigd door visserij en zandsuppletie. De Levende Natuur 110 (6): 270-272.
  • Mensink, B.P., C.V. Fischer, G.C. Cadée, M. Fonds, C.C. ten Halbers-Tjabbes en J.P. Boon (2000). Shell damage and mortality in the common whelk Buccinum undatum caused by beam-trawl fishery. Journal Sea Research 43: 53-64.
  • Moorsel, G.W.N.M. van (1996). Ecoprofiel purperslak (Nucella lapillus). Bureau Waardenburg. Culemborg.
  • OSPAR (2004) Initial OSPAR list of threatened and/or declining species and habitats. OSPAR Convention for the protection of the marine environment of the North-East Atlantic.
  • Min. V. en W., Min. VROM, Min. LNV (2009). Stroomgebiedbeheerplan. Rijndelta, Maas, Schelde, Eems. Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Purperslak en aangroeiwerende verven
Omschrijving
Ontwikkeling populatie purperslak (Nucella lapillus) en wulk (Buccinum undatum) in relatie tot de concentratie tributyltin
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De gegevens van de purperslak en wulk komen uit verschillende bronnen waaronder de monitoringprogramma's van de Stichting Anemoon. De grafiek toont de ontwikkeling van het aantal levende exemplaren in de Oosterschelde. De kaart met de beoordeling van de tributyltin concentratie is een onderdeel van de beoordeling van de chemische toestand van de Kaderrichtlijn Water. Deze beoordeling is in 2009 gerapporteerd.
Basistabel
zie tabblad figuurdata onder Download figuurdata
Geografische verdeling
Oosterschelde
Verschijningsfrequentie
Tweejaarlijks voor de gegevens over het voorkomen van de purperslak en de wulk en zevenjaarlijks voor de beoordeling van de kwaliteit in de KRW
Achtergrondliteratuur
Hallers-Tjabbes, C.C. ten en A.W. Gmelig Meyling (2009). Wulk en purperslak naast TBT bedreigd door visserij en zandsuppletie. De Levende Natuur 110 (6): 270-272.Moorsel, G.W.N.M. van (1996). Ecoprofiel purperslak (Nucella lapillus). Bureau Waardenburg. Culemborg.
Opmerking
De norm voor oppervlaktewateren is 0,0002 μg/l.
Betrouwbaarheidscodering
Purperslak en wulk: D. Schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake.Beoordeling KRW: B: Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
10
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
05
versie‎
04

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Purperslak en wulk en aangroeiwerende verven, 1956-2009 (indicator 1104, versie 07,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.