Waterkwaliteit KRW, 2022

De meeste waterlichamen voldoen niet aan de gewenste waterkwaliteit volgens de KRW beoordeling. De chemische kwaliteit voldoet meestal niet en de ecologische kwaliteit is matig, ontoereikend of slecht. Dit laatste komt vooral door de geringe biologische kwaliteit.

Methode Beoordeling waterkwaliteit

In de Kaderrichtlijn Water (KRW) is een methode vastgesteld voor de beoordeling van het oppervlaktewater gebaseerd op het voorkomen van planten- en dierensoorten en de gehaltes aan toxische stoffen. De kwaliteit van het oppervlaktewater wordt uitgedrukt in de chemische kwaliteit en de ecologische kwaliteit, ook chemische en ecologische toestand genoemd. De ecologische kwaliteit wordt vooral bepaald door de biologische kwaliteit en daarnaast door de beoordeling van de overig relevante, stroomgebied specifieke, verontreinigende stoffen en de fysisch-chemische kwaliteit.
De eerste KRW-rapportage vond plaats in 2009 en daarna in 2015. Deze rapportage is van 2021. De laatste rapportage zal plaatsvinden in 2027, aangezien in 2027 alle noodzakelijke maatregelen getroffen zouden moeten zijn om de doelen van de KRW te halen. Doordat gedurende de verschillende tijdvakken in de totale rapportageperiode verschillende maatlatten zijn toegepast, en ook sommige normen zijn aangepast, stoffen zijn toegevoegd en sommige doelen zijn veranderd, kunnen de beoordelingen over de tijdvakken moeilijk met elkaar worden vergeleken. Meer informatie over de KRW-beoordelingsmethode:

Ecologische waterkwaliteit

De ecologische waterkwaliteit is in Nederland bijna overal matig tot slecht. Bij 103 van de 741 waterlichamen is de biologische kwaliteit wel goed, maar doordat de fysisch-chemische kwaliteit of de kwaliteit van de overige, stroomgebied specifieke stoffen niet goed is, is de ecologische kwaliteit van deze waterlichamen toch onvoldoende.

Chemische waterkwaliteit

Bij 90 procent van de waterlichamen is de chemische waterkwaliteit onvoldoende doordat een of meerdere stoffen de norm overschrijden. De chemische kwaliteit is gebaseerd op 33 stoffen of groepen van stoffen die Europees zijn vastgesteld. Indien een stof niet aan de norm voldoet, is de chemische kwaliteit onvoldoende. De beoordeling van de chemische kwaliteit geeft een ongunstiger beeld dan in 2015. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat sommige normen zijn aangescherpt en er meer stoffen zijn beoordeeld.

Overige, stroomgebied specifieke stoffen

Naast een vaste lijst van chemische stoffen is er een beoordeling van de 'overige, stroomgebied specifieke, verontreinigende stoffen'. In Nederland worden 77 stoffen beoordeeld binnen deze groep, maar per stroomgebied kan dat minder zijn afhankelijk van specifieke teelten en andere omstandigheden. Per stroomgebied is daarvoor een lijst vastgesteld. Slechts bij 0,4 procent van de waterlichamen voldoen alle beoordeelde stoffen aan de norm.

Belangrijke oorzaken onvoldoende waterkwaliteit

De belangrijkste oorzaken voor de matige tot slechte kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater zijn:

  • persistente stoffen waarvan de concentraties te hoog zijn door emissies in het verleden;
  • emissies van diverse toxische stoffen waaronder bestrijdingsmiddelen;
  • vermesting met de nutriënten stikstof en fosfor. Deze zorgen voor algengroei;
  • inrichting en beheer van het water;
  • versnippering door de aanwezigheid van gemalen en stuwen;


In de stroomgebiedsbeheerplannen voor de KRW hebben het rijk, de waterschappen, provincies en gemeenten aangegeven welke maatregelen zij gaan treffen om de kwaliteit van het water te verbeteren. De volgende stroomgebiedbeheerplannen voor de periode tot 2027 zijn in 2021 vastgesteld.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Kwaliteit oppervlaktewater in de KRW
Omschrijving
De beoordeling van de KRW voor het Nederlandse oppervlaktewater. Het eindoordeel is opgebouwd uit de chemische toestand en de ecologische toestand, hier omschreven als de chemische en ecologische kwaliteit. De ecologische toestand wordt bepaald door de 'overig relevante stoffen', de fysisch-chemische kwaliteit en de biologische toestand.
Verantwoordelijk instituut
PBL, auteur Peter van Puijenbroek
Berekeningswijze
Beoordeling conform de KRW maatlatten systematiek.
Basistabel
Beoordeling van de waterlichamen voor alle maatlatten. Gegevens afkomstig van http://www.waterkwaliteitsportaal.nl/, data mei 2022. De beoordelingen hebben betrekking op de meetperiode 2018-2021
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
6 jaarlijks. In 2027 is de volgende en laatste rapportage aan de EU gepland.
Achtergrondliteratuur
Gaalen, F. W. van et al. (2016), Waterkwaliteit nu en in de toekomst. Eindrapportage ex ante evaluatie van de Nederlandse plannen voor de Kaderrichtlijn Water, Den Haag: PBL.Puijenbroek, P. J. T. M. van, P. Cleij, and H. Visser. 2014. Aggregated indices for trends in eutrophication of different types of fresh water in the Netherlands. Ecological Indicators 36:456-462.Puijenbroek, P. J. T. M. van, C. H. M. Evers, and F. W. van Gaalen. 2015. Evaluation of Water Framework Directive metrics to analyse trends in water quality in the Netherlands. Sustainability of Water Quality and Ecology 6:40-47.Puijenbroek, P. van (2014), De kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater beoordeeld volgens de Kaderrichtlijn Water (KRW), PBL, Den Haag.
Betrouwbaarheidscodering
B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
09
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Waterkwaliteit KRW, 2022 (indicator 1438, versie 09,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.