Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 - 2020

De natuurkwaliteit op basis van macrofauna is laag voor alle typen oppervlaktewater. Slechts op enkele plaatsen wordt een hoge kwaliteit aangetroffen. In de periode 1990-2020 is sprake van een lichte verbetering. De natuurkwaliteit is een maat voor de biodiversiteit in de regionale wateren.

Kwaliteit in meeste oppervlaktewateren is vrij laag tot middelmatig

De huidige kwaliteit op basis van macrofauna is in de meeste oppervlaktewateren vrij laag tot middelmatig. Slechts een klein deel van de wateren (ongeveer 15%) heeft voor macrofauna een hoge natuurkwaliteit. Macrofauna zijn kleine, maar met het blote oog zichtbare, ongewervelde dieren (insecten, slakken, etc) die in het oppervlaktewater leven. Een hoge kwaliteit komt voor langs de grens met Duitsland, de sprengen (gegraven beken) van de Veluwe, de Wieden en Weerribben, bij brakke wateren in Zeeland en langs de Overijsselse Vecht. De kwaliteit wordt uitgedrukt in een getal tussen 0 en 1, waarbij 1 is gebaseerd op de natuurlijke referentie: de aanwezigheid van macrofaunasoorten die kunnen worden aangetroffen in een ongestoorde, natuurlijke situatie.
Samen met de natuurkwaliteit op basis van waterplanten geeft dit een beeld van de biodiversiteit voor de regionale wateren:

Geringe verbetering in 30 jaar

De geschatte kwaliteit op basis van de mediaan is in de periode 1990 tot en met 2020 met 0,10 verbeterd van 0,33 naar 0,43. Bij beken en sloten is de natuurkwaliteit met 0,09 verbeterd, bij kanalen 0,23 en bij sloten met 0,08. Bij de meren is de kwaliteit van macrofauna met 0,03 verslechterd.
Voor de beken is het laatste jaar significant beter dan 2009 en voorgaande jaren, voor de kanalen is dat 2017, voor de sloten 2015 en voor de meren daalde de kwaliteit. Voor geheel Nederland is het laatste jaar significant beter dan 2009 en eerder.
Oorzaak huidige kwaliteit
De natuurkwaliteit wordt vooral bepaald door de vermesting van het oppervlaktewater, de invloed van gewasbeschermingsmiddelen en het beheer en de inrichting van het water. De inrichting en het beheer van het oppervlaktewater zijn belangrijk voor de aanwezigheid van verschillende habitats. Bij beken is de inrichting en de stroming bepalend voor de kwaliteit. Bij kanalen, sloten en meren zijn de inrichting van de oevers en het waterpeilbeheer belangrijk voor de biologische kwaliteit. De vestiging van exoten leidt ook tot verandering in de natuurkwaliteit. Het massaal voorkomen van exotische rivierkreeften en grondels heeft effecten op de natuurkwaliteit. Als er veel rivierkreeften voorkomen, leidt dat tot achteruitgang van het aantal waterplanten en macrofauna.

Verbetering gaat langzaam

De verbetering van de natuurkwaliteit op basis van macrofauna in het water verloopt langzaam. Het herstel van de natuurkwaliteit van macrofauna gaat langzaam door verschillende oorzaken: veel macrofauna soorten zijn lokaal verdwenen of zelfs in Nederland uitgestorven; veel waterbodems zijn voedselrijk geworden met troebel water tot gevolg waardoor geen waterplanten kunnen groeien, waardoor ook de macrofauna achteruit gaat. Herstelmaatregelen worden vaak lokaal in een deel van het water uitgevoerd.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater
Omschrijving
De natuurkwaliteit geeft de verandering in het voorkomen van macrofaunasoorten weer. Door de jarenlange monitoring en het grote aantal soorten wat in Nederland voorkomt geeft dit een goed beeld van de veranderingen in biodiversiteit in het Nederlandse, regionale water. Door veranderingen in de maatlatten van de KRW-beoordelingsmethode kan met de KRW beoordelingen geen trendbepaling worden gegeven. Voor dit overzicht zijn de gegevens op uniforme wijze verwerkt voor een trend van 30 jaar.
Verantwoordelijk instituut
PBL, auteur Peter van Puijenbroek
Berekeningswijze
De natuurkwaliteit op basis van macrofauna is gebaseerd op de monitoringsgegevens van de biologische meetnetten van de waterschappen. Alle beschikbare monitoringsgegevens van alle watertypen zijn hiervoor gebruikt. Daardoor geeft dit overzicht een representatief beeld van de Nederlandse natuurkwaliteit in het water.De natuurkwaliteit is berekend met de soortenlijsten van de maatlat voor macrofauna van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Voor de macrofauna zijn lijsten beschikbaar met kenmerkende en positief en negatief scorende soorten per watertype, het betreft een totaal van 1250 soorten. In dit overzicht zijn voor de gehele periode de meest recente watertype-afhankelijke maatlatten gebruikt. Deze maatlat levert een getal tussen 0 en 1, waarbij 1 is gebaseerd op de natuurlijke referentie: de aanwezigheid van macrofaunasoorten die kunnen worden aangetroffen in een ongestoorde, natuurlijke situatie.In de kaarten zijn alle meetpunten opgenomen die in de periode 2011-2020 zijn bemonsterd. De brakke wateren is een apart watertype in de KRW beoordeling, maar omdat daarvan te weinig meetpunten zijn voor een goede trendanalyse zijn deze meetpunten verdeeld over de sloten en de kanalen. Van de mediane waarden zijn trends berekend met Trendspotter, daarmee kan worden getoetst of het laatste jaar significant (95% betrouwbaarheid) verschilt van een van de voorgaande jaren. De veranderingen in de tijd zijn gebaseerd op deze trends.
Basistabel
De gegevens van 1990 tot en met 2010 zijn verzameld in de Limnodata Neerlandica, de gegevens van 2011 tot en met 2020 zijn door het Informatiehuis Water (IHW) verzameld. Deze analyse is gebaseerd op 41.560 bemonsteringen. De gegevens vanaf 2010 zijn gedownload van de website van het IHW: https://www.waterkwaliteitsportaal.nl/WKP.WebApplication/
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Om de 3 tot 5 jaar.
Achtergrondliteratuur
Gaalen, F. W. van et al. (2016), Waterkwaliteit nu en in de toekomst. Eindrapportage ex ante evaluatie van de Nederlandse plannen voor de Kaderrichtlijn Water, Den Haag: PBL.Puijenbroek, P. J. T. M. van, P. Cleij, and H. Visser. 2014. Aggregated indices for trends in eutrophication of different types of fresh water in the Netherlands. Ecological Indicators 36:456-462.van Puijenbroek, P. J. T. M., Evers, C. H. M., & Gaalen, F. W. v. (2015). Evaluation of Water Framework Directive metrics to analyse trends in water quality in the Netherlands. Sustainability of Water Quality and Ecology.Puijenbroek, P. van (2014), De kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater beoordeeld volgens de Kaderrichtlijn Water (KRW), PBL, Den Haag.Visser, H. (2004). Estimation and detection of flexible trends. Atm. Environment 38, 4135-4145.
Opmerking
In de KRW zijn doelen geformuleerd voor het oppervlaktewater. De score op de maatlat wordt uitgedrukt in de ecologische kwaliteit ratio (ekr). De ekr heeft daarbij altijd een waarde tussen 0 en 1, waarbij de waarde 1 overeenkomt met de natuurlijke referentie. De standaard doelstelling is een ekr van 0,6 (goede kwaliteit), maar voor veel wateren geldt een lagere ekr als doelstelling (het Goed Ecologisch Potentieel), zodat vaak met een lagere ekr-kwaliteit kan worden volstaan. In de KRW maatlatten zijn 1250 soorten macrofauna opgenomen als kenmerkende soorten voor specifieke watertypen.
In dit overzicht zijn de KRW-maatlatten toegepast op individuele monsters. De officiële KRW beoordeling is opgesteld voor meerdere monsters in een waterlichaam. Hierdoor geeft deze methode een ander beeld dan volgens de KRW beoordeling. Doordat elk watertype gedurende de hele periode ten opzichte van dezelfde maatlat is beoordeeld zijn verschillen tussen gebieden en in de tijd goed met elkaar te vergelijken.
Betrouwbaarheidscodering
B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 - 2020 (indicator 1435, versie 06,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.