Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De natuurkwaliteit gebaseerd op macrofauna gegevens is laag voor alle typen oppervlaktewater. Slechts op enkele plaatsen wordt een goede kwaliteit aangetroffen. In de periode 1991-2005 is de natuurkwaliteit nauwelijks verbeterd. Alleen voor stromende wateren en sloten is een lichte verbetering te zien.

Toestand natuurkwaliteit in meeste oppervlaktewateren is slecht tot matig

De natuurkwaliteit is in de meeste oppervlaktewateren slecht tot matig. Dit is bepaald aan de hand van de macrofauna-maatlat van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Macrofauna zijn kleine, maar met het blote oog zichtbare, ongewervelde dieren (insecten, slakken, etc) die in het zoete oppervlaktewater leven. Van elk meetpunt is de aanwezige macrofauna vergeleken met de referentie voor natuurlijke wateren. De meeste wateren hebben een slechte tot matige natuurkwaliteit. Slechts een klein deel van de wateren heeft een goede natuurkwaliteit. Deze goede natuurkwaliteit komt voor langs de grens met Duitsland, de sprengen van de Veluwe (gegraven beken), de Wieden en Weerribben, bij brakke wateren in Zeeland en langs de Overijsselse Vecht.

Nauwelijks verbetering gedurende 15 jaar

Tussen de gegevens van de periode 1991-1995 en 2001-2005 is nauwelijks een verschil in natuurkwaliteit. Alleen voor stromende wateren en sloten is een lichte verbetering te zien. In vennen is juist sprake van een achteruitgang, maar deze resultaten betreffen een klein aantal vennen. In deze periode is de waterkwaliteit van de meeste wateren weliswaar verbeterd, maar dat heeft niet geleid tot een verbetering van de natuurkwaliteit. Het herstel van natuurkwaliteit kan veel tijd kosten, bijvoorbeeld bij meren door de voedselrijke bodem die aanwezig is en voor nalevering van nutriënten zorgt. Inrichting en beheer van oppervlaktewater is ook heel belangrijk voor een goede natuurkwaliteit, maar hiervoor zijn slechts beperkt maatregelen uitgevoerd.

Beleidsdoelen verschillen per watertype

In de KRW zijn doelen geformuleerd voor het oppervlaktewater. De score op de maatlat wordt uitgedrukt in de Ecologische Kwaliteit Ratio (EKR). De KRW maakt onderscheid in natuurlijke, sterk veranderde en kunstmatige wateren. Kunstmatige wateren zijn aangelegd, zoals kanalen en sloten. Hiervoor kan geen natuurlijke referentie opgesteld worden, maar is een Maximaal Ecologisch Potentieel opgesteld (MEP). Voor de sterk veranderde wateren (b.v. beken die gekanaliseerd zijn of rechte oevers hebben) geldt een lager doel, het Goed Ecologisch Potentieel (GEP). Voor de natuurlijke wateren is de goede of zeer goede ecologische toestand het beleidsdoel, wat overeenkomt met een EKR van 0,6 of hoger.

Bronnen

  • MNP (2008). Kwaliteit voor later. Ex Ante evaluatie Kaderrichtlijn Water, Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven.
  • Royal Haskoning (2007). Omschrijving MEP en conceptmaatlatten voor sloten en kanalan voor de Kaderrichtlijn Water. KRW-maatlatten sloten en kanalen concept, 's-Hertogenbosch.
  • Royal Haskoning (2008). Toetsing Limnodata Neerlandica gegevens t.b.v. basiskaart aquatische natuur. Rapport nr 9S9101, Royal Haskoning, 's Hertogenbosch.
  • STOWA (2004a). Referenties en concept -maatlatten voor meren voor de Kaderrichtlijn WaterRapport 2004 42, STOWA, Utrecht.
  • STOWA (2004b). Referenties en concept -maatlatten voor overgangs- en kustwateren voor de Kaderrichtlijn WaterRapport 2004 42, STOWA, Utrecht.
  • STOWA (2004c). Referenties en concept -maatlatten voor rivieren voor de Kaderrichtlijn WaterRapport 2004 43, STOWA, Utrecht.
  • http://www.kaderrichtlijnwater.nl/
  • http://www.stowa.nl

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater
Omschrijving
De natuurkwaliteit is hier bepaald met de ecologische kwaliteit ratio (ekr) van de Kaderrichtlijn Water. Deze ekr is getoetst ten opzichte van de natuurlijke referentie voor de natuurlijke wateren. Voor de kunstmatige wateren zoals kanalen en sloten is het maximaal ecologisch potentieel genomen. De doelstelling voor het oppervlaktewater in de krw is veelal lager dan de hier gekozen waarde, omdat de meeste wateren sterk veranderd zijn. Dit is dus geen weergave ten opzichte van een doelstelling
Verantwoordelijk instituut
PBL
Berekeningswijze
De natuurkwaliteit is gebaseerd op de monitoringsgegevens van de biologische meetnetten van de waterschappen. Deze gegevens zijn verzameld in de Limnodata Neerlandica. De score op de maatlat voor macrofauna is voor elk meetpunt bepaald volgens de normen van de Kaderrrichtlijn Water. Omdat voor kunstmatige en sterk veranderde wateren een lager doel geldt dan voor natuurlijke wateren, is de natuurkwaliteit niet de beleidsopgave maar een weergave ten opzichte van de natuurlijke of optimale situatie.
Basistabel
Limnodata neerlandica
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater (indicator 1435, versie 01,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.