Paddestoelen op houtsnippers

Paddestoelen op houtsnippers

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Paddestoelen op houtsnippers zijn de afgelopen 25 jaar in Nederland sterk toegenomen. Dit komt doordat snoeihout in toenemende mate machinaal tot spaanders wordt verwerkt.

Ontwikkeling paddestoelen op houtsnippers

Van de Nederlandse paddestoelen hebben 26 soorten een voorkeur voor houtsnippers, kleine houtfragmenten die plaatselijk uitgespreid worden over de bodem of op hopen worden gestort (Arnolds en van de Berg, 2005). Het jaarlijkse aantal waargenomen soorten uit deze groep neemt sinds 1980 duidelijk toe. De meeste soorten zijn al lang uit Nederland bekend en behoren tot de inheemse paddestoelenflora. Vijf soorten uit deze groep zijn echter pas na 1986 in ons land gevonden en zijn gespecialiseerd op dit relatief nieuwe substraat. Mogelijk zijn ze door mutaties ontstaan of van elders ingevoerd.
Ook de totale hoeveelheid meldingen van snipperpaddestoelen laat een stijging zien. De aanzienlijke fluctuaties worden vooral veroorzaakt door variaties in weersomstandigheden van jaar tot jaar.

Ontwikkeling hazenpootje en langsteelfranjehoed

Hazenpootje en langsteelfranjehoed zijn twee algemeen voorkomende paddestoelen op houtsnipperbedden. Op grond van de opgaven van het substraat heeft respectievelijk 52 en 43 % betrekking op houtsnippers. Sinds 1980 is de frequentie van beide soorten ongeveer verdubbeld. Niet alle houtsnipperpaddestoelen vertonen overigens een even grote toename. Sommige soorten zijn recent zelfs achteruit gegaan (Arnolds en van den Berg, 2005).

Oorzaken

De meeste houtsnipperpaddestoelen groeien oorspronkelijk op kleine houtfragmenten in allerlei bostypen. Onder natuurlijke omstandigheden zijn de dichtheden van deze soorten vrijwel steeds laag. Door het verhakselen van hout en het dumpen van spaanders op de bodem is het potentiële substraat van deze paddestoelen sterk uitgebreid. Op concentraties van houtfragmenten in snipperbedden kunnen sommige soorten tegenwoordig lokaal in grote aantallen voorkomen, bijvoorbeeld het hazenpootje en de langsteelfranjehoed. Houtsnippers worden vooral gedeponeerd als bodembedekking onder struiken in parken en plantsoenen en verder in wegbermen. De vaak weelderige en opvallende paddestoelenflora op snipperbedden en snipperhopen kan als een aanwinst voor de Nederlandse paddestoelenflora worden beschouwd. Het dumpen van houtspaanders in voedselarme natuurgebieden is echter ongewenst omdat dit leidt tot verrijking van de bodem, verruiging van de vegetatie en het verdwijnen van kenmerkende paddestoelen van schrale omstandigheden.

Het machinaal verhakselen van (snoei)hout is in opkomst sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw. Tien jaar geleden was de apparatuur nog vrijwel uitsluitend in gebruik bij beheerders van openbaar groen en grotere natuurterreinen. Tegenwoordig gaan ook steeds meer particuliere tuinbezitters over tot het mechanisch versnipperen van snoeihout. Daardoor is een verdere toename van snipperpaddestoelen te verwachten.

Brandplekken

Vroeger werd veel snoeihout ter plekke verbrand in plaats van verhakseld. Karakteristieke paddestoelen van brandplekken vertonen een opmerkelijke achteruitgang die parallel loopt aan de opkomst van houtsnipperpaddestoelen (Veerkamp, 1998).

Bronnen

  • Arnolds, E. en A. van den Berg (2005). De opkomst van snipperpaddestoelen. Coolia 48(3): 131-148.
  • Veerkamp, M. (1998). Paddestoelen van brandplekken sterk achteruitgegaan. De Levende Natuur 99: 62-66.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Paddenstoelen op houtsnippers
Omschrijving
Ontwikkeling populatie paddenstoelen op houtsnippers
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De gegevens van de hier besproken paddestoelen komen van de paddestoelenkartering van de Nederlandse Mycologische Vereniging. Daarbij wordt het percentage meldingen van een soort of soortengroep ten opzichte van alle meldingen van paddestoelen per jaar opgevat als een maat voor het voorkomen in een bepaald jaar. De meldingspercentages zijn vervolgens geïndexeerd waarbij 1980 op 100 is gezet.
Basistabel
Zie tabblad figuurdata onder Download figuurdata
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
geen
Verschijningsfrequentie
onregelmatig
Achtergrondliteratuur
Arnolds, E. en A. van den Berg (2005). De opkomst van snipperpaddestoelen. Coolia 48(3): 131-148.

Veerkamp, M. (1998). Paddestoelen van brandplekken sterk achteruitgegaan. De Levende Natuur 99: 62-66.
Opmerking
geen
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
02
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CLO (2005). Paddestoelen op houtsnippers (indicator 1402, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.