Rijksuitgaven aanleg, beheer en onderhoud hoofdinfrastructuur, 2000 - 2014
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De uitgaven van de Rijksoverheid voor de aanleg van nieuwe infrastructuur worden bepaald door grote infrastructurele projecten zoals de HSL. Vanaf 2003 is een daling zichtbaar bij de spoorinfrastructuur. Na 2009 dalen de kosten ook bij het hoofdwegennet. Tussen 2012 en 2014 is een toename zichtbaar in de uitgaven bij de waterkeringen. De uitgaven aan beheer en onderhoud van het hoofdwegennet en het hoofdvaarwegennet en in mindere mate bij de waterkeringen laten vanaf 2011 een toename zien.
Uitgaven aanleg en beheer hoofdinfrastructuur
De uitgaven van de Rijksoverheid aan de aanleg van nieuwe infrastructuur wordt weergegeven in de bovenstaande figuren. Dit zijn de uitgaven inclusief de megaprojecten (grote infrastructurele projecten, zoals de HSL, Betuweroute, Westerscheldetunnel en Ruimte voor de rivier). Deze projecten verklaren een groot deel van het verloop van de uitgaven.
De laatste jaren dalen de kosten voor de aanleg van nieuwe wegen. Ze liggen in 2014 31% lager dan in 2009. Vanaf 2003 is een daling zichtbaar van de uitgaven aan de spoorinfrastructuur als gevolg van het gereed komen van of in een laatste fase van aanleg verkeren van grote spoorprojecten. Vanaf 2006 is meer geld beschikbaar gekomen voor waterkeringen. Tussen 2011 en 2012 was een scherpe daling zichtbaar, echter vanaf 2012 zijn de investeringen met 67% toegenomen.
Het verloop van de uitgaven van de Rijksoverheid aan beheer en onderhoud van de infrastructuur laten tot 2010 een toename zien van beheer en onderhoud bij het wegennet, waarna vervolgens een scherpe daling optreedt. In 2014 liggen de uitgaven ongeveer op het niveau van 2005. Bij de waterkeringen nam het investeringsniveau toe tot 2010, nam daarna af om in de laatset jaren weer enigszins toe te nemen. Na een lange periode van groei van de uitgaven bij het spoorwegennet zet vanaf 2011 een daling. Dezelfde trend is zichtbaar bij de hoofdvaarwegen..
Beleidsdoelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
Deze indicator verwijst naar de volgende doelen en nationale belangen:
- Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid
- Nationaal belang: Het in standhouden van het hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen om het functioneren van het mobiliteitssysteem te waarborgen.
Bronnen
- Ministerie van IenM (2014). Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport 2015. Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu
- Ministerie van IenM (2015). Jaarverslag en slotwet Infrastructuurfonds 2014, Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34200 A, nr. 1. Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu
- Ministerie van IenM (2012), Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Uitgaven aan aanleg en beheer & onderhoud van de Rijksinfrastructuur
- Omschrijving
- De ontwikkeling van de uitgaven aan aanleg en beheer & onderhoud van de Rijksinfrastructuur
- Verantwoordelijk instituut
- Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), auteur: Peter Jorritsma
- Berekeningswijze
- Basistabel
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Verschijningsfrequentie
- Verschijningsfrequentie
- -
- Achtergrondliteratuur
- Rijksbegrotingen (2000-2015), Infrastructuurfonds
- Opmerking
- Betrouwbaarheidscodering
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Rijksuitgaven aanleg, beheer en onderhoud hoofdinfrastructuur, 2000 - 2014 (indicator 2149, versie 03,