Woningvoorraad naar eigendom, 2006-2011

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Op 1 januari 2011 waren er 7,2 miljoen woningen in Nederland. Dat is een toename van 4,4% ten opzichte van 1 januari 2006.

In 2011 is de groei duidelijk minder, namelijk 0,6% ten opzichte van 2010. Daarin zijn de gevolgen van de economische crisis zichtbaar.

Eigendomsverhouding

Van de 7,2 miljoen woningen worden er 55% bewoond door de eigenaar zelf en 44% wordt verhuurd. Het aandeel eigen woningen neemt de laatste jaren licht af van 55,7% in 2009 naar 55,1% in 2011. Het aandeel huurwoningen is in dezelfde periode iets toegenomen van 43,5 naar 44,1%.
In de meeste gemeenten in Nederland staan er meer eigen woningen dan huurwoningen. Zo is het aandeel eigen woningen in 390 van de 418 gemeenten in Nederland groter dan het aandeel huurwoningen. Het hoogste aandeel eigen woningen, meer dan 80%, komt voor in de Gelderse gemeente Rozendaal en de Limburgse gemeente Leudal.
In 28 gemeenten komen juist meer huurwoningen voor. Amsterdam heeft met bijna 74% huurwoningen het hoogste aandeel.

Verhuur door corporaties en overige verhuurders

Van de ruim 3 miljoen huurwoningen in 2011 wordt 70% verhuurd door woningcorporaties in Nederland. In 406 van de 418 gemeenten hebben zij dan ook meer dan de helft van de huurwoningen in hun bezit.
In Nederland zijn 2,2 miljoen woningen eigendom van een woningcorporatie. De corporatiewoningen zijn vooral te vinden in de grote steden en gemeenten met een sterk stedelijk karakter.
Gemeenten die opvallen door een hoog aandeel corporatiewoningen zijn de Groningse gemeente Appingedam en de Gelderse gemeente Doesburg. In beide gemeenten is meer dan 42% van de woningen eigendom van een woningcorporatie.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Woningvoorraad naar eigendom, 2006-2011
Omschrijving
Een woning is een tot bewoning bestemd gebouw dat, vanuit bouwtechnisch oogpunt gezien, blijvend is bestemd voor permanente bewoning door een particulier huishouden.De getoonde gegevens betreffen alleen woningen. Het gaat hier niet om recreatiewoningen, wooneenheden en bijzondere woongebouwen. De woningvoorraad wordt bepaald op basis van een koppeling tussen het WoningRegister (WRG) en het WOZ-register met een aanvulling uit het woningbestand van het Kadaster en de jaarbestanden van de Woningstatistiek.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
De bepaling van huur/eigen woning gebeurt op basis van een koppeling tussen het WoningRegister (WRG) en het WOZ-register, aangevuld met gegevens uit het Kadasterwoningbestand en de Woningstatistiekjaarbestanden
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Zie voor de korte onderzoeksbeschrijving de toelichting van de woningvoorraad naar eigendom op de website van het CBS.
Betrouwbaarheidscodering
A (Integrale enquête).

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
06
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Woningvoorraad naar eigendom, 2006-2011 (indicator 2164, versie 01,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.