Visvangst in de Noordzee, 1990-2004

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Door overbevissing zijn veel visbestanden in de Noordzee de afgelopen decennia sterk geslonken. De visvangst is daardoor tevens afgenomen.

  199019952000200220032004
        
  miljoen kg    
        
TongTAC25,028,022,016,015,917,0
 Totale vangst (alle landen) 35,130,522,516,916,9.
 Gerapporteerde Nederlandse vangst18,220,915,312,112,5.
        
ScholTAC18011597777361
 Totale vangst (alle landen)15698817067.
 Gerapporteerde Nederlandse vangst7944352927.
        
HaringTAC 1)415440301301452498
 Totale vangst (alle landen) 2)646579388372480.
 Gerapporteerde Nederlandse vangst 1).82545581.
        
KabeljauwTAC 3)12614093563131
 Totale vangst (alle landen) 4)126136715531.
 Gerapporteerde Nederlandse vangst 4)8,411,26,04,72,3.
        
Bron: ICES (2005).CBS/MC/jun05/0074
1) Inclusief Oostelijk Kanaal; TAC vanaf 2000 inclusief plafond voor bijvangsten. 2) Inclusief Oostelijk Kanaal, Skagerrak en Kattegat. 3) Inclusief Skagerrak. 4) Inclusief Oostelijk Kanaal en Skagerrak.

Vangsten afgenomen

De totale en Nederlandse vangst van tong-, schol-, kabeljauw en haring in de Noordzee zijn de laatste tien jaar verder afgenomen. Door overbevissing zijn veel visbestanden in de Noordzee de laatste decennia sterk geslonken. Ook mag er minder gevangen worden als gevolg van vangstbeperkende maatregelen die het herstel van de visbestanden tot doel hebben.

Visserij beïnvloedt ook andere delen zee-ecosysteem

De visserij heeft ook bijeffecten op andere soorten in het zee-ecosysteem. Zo heeft de visserij op spisula (een schelpdier) belangrijke gevolgen voor het voorkomen van de zwarte zee-eend. Langlevende soorten als roggen zijn sterk achteruitgegaan, hoogstwaarschijnlijk als gevolg van de visserij. Veel zeedieren worden als bijvangst meegevangen. De boomkorvisserij op platvis leidt tot een hoge sterfte en een verschuiving in de leeftijdsopbouw bij bodemdieren. Onderzoek naar de lange termijneffecten van de visserij wijst op een afname van de dichtheden van tweekleppigen en sommige kreeftachtigen, en een toename van kleine, kortlevende wormen.

Bronnen

  • ICES (2005). ICES Advise on fish stocks. Advisory Committee om Fishery Management, International Council for the Exploration of the Sea, Kopenhagen.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
De gegevens over de vangst van haring en kabeljauw omvatten naast de Noordzee ook enkele aangrenzende zeegebieden. Bij haring wordt onderscheid gemaakt tussen rassen die zich in het voorjaar voortplanten en die dit in het najaar doen. De Noordzee-haring plant zich in het najaar voort. Zij komt voor in de Noordzee, het Oostelijk Kanaal, en een deel van het jaar in het Skagerrak. In het Skagerrak en Kattegat worden twee haringrassen aangetroffen, die zich respectievelijk in het voorjaar en najaar voortplanten. In het onderzoek naar de omvang van de visbestanden worden deze tezamen genomen. Door deze biologie omvat de totale vangst (door alle landen) van Noordzee-haring naast de Noordzee ook het Oostelijk Kanaal, Skagerrak en Kattegat. Omdat de Nederlandse vloot niet in het Skagerrak en Kattegat op haring vist, betreft de Nederlandse vangst alleen de Noordzee en het Oostelijk Kanaal. Ook de gebiedsindeling bij kabeljauw is zo gekozen dat we te maken hebben met één populatie.Bij haring en kabeljauw hebben de gegevens over de TAC betrekking op andere zeegebieden dan de gegevens over de totale vangst. Dit komt vooral doordat de indeling die gebruikt wordt voor het onderzoek naar de omvang van de visbestanden niet aansluit bij de administratieve indeling die de Europese Commissie gebruikt voor de vaststelling van de TAC's.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
21
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
20
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Visvangst in de Noordzee, 1990-2004 (indicator 0074, versie 06,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.