Relatie ontwikkelingen emissies en luchtkwaliteit, 1990-2021

De emissies en de gemeten concentraties van stikstofoxiden, zwaveldioxide en fijnstof dalen tussen 1993 en 2021 in gelijke mate. Voor ammoniak (NH3) lopen de trends uit elkaar, waarbij de daling van de Nederlandse emissie niet terug te zien is in de gemeten concentraties. Een beknopte duiding hiervoor wordt hieronder gegeven.

Stikstofoxiden (NOx)

Het verloop van de NOX-concentraties op verkeersbelaste luchtkwaliteit meetstations komt overeen met de dalende trend van de NOx-verkeersemissies in de bebouwde kom. Ten opzichte van het jaar 2005 (index = 100 in de figuur) is in 2021 de gemiddelde NOX-concentratie van stedelijk verkeer circa 63% gedaald. De NOx-emissie door verkeer in de bebouwde kom is in 2021 ongeveer 49% gedaald ten opzichte van de emissie in 2005.
De volgende CLO indicatoren gaan verder in op de NOX-concentraties en NOX-emisises:

Zwaveldioxide (SO2)

Zwaveldioxide (SO2) kan tot enkele dagen in de atmosfeer verblijven en zich daardoor over een groot gebied verspreiden. De SO2-emissies van onze buurlanden in Noordwest-Europa bepalen dan ook een groot deel van de concentratie in Nederland. De langjarige trends van deze emissies, de emissies uit Nederland en de gemeten concentraties van SO2 zijn dalend, maar de laatste jaren lijkt de daling te stagneren.
In het jaar 2021 is de gemiddelde SO2 concentratie circa 82% gedaald ten opzichte van jaar 2005 (index = 100 in het figuur). De zwavelemissies in Nederland zijn sinds 2005 met circa 69% gedaald.
Zie meer informatie over de concentraties en emissies van SO2:

Fijnstof (PM10)

Bij fijnstof (PM10) is het verband tussen emissies en concentraties minder eenvoudig dan bij stikstofoxiden en zwaveldioxide. Een groot deel van de fijnstof concentratie wordt gevormd uit gasvormige componenten (secondair fijnstof). Ook zijn emissies van natuurlijke bronnen niet goed bekend. De van jaar tot jaar variërende meteorologische omstandigheden dragen bij aan zichtbare variaties in gemeten concentraties. Ten opzichte van het jaar 2005 (index = 100 in de figuur) is de PM10 concentratie in 2021 met circa 41% gedaald. De fijnstof emissies uit Nederland zijn in 2021 met ongeveer 39% gedaald t.o.v. 2005.
Meer over fijnstof concentraties is te lezen in de CLO indicator Fijn stof (PM10) in lucht, 1992-2020.

Ammoniak (NH3)

Vanaf de jaren negentig is de emissie van NH3 in Nederland meer dan gehalveerd. De daling in de emissie was het grootst in de jaren negentig. Vanaf 2005 zijn de emissies nog ca. 20% gedaald en na 2013 zijn ze vrijwel constant gebleven. De NH3 concentratie in de lucht is in de jaren negentig ook gedaald. Vanaf 2000 is de NH3 concentratie in de lucht niet verder afgenomen en na 2010 is de NH3 concentratie toegenomen. Net als bij fijnstof zien we bij de ammoniakconcentraties variaties van jaar tot jaar, onder andere door de variërende meteorologische omstandigheden. De jaren 2018 en 2019 waren erg droog, zonnig en warm waardoor minder ammoniak neersloeg en meer in de lucht achter bleef (Hoogerbrugge et al. 2019, 2021). Door (Wichink Kruit en van Pul, 2018) is onderzoek gedaan naar de processen die invloed hebben op de ammoniakconcentratie en -depositie. Ammoniak kan met zwavel- en stikstofdioxide ammoniakzouten (secundair fijnstof) vormen. Omdat er steeds minder zwavel- en stikstofdioxiden in de lucht aanwezig zijn, wordt er steeds minder ammoniak omgezet in ammoniakzouten en blijft er meer ammoniak in de lucht over. Hierdoor is het dus mogelijk dat de ammoniakconcentraties in de loop van de tijd toenemen bij vrijwel gelijkblijvende ammoniakemissies. In het Verenigd Koninkrijk is dit patroon ook waargenomen (Tang et al., 2018).
Meer over ammoniakconcentraties en -emissies is te vinden op:

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Relatie ontwikkelingen emissies en milieukwaliteit
Omschrijving
Verloop van de concentratie en emissies van stikstofoxiden, zwaveldioxide, fijn stof en ammoniak
Verantwoordelijk instituut
RIVM, gebaseerd op cijfers van de NFR-rapportage, Emissieregistratie en metingen
Berekeningswijze
NB: de berekeningswijze is specifiek voor deze indicator versie, eerdere versies kunnen een verschillende berekeningswijze hebben.NOx: Concentratiebijdrage van stedelijk verkeer is bepaald door het verschil te nemen tussen gemiddelde concentratie van verkeersbelaste en van regionale stations (Luchtmeetnet.nl). Emissiebijdrage van stedelijk verkeer komen uit Emex (Emissieregistratie) gebruik makend van het totaal van de GCN-indeling voor stedelijk wegverkeer. Koude start-emissies zijn niet in deze dataset meegenomen. SO2: Gemiddelde concentratie op regionale stations (Luchtmeetnet.nl) Emissies in Nederland NFR-rapportage (EMEP 2023).PM10: Gemiddelde gemeten concentraties op regionale stations (www.luchtmeetnet.nl). De NOx emissies van wegverkeer in stedelijk gebied (eigenlijk die van bebouwde kom) zijn afkomstig van de Emissieregistratie (op te vragen via emissieregistratie@rivm.nl).De Nederlandse emissies van PM10, SO2 en NH3 zijn afkomstig uit de NFR. De NFR-emissies zijn te vinden op Reported emission data (ceip.at).NH3: De emissies voor Nederland zijn berekend op basis van gerapporteerde dieraantallen, mestcijfers en verplicht gestelde milieumaatregelen (ER, 2019).De tijdreeks 'concentratie Nederland' is gebaseerd op een vast aantal meetpunten: 27 MAN-gebieden en 8 LML-stations. Om elke locatie even zwaar mee te wegen, wordt de tijdreeks van elk locatie genormaliseerd (dat is: elk meetpunt wordt gedeeld door het tijdreeksgemiddelde per locatie). Daarna worden de 35 genormaliseerde tijdreeksen gemiddeld: de genormaliseerde tijdreeks van Nederland. Afkapwaarde voor de berekening van jaargemiddelden is 75% databeschikbaarheid gehanteerd. Eerst zijn de concentraties gemiddeld en daarna geïndexeerd met jaar 2005 = 100. Voor SO2 zijn voor de jaren 1990 t/m 1993 een selectie van stations gemaakt op basis van de beschikbare stations vanaf 1994.
Basistabel
Gegevens van de Emissieregistratie (opvraagbaar via emissieregistratie@rivm.nl), NFR-(op de CEIP-website www.ceip.at) en www.luchtmeetnet.nl (waaronder Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit)
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Eenmaal per jaar
Betrouwbaarheidscodering
C en voor emissies: Zie Kwaliteit van de emissiecijfers Emissieregistratie

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Relatie ontwikkelingen emissies en luchtkwaliteit, 1990-2021 (indicator 0081, versie 14,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.