Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1980-2001
1980 | 1990 | 1995 | 1998 | 1999 | 2000 | 2001* | ||
miljoen kg | ||||||||
Totaal | 220 | 223 | 179 | 159 | 153 | 139 | 134 | |
Dierlijke mest | 204 | 210 | 166 | 147 | 141 | 128 | 124 | |
w.v. | stal en mestopslag | 77 | 89 | 89 | 77 | 79 | 73 | 71 |
uitrijden van mest | 114 | 105 | 62 | 57 | 51 | 45 | 42 | |
beweiding | 14 | 16 | 14 | 13 | 11 | 10 | 11 | |
Kunstmest | 15 | 13 | 13 | 13 | 12 | 11 | 11 | |
% | ||||||||
Verandering t.o.v. 1980 | 100 | 101 | 81 | 72 | 70 | 63 | 61 | |
Bron: Van der Hoek. | RIVM/MC/okt02 |
Ontwikkeling ammoniakemissie door de land- en tuinbouw
In 1980 werd alle dierlijke mest bovengronds toegediend. Emissiearme aanwending werd vanaf 1990 in toenemende mate toegepast. Uit een enquête bij de Landbouwtelling 2000 bleek dat vrijwel alle dierlijke mest emissiearm uitgereden werd. Uit de enquête over 2001 bleek dat ongeveer 15% van alle varkens gehuisvest zijn in een emissiearme stal. In de periode 1980 tot omstreeks 1990 vertonen de ammoniakemissie en de stikstofexcretie van alle landbouwhuisdieren een zelfde stijgend verloop. Vanaf omstreeks 1990 daalt vanwege de emissiearme mestaanwending de ammoniakemissie sneller dan de stikstofexcretie.
Methodiek
De ammoniakemissie voor de jaren 1980 en 1990 is iets hoger dan in voorgaande publicaties is vermeld. Voor een aantal recente jaren is de ammoniakemissie bij aanwending van kunstmest namelijk berekend op basis van 2,6% vervluchtiging, terwijl voor oudere jaren met 2,0% vervluchtiging is gerekend. Om dit kunstmatige verschil recht te trekken is de ammoniakemissie bij aanwending van kunstmest voor alle jaren herberekend op basis van 2,6% vervluchtiging.
Referenties
- Hoek, K.W. van der (2002). Uitgangspunten voor de mest- en ammoniakberekeningen 1999 tot en met 2001 zoals gebruikt in de Milieubalans 2001 en 2002, inclusief dataset landbouwemissies 1980-2001. RIVM (rapportnr. 773 004 013), Bilthoven.
- Steenvoorden, J.H.A.M., W.J. Bruins, et al. (1999). Monitoring van nationale ammoniakemissies uit de landbouw. Op weg naar een verbeterde rekenmethodiek. Reeks Milieuplanbureau 6. DLO-Staringcentrum, Wageningen.
Relevante informatie
- Recente emissiecijfers kunnen in detail bekeken worden op het Datawarehouse van de Emissieregistratie. Verder is via deze site informatie beschikbaar over de methodieken voor het bepalen van emissiecijfers en informatie over wijzigingen in methodieken.
Archief van deze indicator
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2021 (actuele versie , 19 mei 2023 )
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2020 (v18 , 08 dec 2022 )
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2018 (v17 , 08 okt 2020 )
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2017 (v16 , 02 okt 2019 )
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2016 (v15 , 05 sep 2018 )
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2015 (v14 , 15 sep 2017 )
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2014 (v13 , 15 sep 2016 )
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2013 (v12 , 22 dec 2015 )
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2012 (v11 , 28 aug 2014 )
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2010 (v10 , 20 aug 2012 )
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2009 (v09 , 31 mei 2011 )
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2007 (v08 , 03 sep 2008 )
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2006 (v07 , 15 jul 2008 )
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw (v06 , 17 feb 2006 )
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw (v05 , 12 jan 2006 )
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1980-2002 (v04 , 05 nov 2003 )
- Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1980-2001 (v03 , 24 sep 2002 )
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2002). Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1980-2001 (indicator 0101, versie 03 , 24 september 2002 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.