Impulsprogramma zwerfafval

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Om zwerfafval in de leefomgeving van mensen terug te dringen hebben de Rijksoverheid, de gemeenten en het bedrijfsleven gezamenlijk afspraken gemaakt binnen het Impulsprogramma Zwerfafval.

Zwerfafval, bron van ergernis

In Nederland belanden jaarlijks vele miljoenen lege blikjes en flesjes en nog een heleboel ander afval, zoals snoeppapiertjes, sigarettenpeuken en reclamedrukwerk, op straat. Zwerfafval wordt in het algemeen ervaren als een grote bron van ergernis. Hoe burgers de kwaliteit van hun directe leefomgeving beleven, wordt mede bepaald door zwerfafval.
Nadat er in 2002 afspraken waren vastgelegd in het deelconvenant Zwerfafval (als onderdeel vanhet Convenant Verpakkingen III), hebben de Rijksoverheid, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het bedrijfsleven (VNO-NCW, ook namens MKB-Nederland) gezamenlijk het Impulsprogramma Zwerfafval opgestart om de hoeveelheid zwerfafval op straat terug te dringen (VROM, 2006).

Definitie zwerfafval

Zwerfafval is al het afval dat rondslingert op straat, in de berm, op het strand of bijvoorbeeld in natuurparken. Zwerfafval is 'afval dat door mensen bewust of onbewust is weggegooid of achtergelaten op plaatsen die daar niet voor bestemd zijn of door indirect toedoen of nalatigheid van mensen op die plaatsen is terecht gekomen.'

Impulsprogramma zwerfafval

In 2006 hebben het ministerie van VROM, de VNG en VNO-NCW afspraken gemaakt over de intensivering van de zwerfafvalbestrijding in Nederland. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Impulsprogramma Zwerfafval, en moeten een krachtige impuls geven aan het realiseren van samenwerking en voor de inzet van middelen, maatregelen en instrumenten. Met het Impulsprogramma Zwerfafval concluderen de drie partijen dat de problematiek van het zwerfafval een maatschappelijk probleem is dat alleen via een gemeenschappelijke inspanning tot een oplossing kan worden gebracht.
Onder het motto 'al doende leren en lerend doen' wordt in de periode 2007-2009 gewerkt aan de gewenste vermindering van zwerfafval. De beoogde impuls omvat drie concrete uitvoeringscomponenten:

  • 1. Preventie en innovatie
  • 2. Handhaving
  • 3. Slim en effectief opruimen.


Hiermee verwachten de samenwerkende partijen dat met preventie, handhaving en slim en effectief opruimen de openbare ruimte in Nederland zichtbaar en meetbaar schoner wordt tussen 2007 en 2009.
De uitvoering van het programma ligt bij de Stichting Nederland Schoon (namens het bedrijfsleven) en SenterNovem (namens de overheid).
Voor het programma is 48 miljoen euro gereserveerd. Hiervan draagt het bedrijfsleven 33 miljoen euro bij en de Rijksoverheid 15 miljoen euro.
In een raamovereenkomst tussen VROM, gemeenten en het verpakkende bedrijfsleven is op 27 juli 2007 overeengekomen dat uit een in te stellen afvalfonds jaarlijks 11 miljoen euro wordt uitgekeerd aan gemeenten ter vergoeding van de gemaakte kosten om het Impulsprogramma uit te voeren (VROM, 2007).

Bronnen

  • VROM (2002). Derde Convenant Verpakkingen. Den Haag : Ministerie van VROM.
  • VROM (2006). Impulsprogramma zwerfafval. Brief aan de Tweede Kamer van de Staatssecretaris van Milieubeheer, 14 december 2006, Den Haag.
  • VROM (2007). Raamovereenkomst. Brief aan Tweede Kamer van Minister van VROM, 15 augustus 2007. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Den Haag.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
06
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Impulsprogramma zwerfafval (indicator 0399, versie 05,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.