Kosten en financiering natuur- en landschapsbeheer, 1999-2003

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De uitgaven voor het beheer van natuur en landschap zijn tussen 1999 en 2003 met 30% gestegen. Het overgrote deel van deze kosten wordt gefinancieerd door de overheid, met name het Rijk.

  1999200020012003*
      
Kostenmln euro   
Bruto kosten7499151000974
w.o.verwerving natuurterreinen123234228135
 inrichting en beheer299320375369
 apparaatskosten201224255299
Opbrengsten44474957
Netto kosten705868951917
      
Specificatie netto kosten naar sector    
Rijk263325401415
Provincies58666871
Landbouw30353955
Natuurbeschermingsorganisaties253337335279
Overige sectoren 1)10110510897
      
Financiering    
Totaal705868951917
Overheid492597685713
w.o.Rijk422496582577
Particulieren 2)9215214687
Huishoudens120116117117
Onverdeeld2431
      
Bron: CBS (2005).CBS/MNC/okt05/0519
1) Gemeenten, waterschappen, delfstoffenwinning, industrie, nutsbedrijven, particuliere bosbouw. 2) Landbouw, delfstoffenwinning, industrie, nutsbedrijven, particuliere bosbouw, natuurbeschermingsorganisaties.

Uitgaven voor natuur en landschap sterk gestegen

De netto kosten voor natuur- en landschapsbeheer zijn tussen 1999 en 2003 met 30% gestegen. Vooral door het Rijk is flink meer uitgegeven aan natuur en landschap: in 2003 58% meer dan in 1999.

Verwerving, inrichting en beheer natuurterreinen

Sinds 1990 wordt gewerkt aan het tot stand komen van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), een aaneengesloten netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden. Het is de bedoeling dat de EHS in 2018 is gerealiseerd. Ruim de helft van de bruto kosten voor natuur- en landschapsbeheer wordt besteed aan grondverwerving in het kader van de EHS, en de inrichting en het beheer van natuurterreinen (54% in 2003). Daarnaast wordt ongeveer een kwart uitgegeven als apparaatskosten (kosten voor personen en hulpmiddelen die nodig zijn voor het doen functioneren van een instelling of het verrichten van een taak). Ten slotte wordt er ook veel geld aan uitgegeven aan educatie, voorlichting en onderzoek op het gebied van natuur- en landschapsbeheer.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer gegevens over de kosten en financiering van het natuur- en landschapsbeheer is te vinden op StatLine (CBS).

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
De uitgaven voor de verwerving, inrichting en het beheer van natuurterreinen worden als jaarlijkse kosten weergegeven. De reden hiervoor is dat er wordt uitgegaan van de mannier waarop het Rijk haar uitgaven verantwoordt: bij de rijksoverheid worden de totale uitgaven in een bepaald jaar verantwoord als kosten. Hierbij wordt een bepaalde investering in één keer als totaal afgeschreven. De kosten worden dus niet - zoals gebruikelijk - over meerdere jaren verdeeld op basis van de te verwachten economische levensduur.Op StatLine publiceert het CBS naast de hieronder genoemde publicatie (CBS, 2005) ook een publicatie met gegevens over de kosten en financiering van het natuur- en landschapsbeheer voor de periode 1985-1997. Deze cijfers uit de laatstgenoemde publicatie sluiten niet (helemaal) aan op de hier gepresenteerde gegevens. Een zeer belangrijke wijziging betreft de overdrachten van de huishoudens aan overige natuurbeschermingsorganisaties. Deze overdrachten zijn vanaf 1999 toegevoegd aan de al opgenomen overdrachten die worden verkregen via het Rijk en de provincies. De eigen kosten van deze organisaties zijn met eenzelfde bedrag verhoogd
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Kosten en financiering natuur- en landschapsbeheer, 1999-2003 (indicator 0519, versie 01,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.