Flora van halfnatuurlijke graslanden, 1999-2010
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
In halfnatuurlijke graslanden nemen de houtige gewassen en ruigtekruiden toe.
Halfnatuurlijke graslanden
Halfnatuurlijke graslanden is de verzamelnaam voor diverse typen van grazige onbemeste soortenrijke vegetaties zoals blauwgraslanden en dotterbloemhooilanden op natte bodems en heischrale- en kalkgraslanden op drogere bodems. De halfnatuurlijke graslanden liggen verspreid over het land en beslaan nog ongeveer 35.000 ha.
Dichtgroeien graslanden
Veel ontwikkelingen spelen in zowel droge als vochtige graslanden. De meest in het oog springende verandering is de toename van bomen en struiken en ruigtesoorten (eerste en tweede tabblad), zowel in droge als vochtige graslanden. Ruigtesoorten die toenemen zijn bijvoorbeeld boerenwormkruid, gewone berenklauw, bramen, koninginnekruid en grote kattenstaart. Al deze verschijnselen wijzen op het dichtgroeien van graslanden. Dat is een natuurlijk proces dat wordt versneld door voedselrijke omstandigheden (vermesting) en wordt tegengegaan met beheersmaatregelen als begrazing en maaien.
Tegenover het dichtgroeien staat een afname van pionierplanten en - alleen in vochtige graslanden - ook van kruiden.
Rode Lijst soorten en kenmerkende soorten
In de droge graslanden is een opvallende achteruitgang van de Rode Lijst soorten, terwijl in vochtige graslanden het aantal en de bedekking van deze groep van bedreigde soorten min of meer gelijk blijft (derde tabblad). Ook kenmerkende soorten nemen af, zowel in droge als in vochtige graslanden. Dit komt tot uitdrukking in de afnemende indexwaarde van deze groep soorten (vierde tabblad). Kenmerkende soorten die achteruitgaan zijn bijvoorbeeld kluwenhoornbloem, timoteegras en zachte dravik in droog grasland en geknikte vossenstaart en pinksterbloem in vochtig grasland (vijfde tabblad).
Verzuring, vermesting en verdroging
De indicatoren voor milieuomstandigheden wijzen niet op (verder) toenemende verdroging, vermesting of verzuring. Er zijn wél aanwijzingen dat de situatie iets verbetert, vooral ten aanzien van de verzuring en verdroging, maar de verandering is niet groot (zie de indicator over de ver-thema's). De vermindering van de verzuring is te zien aan de afname van indicatorsoorten van zure bodems, zowel in droge als vochtige graslanden. Voor wat betreft de verdroging is een toename te zien van het gemiddelde Ellenberggetal. Ook dit treedt op in zowel droge als vochtige graslanden. De toename van het Ellenberggetal voor vocht hoeft overigens niet te worden veroorzaakt door veranderingen in de hydrologie. Het microklimaat kan ook vochtiger worden als gevolg van het dichtgroeien van de graslanden.
Bronnen
- L. van Duuren red. (2004). Interprovinciale Inventarisatie-eenheden (IPI's) voor floristisch-, vegetatiekundig- en hydrobiologisch onderzoek. IAWM Subwerkgroep flora en vegetatie en Centraal Bureau voor de Statistiek.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Flora graslanden
- Omschrijving
- Veranderingen in de flora van halfnatuurlijke droge en vochtige graslanden. Een klein deel van de betrokken graslanden betreft ook graslanden met verschralend beheer en cultuurgraslanden met een natuurlijke inslag (zie IPI 240 en 413, Van Duuren, 2004).
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- Zie Download figuurdata
- Geografische verdeling
- Nederland
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Betrouwbaarheidscodering
- C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Flora van halfnatuurlijke graslanden, 1999-2010 (indicator 1548, versie 01,