Woningbouw en hinder rond regionale luchthavens, 2000 - 2012

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Bij vrijwel alle grote regionale luchthavens neemt het aantal omwonenden in het gebied direct rond de luchthavens (zone 56 dB(A) Lden) tussen 2000 en 2012 af. In een ruimer gebied, met een geluidbelasting tussen 39 en 56 dB(A) Lden, neemt alleen bij Rotterdam de ernstige hinder toe als gevolg van nieuwe woningbouw in de omgeving van de luchthaven. De analyse laat zien dat op dit moment ook in een ruimer gebied rond de luchthavens voorzichtig wordt omgegaan met woningbouw.

Regionale luchthavens

De regionale luchthavens bij Groningen, Lelystad, Rotterdam, Eindhoven en Maastricht zijn 'van nationaal belang'. Dit betekent dat het Rijk hiervoor het bevoegde gezag is. Voor alle andere regionale luchthavens is de provincie het bevoegd gezag. Door de komst van de Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens (RBML 2009) zijn voor de regionale luchthavens luchthavenbesluiten in ontwikkeling. Deze besluiten leggen, net als bij Schiphol, zones vast voor geluid en plaatsgebonden risico, gericht op sloop en verbod of beperking van de nieuwbouw van woningen. Naast zones worden handhavingspunten vastgesteld, waarvoor een maximum geluidsbelasting geldt. Deze zones moeten nog formeel vastgesteld worden.

Ontwikkeling binnen de geluidcontouren
Voor de verschillende luchthavens zijn de aantallen woningen berekend binnen de berekende geluidcontouren van de jaarlijks daadwerkelijk gerealiseerde vliegbewegingen. Daarnaast is op basis van deze geluidberekeningen het aantal ernstig gehinderden in de omgeving van deze luchthavens bepaald, op dezelfde wijze waarop dat rond Schiphol gebeurt.
Binnen de contour van 70 dB(A) Lden mogen in principe geen woningen liggen. Bij de regionale luchthavens is dat ook nergens het geval. Binnen de contour van 56 dB(A) Lden (hoog belaste woningen) geldt dat de provincie ernstig moet afwegen of woningbouw in dit gebied moet worden toegestaan.
Voor de regionale luchthavens is nagegaan welke invloed de woningbouw in de omgeving van de luchthavens heeft op de ernstige hinder in die gebieden. De hinder is voor de jaren 2000 t/m 2012 jaren berekend met de geluidbelasting van 2012 maar met de inwonersbestanden die bij de genoemde jaren horen, zodat alleen het effect van netto vestiging/vertrek van omwonenden op de hinder zichtbaar is.
Bij vrijwel alle grote regionale luchthavens neemt het aantal omwonenden in het gebied direct rond de luchthavens (zone 56 dB(A) Lden) tussen 2000 en 2012 af. Bij Lelystad en Groningen zijn in dit gebied te weinig inwoners voor een betrouwbare schatting van de ontwikkeling.
In een ruimer gebied, met een geluidbelasting tussen 39 en 56 dB(A) Lden, neemt alleen bij Rotterdam de ernstige hinder toe als gevolg van nieuwe woningbouw in de omgeving van de luchthaven. (39 dB(A) Lden is de ondergrens waarop de hinder geschat kan worden. Voor Lelystad geldt dat ook voor het 39 dB(A) Lden gebied geen betrouwbare schatting van de ontwikkeling gemaakt kan worden.
Voor Groningen en Lelystad liggen de geluidcontouren van dit gebied zo dicht bij de luchthavens, dat er maar een paar woningen binnen liggen. Als het aantal vluchten op de luchthavens toeneemt breiden de contouren van de geluidbelasting uit en zullen meer woningen worden blootgesteld aan hogere belasting. De analyse laat zien dat op dit moment ook in een ruimer gebied rond de luchthavens voorzichtig wordt omgegaan met woningbouw.

Beleidsdoelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Deze indicator verwijst naar de volgende doelen en nationale belangen:

  • Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuur-historische waarden behouden zijn (leefbaar en veilig)
  • Nationaal belang 8: Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's

Bronnen

  • Berekening blootstelling aan vliegtuiggeluid: Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR), Amsterdam. www.nlr.nl
  • Telling woningen/inwoners: Woningregister, Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Voorburg.
  • Breugelmans, O.R.P. (2005). De relatie tussen vliegtuiggeluid en zelfgerapporteerde ernstige hinder en ernstige slaapverstoring in Nederland: Uitkomst van de Gezondheidskundige Evaluatie Schiphol. RIVM, Bilthoven.
  • IenM (2012), Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, Den haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Ernstige hinder en ernstige slaapverstoring rond regionale luchthavens
Omschrijving
Trend van de ernstige hinder en ernstige slaapverstoring door vliegtuiggeluid rond regionale luchthavens, 2000 - 2010
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
Berekeningswijze
De geluidbelasting, uitgedrukt in Lden, is berekend door het NLR, op basis van radartracks (werkelijk gevlogen routes). De hinder en slaapverstoring is berekend met de dosis-effectrelaties uit de Gezondheidskundige Evaluatie Schiphol (Breugelmans, 2005). De Lden (Engels: Level day-evening-night) is een maat om de geluidsbelasting door omgevingslawaai uit te drukken. Met ingang van 2004 werd het gebruik van de Lden in alle Europese landen verplicht. Dit hing samen met de implementatie van de Europese Richtlijn Omgevingslawaai (bron: Wikipedia).
Basistabel
-
Geografische verdeling
Gebieden rond de luchthaven Schiphol
Verschijningsfrequentie
2 jaar
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Woningbouw en hinder rond regionale luchthavens, 2000 - 2012 (indicator 2162, versie 01,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.