Ozon in lucht en volksgezondheid, 1990-2023

In 2023 werd op maximaal 22 dagen de grenswaarde van ozon voor de bescherming van de volksgezondheid overschreden. Dit is lager dan het maximum aantal toegestane dagen van 25. Op vier dagen in 2023 lag de gemeten ozonconcentratie behoorlijk hoog. De bevolking is op die dagen gewaarschuwd, zodat met name risicogroepen maatregelen konden nemen om hun blootstelling te verminderen.

Richtwaarde overschreden

Om de blootstelling van de bevolking aan hoge ozonconcentraties te verminderen heeft de Europese Unie (EU) een richtwaarde en een langetermijndoelstelling vastgesteld. De richtwaarde bedraagt 120 µg/m3 voor de hoogste 8-uursgemiddelde gemeten ozonconcentratie per dag. Deze waarde mag vanaf 2010 gemiddeld over drie jaar niet vaker dan 25 dagen worden overschreden. In 2023 werd op het meetstation Ruyterstraat in Nijmegen in totaal 22 dagen de richtwaarde overschreden (zie figuur ‘Overschrijding richtwaarde ozon’). Dit is het hoogste aantal dagen op een meetlocatie van de in totaal 45 meetlocaties. De gemeten concentratie lag gemiddeld over alle locaties slechts 14 dagen boven de 120 µg/m3 in 2023.

In figuur ’Overschrijding richtwaarde ozon’ is te zien dat er grote verschillen zijn tussen jaren. De grote jaarlijkse variatie in ozonconcentraties wordt vooral veroorzaakt door verschillen in weersomstandigheden. Tijdens warme dagen met weinig wind uit oostelijke of zuidelijke richting zijn de omstandigheden gunstig voor ozonvorming. In jaren met veel zomerse dagen, zoals 1994, 1995, 2003, 2006 en 2018, komen vaker hogere ozonconcentraties voor dan gedurende jaren met minder zomerse dagen.

Om te beoordelen of er sprake is van een normoverschrijding wordt het gemiddelde over drie opeenvolgende jaren berekend. De figuur ‘Hoogste 3-jarig gemiddelde overschrijding’ laat de opeenvolgende driejarig gemiddelden zien, met de waarde weergegeven in het laatste jaar van die drie jaar. Een enkele uitbijter zoals in 2018 is toegestaan als dit niet leidt tot een gemiddelde boven de 25 dagen over de drie opeenvolgende jaren. Het driejarig gemiddelde van de afgelopen drie jaren (2021, 2022 en 2023) was 17 dagen. Voor 2023 is het driejarig gemiddelde dus ruim onder de richtwaarde. 

De formele rapportage over de ozonconcentraties in Nederland en de toetsing aan de Europese regelgeving is te lezen op de website van het Europese Milieu Agentschap (EEA).

Langetermijndoelstelling nog niet gehaald in 2023 

Er is ook een langetermijndoelstelling van de EU voor ozon. Deze doelstelling houdt in dat de concentratie gemiddeld over een dag helemaal niet meer hoger mag worden dan 120 µg/m3. Deze doelstelling is in het verleden nog niet gehaald en ook niet in 2023.

Ozonconcentraties door de jaren heen

In de afgelopen dertig jaar is het aantal dagen waarop het 8-uursgemiddelde boven de 120 µg/muitkwam gedaald (figuur ‘Overschrijding richtwaarde ozon’). In de jaren negentig van de vorige eeuw was dit aantal gemiddeld 35 dagen, in de eerste tien jaar van deze eeuw gemiddeld 27 dagen en vanaf 2010 gemiddeld 19 dagen. Sinds 2009 is geen structurele daling meer waargenomen. Dit maakt het op korte termijn onwaarschijnlijk om het hele jaar onder een hoogste 8-uursgemiddelde ozonconcentratie van 120 µg/m3 te blijven en daarmee aan de langetermijndoelstelling te voldoen.

Blootstelling lager in de steden

Ozon verdwijnt uit de lucht als gevolg van een chemische reactie met stikstofoxiden onder invloed van zonlicht. In steden vindt uitstoot van stikstofoxiden voornamelijk plaats door wegverkeer. In steden is veel wegverkeer en daarom wordt er relatief veel ozon omgezet. In meer rurale gebieden zijn minder stikstofoxiden aanwezig. Dat is terug te zien in de metingen: op de regionale achtergrondstations meten we de hoogste ozonconcentraties.

Informatie- en alarmdrempel voor ozon

De Nederlandse Omgevingsregeling kent voor ozon een zogenoemde informatie- en een alarmdrempel. Het betreft uurgemiddelde ozonconcentraties van 180 respectievelijk 240 µg/m3. Als de ozonconcentratie boven de informatiedrempel van 180 μg/m3 komt, is er sprake van matige smog. De overheid moet dan op een actieve manier informatie verspreiden over de luchtkwaliteit. De alarmdrempel, een uurgemiddelde ozonconcentratie boven 240 μg/m3, is het niveau waarboven door kortstondige blootstelling zodanige risico's voor de gezondheid optreden dat bij overschrijding zo spoedig mogelijk doeltreffende maatregelen moeten worden genomen. In dit geval is er sprake van ernstige smog. De bevolking wordt via internet (www.rivm.nl/smog, www.luchtmeetnet.nl), Teletekstpagina 711 en met persberichten over smog geïnformeerd. Luchtmeetnet geeft de verwachting van de ozonconcentraties voor de komende dagen.

Smog door ozon

In 2023 werd de informatiedrempel op slechts vier dagen overschreden. Overschrijding van de informatiedrempel is de afgelopen circa 10 jaar lager dan begin jaren negentig. Onderzoek heeft aangetoond dat de frequentie van smogepisodes, dat wil zeggen meerdere aaneengesloten dagen met hoge ozonconcentraties, minder is geworden tussen 1990 en 2010 (Buijsman, 2011). Sindsdien lijkt de frequentie stabiel gebleven (zie figuur ‘Overschrijding informatiedrempel’). In de afgelopen 10 jaar bedraagt het aantal dagen met een overschrijding van de informatiedrempel minder dan 10 dagen. Overschrijdingen van de alarmdrempel van 240 μg/m3 komen nauwelijks meer voor. De laatste overschrijding was in 2020. 

WHO-advieswaarden worden niet gehaald

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hanteert advieswaarden die strenger zijn dan de Nederlandse richtwaarden. In Nederland is de richtlijn maximaal 25 dagen met een 8-uursgemiddelde van boven de 120 µg/m3, terwijl de WHO vier dagen met een 8-uursgemiddelde van boven de 100 µg/m3 aanhoudt als advieswaarde (WHO, 2021). De Nederlandse richtwaarde werd in 2023 maximaal 22 keer overschreden op een meetlocatie, terwijl de WHO-advieswaarde maximaal 45 keer werd overschreden op een andere locatie. Er is geen enkele locatie waar aan de WHO-advieswaarde wordt voldaan.

De WHO kent nog een tweede advieswaarde waarbij de hoogste gemiddelde maximale 8-uursgemiddelde ozonconcentratie over zes aaneengesloten maanden niet meer mag zijn dan 60 µg/m3. Deze waarde is in 2023 in Nederland op elke meetlocatie overschreden. De hoogste gemiddelde maximale 8-uursgemiddelde concentratie in het ozonpiekseizoen (zomer) varieert tussen 64 en 88 µg/m3.

Ozon en gezondheid

Blootstelling aan ozon kan leiden tot schadelijke effecten op de gezondheid van de mens (WHO, 2021). Kortdurende blootstelling aan verhoogde ozonconcentraties gedurende perioden met zomersmog staat in verband met toename van luchtwegklachten, verergering van astma en meer medicijngebruik, longfunctiedaling en ontstekingsreacties, meer ziekenhuisopnames en vroegtijdige sterfte. Kinderen, ouderen en personen met hart- en luchtwegaandoeningen behoren tot de risicogroepen voor effecten van ozon vanwege hun verhoogde gevoeligheid. Mensen die zich in de namiddag of vroege avond - wanneer de ozonconcentraties het hoogste zijn - langdurig (zeer) lichamelijk inspannen, vormen een risicogroep vanwege hun verhoogde blootstelling. De simpelste manier om blootstelling te verminderen is door tijdens een smogperiode rustig binnenshuis te blijven. In huis liggen de concentraties lager.

Onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 2021) heeft bevestigd dat herhaalde blootstelling aan ozon mogelijk leidt tot een blijvende verminderde werking van de longen. Gezondheidskundig onderzoek geeft geen aanleiding om te veronderstellen dat er een drempelwaarde bestaat, dat wil zeggen een ozonconcentratie waar beneden geen effecten op de menselijke gezondheid te verwachten zijn. Ook lage concentraties hebben dus mogelijk een nadelig effect.

Ozon en de ozonlaag

De ozonconcentratie gemeten door het RIVM heeft geen invloed op de ozonlaag. De ozonlaag is een laag in de lucht op een hoogte tussen 15 en 50 km boven zeeniveau met verhoogde ozonconcentraties. Het RIVM meet de ozonconcentraties aan de grond op leefniveau. Omdat de onderste luchtlaag en hogere luchtlagen weinig worden gemengd, heeft de vorming van ozon aan de grond nauwelijks effect op de ozonlaag hoog in de atmosfeer.

 

Bronnen

  • WHO global air quality guidelines. Particulate matter (PM2.5 and PM10), ozone, nitrogen dioxide, sulfur dioxide and carbon monoxide. Geneva: World Health Organization; 2021.
  • Buijsman, E. (2011) Smog de maat genomen.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Ozonconcentraties op leefniveau

Omschrijving

Aantal dagen 8-uursgemiddelde boven 120 μg/m3 en aantal overschrijdingen van de informatie- en alarmdrempel.

Verantwoordelijk instituut

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

Berekeningswijze

Het jaar- en driejaargemiddelde aantal dagen met hoogste voortschrijdende 8-uursgemiddelde ozonconcentraties boven de 120 µg/m3 zijn gebaseerd op metingen op de stations van het luchtmeetnet (www.luchtmeetnet.nl). Voor de berekening van de blootstelling is gebruik gemaakt van het station waar dit aantal dagen per jaar het hoogst is. De ozonconcentraties in agglomeraties liggen iets lager dan in de regio. Voorheen werd het gemiddelde genomen, maar omdat dit voor een deel van de bevolking tot een onderschatting leidt is het maximum gekozen, hetgeen tot een overschatting kan leiden, maar wel een worst case schatting weergeeft. Het aantal meetstations kan per jaar wisselen.

Basistabel

Gegevens Luchtkwaliteit (GELUK) van het Centrum Milieukwaliteit (MIL) van het RIVM. Met daarin gegevens van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML), de GGD Amsterdam en de DCMR.

Geografische verdeling

-

Verschijningsfrequentie

1x per jaar

Achtergrondliteratuur

Hafkenscheid, Th., L. (2012) Vernieuwing meetopstellingen ozon in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. Vergelijking van oude en nieuwe meetopstellingen. RIVM briefrapport 680708012/2012

Opmerking

Medio 2011 zijn de ozonmonitoren in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) vervangen door nieuwe monitoren. Bij deze vervanging is gebleken dat de nieuwe monitoren circa 10% hogere concentraties aangeven dan de oude. Meetwaarden die zijn verkregen met de oude monitoren zijn daarom met terugwerkende kracht gecorrigeerd. De trendlijnen wijken dan ook af van de lijnen die in voorgaande jaren zijn gepresenteerd. Hafkenscheid (2012) geeft een toelichting op de correctie en de onderliggende argumentatie.

 

In 2022 is gekozen om het station met de hoogste score aan overschrijdingen te laten zien in plaats van het gemiddelde van regionale stations.

Betrouwbaarheidscodering
Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2025). Ozon in lucht en volksgezondheid, 1990-2023 (indicator 0238, versie 16, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.