Relatie ontwikkelingen emissies en luchtkwaliteit, 1990-2017

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Met luchtkwaliteitsmetingen kan men trends in emissies en daaruit berekende concentraties volgen. Het blijkt dat zowel de emissies als de gemeten concentraties van stikstofoxiden, zwaveldioxide en fijn stof tussen 1993 en 2017 in gelijke mate dalen. Voor ammoniak (NH3) lopen de trends uit elkaar.

Stikstofoxiden (NOx)

Het verloop van de meerjarige NOX-concentratiebijdrage in drukke straten komt overeen met de dalende trend van de NOx-verkeersemissies in de bebouwde kom. Daarnaast dalen de gemeten grootschalige NOX-concentraties ook met hetzelfde tempo als de landelijke emissies.

Zwaveldioxide (SO2)

Zwaveldioxide (SO2) kan uren tot dagen in de atmosfeer verblijven en zich daardoor over een groot gebied verspreiden. De SO2-emissies van onze buurlanden in Noordwest-Europa bepalen dan ook een groot deel van de concentratiebijdrage. Zowel deze emissies als de gemeten concentraties van SO2 dalen sterk.

Fijn stof (PM10)

Bij fijn stof (PM10) is het verband tussen emissies en concentraties minder eenvoudig. Een groot deel van de fijnstof concentratie wordt gevormd uit gasvormige componenten (secondair fijn stof). Ook zijn emissies van natuurlijke bronnen niet goed bekend. Toch komen de dalende trends vrij goed overeen wanneer de secundaire bijdrage gevormd uit reacties van NOx, NH3 en SO2 wordt verwerkt in de emissies. De van jaar-tot-jaar variërende meteorologische omstandigheden dragen bij aan zichtbare fluctuaties in gemeten concentraties.

Ammoniak (NH3)

Vanaf de jaren negentig daalt de gerapporteerde uitstoot van NH3. De hoeveelheid NH3 in de lucht is in het begin van deze periode ook gedaald. Over de periode 2005-2017 is de hoeveelheid NH3 in de lucht niet verder afgenomen. De emissies zijn tot 2013 gedaald, maar vanaf 2014 weer toegenomen. Wichink Kruit et al. (2018) tonen dat het verloop in de tijd van de ammoniakconcentratie in de lucht sterk wordt beïnvloed door de aanwezigheid van andere stoffen in de atmosfeer, zoals zwavel- en stikstofdioxide. Met deze andere stoffen vormt ammoniak fijnstof. Omdat de andere stoffen sterk zijn gedaald, wordt er minder ammoniak omgezet in fijnstof en blijft er dus meer ammoniak in de lucht achter.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Relatie ontwikkelingen emissies en milieukwaliteit
Omschrijving
Verloop van de concentratie en emissies van stikstofoxiden, zwaveldioxide, fijn stof en ammoniak
Verantwoordelijk instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (metingen, emissies)
Berekeningswijze
NOx: Concentratiebijdrage van stedelijk verkeer is bepaald door het verschil te nemen tussen gemiddelde concentratie van verkeersbelaste en van regionale stations (www.luchtmeetnet.nl). Emissies van binnenstedelijk verkeer uit de Emissieregistratie (ER, 2019).SO2: Gemiddelde concentratie op regionale stations (www.luchtmeetnet.nl), Emissies in Nederland (ER, 2019) en NW-Europa (EMEP, 2019).PM10: Gemiddelde gemeten concentraties op regionale stations (www.luchtmeetnet.nl). Gewogen emissies van Nederland (ER) en Europa (EMEP) van primair fijn stof, NOx, SO2 en NH3. Weging naar bijdrage aan secundair PM10 op basis van OPS berekeningen.
NH3: Emissies zijn berekend op basis van gerapporteerde dieraantallen, mestcijfers en verplicht gestelde milieumaatregelen (ER, 2019). De tijdreeks 'concentratie Nederland' is gebaseerd op een vast aantal meetpunten: 27 MAN-gebieden en 8 LML-stations. Om elke locatie even zwaar mee te wegen, wordt de tijdreeks van elk locatie genormaliseerd (dat is: elk meetpunt wordt gedeeld door het tijdreeksgemiddelde per locatie). Daarna worden de 35 genormaliseerde tijdreeksen gemiddeld: de genormaliseerde tijdreeks van Nederland.
Basistabel
Gegevens van de Emissieregistratie en www.luchtmeetnet.nl (waaronder Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit)
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Emissies van andere Europese landen van EMEP database (2019)
Verschijningsfrequentie
Eenmaal per jaar
Achtergrondliteratuur
Matthijsen & Visser (2006)
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Relatie ontwikkelingen emissies en luchtkwaliteit, 1990-2017 (indicator 0081, versie 13,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.