Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2007

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De ammoniakemissie door de land- en tuinbouw is sinds 1990 gehalveerd, vooral door de verplichte emissiearme aanwending van dierlijke mest.

Ammoniakemissie gehalveerd sinds 1990, maar neemt sinds 2003 niet meer af

Ammoniak komt vrij uit stallen, mestopslagen, tijdens beweiding en bij het aanwenden van mest. De uitstoot van ammoniak (NH3) is gehalveerd sinds 1990, vooral door de verplichte emissiearme aanwending van dierlijke mest. Uit een enquête bij de Landbouwtelling 2000 bleek dat vrijwel alle mest emissiearm uitgereden werd (CBS, 2001). Tussen 2000 en 2003 is de ammoniakemissie minder sterk afgenomen dan in de jaren negentig. De afname na 2000 is te danken aan de krimpende veestapel en de bouw van emissiearme stallen. Vanaf 2003 vindt stabilisatie plaats. In 2006 is minder mest aangewend doordat een deel van de mest in de opslag is gebleven. In 2007 is die extra mest in de mestopslag alsnog aangewend. Daarnaast is in 2007 sprake van een toename van met name varkens en kippen t.o.v. 2006.

Nieuwe inzichten over ammoniakemissie

De emissies blijken bij emissie-arm bemesten hoger te zijn dan tot nu toe werd berekend (Velthof et al, 2008). Een reden is dat de efficiëntie van de apparatuur soms minder groot is dan verwacht. Daarnaast blijkt de mest tijdens de opslag in de wintermaanden veranderingen ondergaat waardoor extra ammoniak gevormd wordt. Daar staat tegenover dat emissies uit met name stallen waarschijnlijk lager zijn dan tot nu toe werd berekend, omdat het aandeel emissie-arme stallen verder is gegroeid. Eind 2008 komen hiervan nieuwe cijfers beschikbaar. Deze nieuwe inzichten zijn nog niet verwerkt in de emissieberekeningen van de Emissieregistratie 2008. Per saldo zal het waarschijnlijk om een geringe bijstelling gaan.

Ammoniakgat gedicht

De berekende concentraties van ammoniak waren de afgelopen jaren circa 25% lager dan de gemeten waarden. Dit verschil werd het ammoniakgat genoemd. Uit recent onderzoek blijkt echter dat ammoniak langzamer uit de atmosfeer wordt verwijderd dan eerder aangenomen in de berekeningen. Indien hiervoor wordt gecorrigeerd, worden de berekende concentraties dusdanig hoger dat er geen significant verschil meer is tussen berekening en meting van de ammoniakconcentratie. De netto-effecten van de nieuwe inzichten op de berekende ammoniakemissie en stikstofdepositie blijken relatief beperkt te zijn (Van Pul et al., 2008).

Beleid vermindering ammoniakemissie

Nederland reguleert de ammoniakemissie uit opslagen, bij aanwending en uit stallen generiek met respectievelijk het Besluit mestbassins milieubeheer, het Besluit gebruik meststoffen en het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij.

Het in twee werkgangen uitrijden van mest op bouwland is vanaf 2008 niet langer toegestaan. In 2006 is de Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (kortweg Besluit huisvesting) aan de Tweede Kamer ter behandeling aangeboden. In 2007 zijn er wijzigingen in het Besluit huisvesting opgenomen (oa mogelijkheid tot saldering), waarna begin 2008 het Besluit inclusief wijzigingen van kracht is geworden.
Het Besluit huisvesting schrijft voor dat vrijwel alle (varkens en pluimvee) stallen emissiearm moeten worden. Voor melkvee zijn (nog) geen emissie-eisen voor de huisvesting vastgesteld; in plaats daarvan zijn afspraken met de sector gemaakt om het stikstofgehalte in voer te beperken.

Varkens- en pluimveehouders zijn bij nieuwbouw vanaf 2007 verplicht hun dieren in emissiearme stallen te huisvesten, met uitzondering van biologische bedrijven. Voor bestaande stallen geldt deze eis vanaf 2010, met uitzondering van de kleine bedrijven.
De kleine varkens- en pluimveebedrijven hebben uitstel tot 2013.
Alle grote varkens- en pluimveebedrijven moeten sinds oktober 2007 conform de Europese IPPC-richtlijn de best beschikbare technieken toepassen om de emissie van ammoniak te beperken. In de praktijk hoeven alleen grote varkensbedrijven hun stallen van voor 1997 aan te passen. Reden is dat de best beschikbare technieken voor varkens- en pluimveestallen volgens de IPPC-richtlijn veelal minder vergaand zijn qua niveau van emissiereductie dan die volgens het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij. Dit heeft als gevolg dat in veel gevallen de bestaande grote IPCC-plichtige bedrijven net als de middelgrote bedrijven pas vanaf 2010 hun dieren conform de AMVB-Huisvesting moeten huisvesten.

Alle grote varkens- en pluimveebedrijven moeten sinds oktober 2007 conform de Europese IPPC-richtlijn de best beschikbare technieken toepassen om de emissie van ammoniak te beperken. In de praktijk hoeven alleen grote varkensbedrijven hun stallen van voor 1997 aan te passen. Reden is dat de best beschikbare technieken voor varkens- en pluimveestallen volgens de IPPC-richtlijn veelal minder vergaand zijn qua niveau van emissiereductie dan die volgens het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij. Dit heeft als gevolg dat in veel gevallen de bestaande grote IPCC-plichtige bedrijven net als de middelgrote bedrijven pas vanaf 2010 hun dieren conform de AMVB-Huisvesting moeten huisvesten.
Voor (middel)grote pluimveebedrijven met grondhuisvesting die tussen 1997 en 2002 een vergunning hebben gekregen geldt zelfs dat zij pas vanaf 2012 aan deze eisen moeten voldoen.

De totale emissie van ammoniak in Nederland bedroeg in 2007 circa 133 miljoen kg, en ligt daarmee nog boven het vastgestelde EU-plafond van 128 miljoen kg (EU, 2001); de landbouw-emissie bedroeg 120 miljoen kg (zie figuur hierboven).

Bronnen

  • CBS (2001). Landbouwtelling 2000; toediening van dierlijke mest. Losbladige uitkomsten. CBS, Voorburg.
  • Emissieregistratie (2008). Website emissieregistratie. MNP, Bilthoven; CBS, Voorburg; RIZA, Lelystad; EC-LNV, Den Haag; SenterNovem, Utrecht en TNO-MEP, Apeldoorn. Op deze site is ook informatie beschikbaar over de methodieken voor het bepalen van emissiecijfers en informatie over wijzigingen in methodieken.
  • EU (2001). Richtlijn 2001/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen (NEC-richtlijn).
  • Pul, W.A.J. van, M.M.P. van den Broek, H. Volten, A. v.d. Meulen, S. Berkhout, K.W. van der Hoek, R. Wichink Kruit, J.F.M. Huijsmans, J.A. van Jaarsveld, B.J. de Haan en R. Koelemeijer, (2008). Het ammoniakgat: onderzoek en duiding, RIVM-rapport (in voorbereiding) 680150002. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.
  • Velthof, G.L., C. van Bruggen, C.M. Groenestein, B.J. de Haan, M.W. Hoogeveen en J.F.M.Huijsmans, (2008). Methodiek voor berekening van ammoniakemissie in Nederland, Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, Rapport 70, Wageningen (in voorbereiding).

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2007 (indicator 0101, versie 08,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.