Herkomst verzurende depositie, 2011

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Ongeveer de helft van de zuurdepositie in Nederland is afkomstig van Nederlandse bronnen. Ammoniak uit binnen- en buitenlandse bronnen levert 54% van de zuurdepositie.

Grootste bijdrage komt nog steeds uit Nederland

Bronnen in Nederland zelf leveren de grootste bijdrage aan de depositie van (potentieel) zuur in Nederland, namelijk 53% van het totaal. Deze bijdrage schommelt al sinds 1980 rond de 50%. Een groot deel van de Nederlandse bijdrage komt van agrarische bronnen in Nederland.

Stikstof levert tevens een belangrijke bijdrage aan de vermestende depositie; zie ook Herkomst stikstofdepositie, 2022.

Zie voor uitgebreide informatie over de beleidsaspecten: Vermesting en verzuring: beleid.

   

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Depositie van zuur in Nederland
Omschrijving
Depositie van zuur in Nederland op basis van modelberekeningen en uitgesplitst naar bijdragen van geoxideeerd zwavel (SOx), gereduceerd stikstof (NHx), geoxideerd stikstof (NOy) en overig zuur.
Verantwoordelijk instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
Berekeningswijze
Onderdeel van de GCN-berekeningen
Basistabel
Niet van toepassing
Geografische verdeling
Niet van toepassing
Andere variabelen
Herkomst van de stikstofdepositie
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Concentratiekaarten voor grootschalige luchtverontreiniging in Nederland. Rapportage 2011 (Velders et al., 2012; zie bij 'Referenties').
Opmerking
1. De categorie 'Achtergrond en overig zuur' is geen resultaat van de modelberekeningen, maar bestaat uit een later toegevoegde, jaarlijks wisselende bijtelling op basis van meetgegevens. De depositie uit deze categorie komt deels uit Nederland en deels uit het buitenland. 2. De mate van verzuring wordt in Nederland uitgedrukt in zogenoemd potentieel zuur. Potentieel zuur is gedefinieerd als de maximale verzuring, die zwaveldioxide, stikstofoxiden en ammoniak en hun omzettingsproducten in bodem en water teweeg kunnen brengen. De daadwerkelijke verzuring in bodem en water kan lager zijn. Deze hangt af van een aantal processen en van de opname van de stoffen door planten. 3. Het vermogen van een stof om verzurend te werken, wordt meestal uitgedrukt in zuurequivalenten per hectare (z-eq/ha). Een zuurequivalent is een maat voor de hoeveelheid zuur (H+ in mol/ha) die kan ontstaan in bodem of water. Hierbij geldt: 1 mol zwaveldioxide levert 2 mol zuur, 1 mol stikstofoxiden levert 1 mol zuur en 1 mol ammoniak levert 1 mol zuur. 4. Er is soms verwarring over de verzurende werking van ammoniak. In de atmosfeer werkt ammoniak zuurneutraliserend. Komt ammoniak (of het omzettingsproduct ammonium) echter in de bodem dan kan het omgezet worden in salpeterzuur. Er is dan alsnog een verzurend effect. 5. Stikstofverbindingen leveren zowel een bijdrage aan de verzurende depositie als aan de vermestende depositie.
Betrouwbaarheidscodering
C (Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd).

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
18
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Herkomst verzurende depositie, 2011 (indicator 0179, versie 09,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.