Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2021

Het aandeel hernieuwbare energie in het totale energieverbruik was 13,0 procent in 2021. Dit is lager dan in 2020, toen het aandeel inclusief statistische overdracht uitkwam op 14,0 procent. Hiermee is de Europese doelstelling van 14 procent hernieuwbare energie in 2020 behaald. Het verbruik van hernieuwbare energie ging van 272 petajoule in 2020 naar 261 petajoule in 2021 (CBS, 2023a).

Gestage groei van hernieuwbare warmte

Het verbruik van hernieuwbare warmte steeg in 2021 met 3 procent naar 87 petajoule. De houtkachels bij huishoudens, biomassaketels bij bedrijven en de warmte gewonnen uit de buitenlucht zijn de belangrijkste bronnen van hernieuwbare warmte uit biomassa. In 2021 is de warmteproductie met behulp van buitenluchtwarmte met 33 procent toegenomen door een groei in de afzet van warmtepompen. Voor meer informatie zie Algemene overzichten - Hernieuwbare energie in Nederland 2021 CBS, paragraaf 2.3 Hernieuwbare warmte.

Hernieuwbare elektriciteitsproductie voornamelijk uit wind en biomassa; wederom flinke groei zonnestroom

Het verbruik van hernieuwbare elektriciteit steeg in 2021 met 28 procent en was goed voor ongeveer 33 procent van het totale elektriciteitsverbruik. Deze stijging wordt grotendeels veroorzaakt door een toename in capaciteit voor de productie van zonnestroom en windenergie. Met 47 procent levert wind de grootste bijdrage aan de hernieuwbare elektriciteitsproductie, gevolgd door zonnestroom (28%) en biomassa (25%). Voor meer informatie zie Algemene overzichten - Hernieuwbare energie in Nederland 2021 CBS, paragraaf 2.2 Hernieuwbare elektriciteit.
De elektriciteit uit wind toonde in 2021 een toename van 37 procent. De belangrijkste reden voor deze stijging is de toename van de opgestelde capaciteit van windmolens op het land; in 2021 zijn er geen nieuwe molens op zee geplaatst. De totale capaciteit van windmolens ging van 6 600 megawatt eind 2020 naar 7 800 megawatt eind 2021. Voor meer informatie zie Windenergie - Hernieuwbare energie in Nederland 2021 CBS en Windvermogen in Nederland, 1990-2021.
De elektriciteitsproductie uit biomassa is in 2021 met 12 procent toegenomen, met name door het meestoken van biomassa in kolencentrales. De inzet van biomassa in afvalverbrandingsinstallaties voor elektriciteitsproductie is ongeveer gelijk gebleven. Door de nieuwe duurzaamheidscriteria voor biomassa uit de vernieuwde EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED II) is de elektriciteitsproductie uit duurzame vaste biomassa bij bedrijven en uit duurzaam biogas afgenomen in vergelijking met 2020. Voor meer informatie zie Biomassa - Hernieuwbare energie in Nederland 2021 CBS.
Het vermogen van het totaal aan zonnepanelen nam toe met 34 procent naar 14 900 megawatt. Hiermee kon er ruim 11 400 miljoen kWh aan zonnestroom geproduceerd worden in 2021. Voor meer informatie zie Zonne-energie - Hernieuwbare energie in Nederland 2021 CBS, paragraaf 5.1 Zonnestroom.

Verbruik biobrandstoffen gedaald

Beleidsdoelstelling

In 2020 is de in de EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie uit 2009 (RED I) afgesproken doelstelling van 14 procent hernieuwbare energie behaald (Rijksoverheid 2022). De volgende doelstelling voor Nederland in EU-verband staat op 27 procent hernieuwbare energie in 2030 (Rijksoverheid 2019a) als Nederlandse bijdrage aan het bindende EU-brede doel van 32 procent hernieuwbare energie in 2030. Daarbij zijn in EU verband indicatieve tussendoelen afgesproken van 16,3 procent in 2022, 19,6 procent in 2025 en 22,5 procent in 2027.
Nationaal gezien is er nog een doel van 16 procent hernieuwbare energie in 2022 als onderdeel van het Energieakkoord (SER, 2013). In de laatste jaren is het nationale beleid voor 2030 en verder, zoals vastgelegd in het Klimaatakkoord (Rijksoverheid, 2019b), meer gericht op bredere doelen die de uitstoot van CO2 doen verminderen, iets waar de toename hernieuwbare energie ook aan bijdraagt.

Europese cijfers

Cijfers over het aandeel hernieuwbare energie in andere Europese landen zijn te vinden bij Eurostat (2023a,b) en EurObserv'ER (2023).
Voor meer details over de ontwikkelingen van het verbruik van hernieuwbare energie in Nederland voor 2021 zie Samenvatting - Hernieuwbare energie in Nederland 2021 CBS. Cijfers in deze publicatie zijn een half jaar ouder dan deze CLO-update en kunnen daardoor iets afwijken.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer informatie over hernieuwbare energie is te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Verbruik van hernieuwbare energie
Omschrijving
Ontwikkeling van het verbruik van hernieuwbare energie naar energiebron (zoals wind en biomassa), techniek (zoals windmolens en houtkachels) en toepassing (productie elektriciteit, verwarming en vervoer).
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
De berekeningswijze verschilt per combinatie van bron en techniek. De basisinformatie is afkomstig uit enquêtes van het CBS, uit de registratie van hernieuwbare stroomcertificaten van CertiQ, registraties van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Rijkswaterstaat Leefomgeving en gegevensverzamelingen van brancheverenigingen.
De berekeningswijze is per techniek vastgelegd in Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie RVO CBS (RVO en CBS, 2022). In dit Protocol staat een methodebeschrijving voor zowel de bruto eindverbruik methode (gebruikt voor de berekening van de gegevens in deze versie van de indicator) als de substitutiemethode (gebruikt voor de berekening van de gegevens in de vorige versies van deze indicator). Op StatLine zijn cijfers volgens beide methoden beschikbaar.
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Het verbruik van hernieuwbare energie uitgesplitst naar energiebron / techniek, uitgedrukt als vermeden hoeveelheid fossiele energiedragers en vermeden emissie van CO2.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Opmerking
In de verbruikscijfers is de import van groene stroom niet meegeteld.
Betrouwbaarheidscodering
A (integrale enquête) voor hernieuwbare energie uit waterkracht; windenergie; meestoken van biomassa in elektriciteitscentrales, en overige biomassaverbranding.
B (schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is) voor biogas
C (schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd) voor biomassa in afvalverbrandingsinstallaties.
D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake) voor hernieuwbare energie uit zonne-energie en biobrandstoffen voor het wegverkeer en houtkachels voor warmte bij bedrijven
E (schatting gebaseerd op een enkele meting, expert judgement, relevante feiten of extrapolatie van andere metingen) voor hernieuwbare energie uit buitenluchtwarmte, warmte uit koeling van net gemolken melk en huishoudelijke houtkachels.
Per onderdeel wordt in het rapport Samenvatting - Hernieuwbare energie in Nederland 2021 CBS (CBS, 2022d).ingegaan op de betrouwbaarheid.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
38
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
37
versie‎
36
versie‎
35
versie‎
31
versie‎
29
versie‎
26
versie‎
23
versie‎
22
versie‎
20
versie‎
19
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
05

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2021 (indicator 0385, versie 38,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.