Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2011
Het aandeel hernieuwbare energie in het totale energieverbruik steeg van 3,8 procent in 2010 naar 4,2 procent (voorlopig cijfer) in 2011. Dit komt door een toename van het verbruik van hernieuwbare energie en een daling van het totale energieverbruik.
Aandeel hernieuwbare energie in 2011 hoger
Het aandeel hernieuwbare energie in het totale eindverbruik van energie nam toe van 3,8 procent in 2010 naar 4,2 procent in 2011 (voorlopig cijfer). Deze stijging wordt veroorzaakt door twee factoren:
- Het totale energetische eindverbruik daalde in 2011 met 5 procent ten opzichte van 2010. Dat kwam vooral doordat de winter in 2011 niet zo koud was als in 2010, waardoor er minder energie nodig was voor verwarming.
- Het verbruik van hernieuwbare energie nam toe van 86 PJ in 2010 naar 93 PJ in 2011. Het verbruik van biobrandstoffen voor vervoer steeg met een derde en was in 2011 goed voor ongeveer 15 procent van alle verbruik van hernieuwbare energie. Door uitbreiding van de capaciteit van de afvalverbrandingsinstallaties produceerden deze installaties in 2011 ongeveer 20 procent meer energie. De invloed van een minder koude winter hebben slechts een beperkte invloed gehad op het verbruik van hernieuwbare energie.
Biomassa belangrijkste bron van hernieuwbare energie
Biomassa is de belangrijkste bron van hernieuwbare energie. In 2011 was biomassa goed voor drie kwart van alle hernieuwbare eindverbruik. Belangrijke technieken om biomassa te benutten zijn het verbranden van het biogene deel van gemengd afval in afvalverbrandingsinstallaties, het meestoken van biomassa in elektriciteitscentrales, het verbruik van biobrandstoffen in het wegverkeer en het verbruik van biomassa in houtkachels door huishoudens.
Groei windenergie stagneert
Ongeveer 20 procent van het eindverbruik van hernieuwbare energie was in 2011 afkomstig van Nederlandse windmolens. Tot en met 2008 kwamen er veel nieuwe windmolens bij. In de periode 2009-2011 een stuk minder. Dat heeft te maken met het sluiten van de subsidieregeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP) in augustus 2006 voor nieuwe windmolens. In 2008 is er een nieuwe subsidieregeling open gesteld: de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE). Tot en met 2011 heeft deze regeling nog niet geleid tot veel nieuwe windmolens, ondermeer vanwege lange doorlooptijden van windmolenprojecten. Er is er al wel voor veel nieuwe projecten subsidie toegekend (AgenstchapNL, 2010).
Beleidsdoelstelling
Het vorige kabinet (CDA, PvdA en Christenunie) streefde naar 20 procent hernieuwbare energie in 2020 (VROM, 2007). De huidige regering heeft deze doelstelling losgelaten en hanteert voor 2020 alleen nog de Europese doelstelling van 14 procent hernieuwbare energie (VVD en CDA, 2010).
Samen met de nieuwe beleidsdoelstelling is ook de wijze waarop het aandeel hernieuwbare energie wordt berekend, veranderd. In het kader van de oude nationale doelstelling werd het aandeel berekend als percentage vermeden verbruik van fossiele primaire energie (substitutiemethode). Voor de Europese doelstelling geldt het percentage van het bruto eindverbruik van energie (eindverbruiksmethode).
Vermeden verbruik van fossiele brandstoffen
Belangrijk doel van de toepassing van hernieuwbare energie is het vermijden van het verbruik van fossiele energie en het vermijden van emissie van CO2. De link hieronder geeft uit de database StatLine (CBS, 2011a) een tijdreeks "vermeden verbruik van fossiele brandstoffen" en "vermeden emissie van CO2" voor het totaal aan toepassingen van hernieuwbare energie en per bron / techniek hernieuwbare energie. Deze gegevens sluiten aan bij beleidsdoelstelling die tot 2010 gold.
Europese cijfers
Cijfers over het aandeel hernieuwbare energie in andere Europese landen zijn te vinden bij Eurostat (2011) en EurObserv'ER (2012).
Referenties
- Agentschap NL (2010). Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie; update 2010. Methodiek voor het registreren en berekenen van de bijdrage van hernieuwbare energiebronnen (update 2010). Agentschap NL, Utrecht / Sittard.
- AgentschapNL (2011) Jaarbericht 2010 SDE en MEP. AgentschapNL, Zwolle.
- CBS (2007). Hernieuwbare energie (onderzoeksbeschrijving). CBS, Voorburg / Heerlen.
- CBS (2010). Hernieuwbare Energie in Nederland 2009. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2011). Hernieuwbare energie in Nederland 2010. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2012a). StatLine: Hernieuwbare energie: eindverbruik en vermeden verbruik fossiele energie. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2012b). Toename verbruik hernieuwbare energie. Webmagazine 7 mei 2012. CBS, Den Haag / Heerlen.
- EurObserv'ER (2012). The state of renewable energies in Europe. Observ'ER, Parijs.
- Europees Parlement en de Raad (2009). Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG. Publicatieblad van de Europese Unie, L140/16 (5.6.2009).
- Eurostat (2011). Share of renewable energy in gross final energy consumption. Eurostat, Luxemburg.
- VROM (2007). Nieuwe energie voor het klimaat. Werkprogramma Schoon en zuinig. Ministerie van VROM, Den Haag.
- VVD en CDA, Tweedekamerfracties (2010). Vrijheid en verantwoordelijkheid. Regeerakkoord VVD-CDA.
Relevante informatie
- Meer informatie over hernieuwbare energie is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
Naam van het gegeven
Verbruik van hernieuwbare energie
Omschrijving
Het verbruik van hernieuwbare energie naar energiebron (zoals wind en biomassa) en techniek (zoals windmolens en houtkachels). De term 'duurzame energie' is in 2010 veranderd in 'hernieuwbare energie'. De wijziging komt voort uit de update van het Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie; update 2010 (Agentschap NL, 2010). Nadere toelichting is te vinden in de publicatie Hernieuwbare Energie in Nederland 2009 (CBS, 2010).
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
De berekeningswijze verschilt per combinatie van bron en techniek. De basisinformatie is afkomstig uit enquêtes van het CBS, uit de registratie van hernieuwbare stroomcertificaten van CertiQ, registraties van AgenstchapNL en gegevensverzamelingen van brancheverenigingen.De berekeningswijze is per techniek vastgelegd in het Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie; update 2010 (Agentschap NL, 2010). In dit Protocol staat een methodebeschrijving voor zowel de bruto eindverbruik methode (gebruikt voor de berekening van de gegevens in deze versie van de indicator) als de substitutiemethode (gebruikt voor de berekening van de gegevens in de vorige versies van deze indicator). Op StatLine zijn cijfers volgens beide methoden beschikbaar.Tevens is een methodologische verantwoording over beide methoden te vinden in hoofdstuk 2.4. van het rapport Hernieuwbare Energie in Nederland 2010 (CBS, 2011).
Basistabel
StatLine: Hernieuwbare energie: eindverbruik en vermeden verbruik fossiele energie (CBS, 2012a)
Geografisch verdeling
Nederland
Andere variabelen
Het verbruik van hernieuwbare energie uitgesplitst naar energiebron / techniek, uitgedrukt als vermeden hoeveelheid fossiele energiedragers en vermeden emissie van CO2.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Hernieuwbare energie (CBS, 2007) (onderzoeksbeschrijving)Hernieuwbare energie in Nederland 2010 (CBS, 2011) Toename verbruik hernieuwbare energie (CBS, 2012b)
Opmerking
In de verbruikscijfers is de import van groene stroom niet meegeteld.
Betrouwbaarheidscodering
A (integrale enquête) voor hernieuwbare energie uit waterkracht; windenergie;meestoken van biomassa in elektriciteitscentrales, en overige biomassaverbranding.B (schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is) voor biogasC (schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd) voor biomassa in afvalverbrandingsinstallaties.D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake) voor hernieuwbare energie uit zonne-energie en biobrandstoffen voor het wegverkeer en houtkachels voor warmte bij bedrijvenE (schatting gebaseerd op een enkele meting, expert judgement, relevante feiten of extrapolatie van andere metingen) voor hernieuwbare energie uit buitenluchtwarmte, warmte uit koeling van net gemolken melk en huishoudelijke houtkachels.Per onderdeel wordt in het rapport Hernieuwbare energie in Nederland 2010 (CBS, 2011) ingegaan op de betrouwbaarheid.
Archief van deze indicator
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2021 (actuele versie , 22 feb 2023 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2020 (v37 , 21 okt 2021 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2019 (v36 , 08 sep 2020 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2018 (v35 , 20 aug 2019 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2017 (v34 , 19 jul 2018 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2016 (v33 , 11 jul 2017 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2015 (v32 , 19 jul 2016 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2014 (v31 , 01 okt 2015 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2013 (v30 , 17 jul 2014 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2012 (v29 , 20 jan 2014 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2012 (v28 , 17 jul 2013 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2012 (v27 , 14 mei 2013 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2011 (v26 , 16 jan 2013 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2011 (v25 , 27 jul 2012 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2011 (v24 , 29 mei 2012 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2010 (v23 , 20 dec 2011 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2010 (v22 , 19 aug 2011 )
- Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2010 (v21 , 25 mei 2011 )
- Verbruik van hernieuwbare energie, 1990-2009 (v20 , 20 dec 2010 )
- Verbruik van hernieuwbare energie, 1990-2009 (v19 , 02 sep 2010 )
- Verbruik van duurzame energie, 1990-2009 (v18 , 21 mei 2010 )
- Verbruik van duurzame energie, 1990-2008 (v17 , 15 dec 2009 )
- Verbruik van duurzame energie, 1990-2008 (v16 , 28 apr 2009 )
- Verbruik van duurzame energie, 1990-2007 (v15 , 02 dec 2008 )
- Verbruik van duurzame energie, 1990-2007 (v14 , 04 jul 2008 )
- Verbruik van duurzame energie, 1990-2007 (v13 , 29 apr 2008 )
- Verbruik van duurzame energie, 1990-2006 (v12 , 08 jan 2008 )
- Productie van duurzame energie, 1990-2006 (v11 , 06 mrt 2007 )
- Productie van duurzame energie, 1990-2005 (v10 , 28 jul 2006 )
- Productie van duurzame energie, 1990-2005 (v09 , 27 feb 2006 )
- Productie van duurzame energie, 1990-2004 (v08 , 20 dec 2005 )
- Productie van duurzame energie, 1990-2004 (v07 , 20 sep 2005 )
- Productie van duurzame energie, 1990-2003 (v06 , 13 jul 2004 )
- Productie van duurzame energie, 1990-2002 (v05 , 21 okt 2003 )
- Productie van duurzame energie, aandeel in totale energievoorziening, 1990-2001 (v04 , 23 mei 2003 )
- Productie van duurzame energie, aandeel in totale energievoorziening, 1990-2001* (v03 , 03 okt 2002 )
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2012). Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2011 (indicator 0385, versie 24 , 29 mei 2012 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.