Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2020
De hoeveelheid verbrand afval is toegenomen. Dit komt doordat de eerdere capaciteitsuitbreidingen volledig in gebruik zijn genomen en omdat brandbaar afval vanuit het buitenland ingevoerd wordt om hier verbrand te worden in de resterende capaciteit voor verbranden. In 2020 is 7,6 miljoen ton afval verbrand in Nederland.
Capaciteit afvalverbrandingsinstallaties constant
Eind 2020 bedroeg de capaciteit voor het verbranden van afval in Nederland 8,3 miljoen ton, net als in 2019. Ten opzichte van 2018 is er een lichte relevante toename in capaciteit door uitbreidingen en/of optimalisaties in het verbrandingsproces.
Verbrande hoeveelheid afval in afvalverbrandingsinstallaties
De hoeveelheid verbrand afval neemt de laatste jaren iets af van 7,8 miljoen ton in 2016 naar bijna 7,6 miljoen in 2020. Van deze hoeveelheid was 1,1 miljoen ton afval afkomstig uit het buitenland en 6,5 miljoen ton uit Nederland. De invoer van brandbaar afval uit het buitenland bedroeg in 2019 nog 1,5 miljoen ton.
Reststoffen afvalverbrandingsinstallaties
De productie van reststoffen bedroeg in de jaren 2012-2016 ongeveer 2 miljoen ton.
In 2017 was dit met ruim 1,6 miljoen ton fors minder. De reden is dat er toen minder bewerkt bodemas is afgevoerd. In 2020 bedroeg de hoeveelheid verbrandingsresten 2 miljoen ton.
Beleid
Alle afvalverbrandingsinstallaties worden jaarlijks getoetst of ze voldoende energie-efficiƫnt zijn om als installaties voor nuttige toepassing kunnen zijn. Ook in 2020 was dit het geval en daarmee hebben alle afvalverbrandingsinstallaties in 2021 ook de zogenaamde R1-status. Daardoor kunnen zij gemakkelijker afval uit het buitenland halen om in Nederland te verbranden.
Referenties
- IenW (2020). Landelijk Afvalbeheerplan 2017-2029. Den Haag, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
- WAR (2022). Afvalverwerking in Nederland, gegevens 2020. Werkgroep Afvalregistratie, Utrecht.
Relevante informatie
Technische toelichting
Naam van het gegeven
Afvalverbrandingsinstallaties
Omschrijving
Aantal afvalverbrandingsinstallaties, de capaciteit, de verbrande hoeveelheid afval en de hierbij vrijkomende afvalstoffen
Verantwoordelijk instituut
Rijkswaterstaat
Berekeningswijze
Integraal onderzoek bij de afvalverbrandingsinstallaties
Geografisch verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
WAR (2022). Afvalverwerking in Nederland, gegevens 2020. Werkgroep Afvalregistratie, Utrecht.
Betrouwbaarheidscodering
Integrale enquete.
Archief van deze indicator
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2020 (actuele versie , 14 jun 2022 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2018 (v16 , 08 jan 2021 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2015 (v15 , 01 jun 2017 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2013 (v14 , 08 jan 2015 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2012 (v13 , 27 nov 2013 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2011 (v12 , 03 jul 2013 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2010 (v11 , 10 jan 2012 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2009 (v10 , 02 mrt 2011 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2008 (v09 , 11 dec 2009 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2007 (v08 , 16 dec 2008 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2006 (v07 , 21 dec 2007 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2005 (v06 , 13 dec 2006 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2004 (v05 , 19 sep 2005 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2003 (v04 , 07 jan 2005 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2001 (v03 , 23 sep 2002 )
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2022). Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2020 (indicator 0394, versie 17 , 14 juni 2022 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.