Benzeen in lucht, 1995-2024
In 2024 lagen de gemeten jaargemiddelde benzeenconcentraties in Nederland op alle meetstations tussen de 0,16 en 0,67 µg/m³. Dat is ruim onder zowel de huidige Europese grenswaarde van 5 µg/m³ als de nieuwe grenswaarde van 3,4 µg/m³, die vanaf 2030 geldt. De gemeten concentraties zijn ook lager dan het door de EU geschatte referentieniveau van 1,7 µg/m³, gebaseerd op een studie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), waarin wordt uitgegaan van een maximaal toelaatbaar sterfterisico door kanker van 1 op de 100.000 mensen.
Concentraties benzeen dalen nog steeds licht
De gemeten jaargemiddelde benzeenconcentraties dalen al jaren en liggen in Nederland al geruime tijd onder de Europese grenswaarde van 5 µg/m³. Deze daling is vooral het gevolg van de invoering van de geregelde driewegkatalysator voor het wegverkeer begin jaren negentig, technische verbeteringen aan personenwagens en de verlaging van het benzeengehalte in benzine.
Per 1 januari 2000 is het toegestane benzeengehalte in benzine verlaagd van 5% naar 1%. Volgens steekproeven van de milieu-inspectie voldeed het benzeengehalte echter in oktober 1999 al aan deze nieuwe norm. Ondanks het toenemende verkeersvolume blijven de benzeenemissies door wegverkeer dalen. De afname in de jaren negentig was echter aanzienlijk groter dan de daling na 2000. Sinds 2000 nemen de concentraties nog slechts licht af.
Belangrijke bronnen van benzeen
Benzeen is een cirkelvormige koolwaterstof die hoofdzakelijk wordt uitgestoten door het wegverkeer, doordat het een bestanddeel is van benzine. Andere bronnen van benzeenemissie zijn houtverbranding in kachels en open haarden, de op- en overslag en de chemische industrie in het Rijnmondgebied. Ruim de helft van het benzeen in de lucht is afkomstig uit het buitenland. In de atmosfeer heeft benzeen een levensduur van enkele dagen. De hoogste concentraties worden gemeten in stedelijke gebieden met een hoge industriële activiteit, zoals bij de op- en overslag van benzine, en rond snelwegen. Ook bij het recyclen van oud asfalt komt benzeen vrij. Uit onderzoek van lokale omgevingsdiensten blijkt dat nabij asfaltcentrales verhoogde concentraties benzeen worden gemeten (Rijksoverheid, 2022).
Normstelling voor de volksgezondheid
In de Nederlandse wetgeving geldt een omgevingswaarde voor benzeen. Deze omgevingswaarde is gelijk aan de Europese grenswaarde. De huidige grenswaarde die door de Europese Unie (EU) is vastgesteld ter bescherming van de volksgezondheid bedraagt 5 µg/m³ per kalenderjaar. Vanaf 2030 geldt een strengere grenswaarde van 3,4 µg/m³ per kalenderjaar (EU, 2024). In 2024 lagen de gemeten jaargemiddelde benzeenconcentraties in Nederland op alle meetstations tussen de 0,16 en 0,67 µg/m³, en daarmee onder zowel de nieuwe als de huidige grenswaarde.
Naast de grenswaarde hanteert de Europese Unie ook een referentieniveau van 1,7 µg/m³. Dit referentieniveau is gebaseerd op een onderzoek van de WHO (2019), waaruit blijkt dat een maximaal toelaatbaar sterfterisico van 1 op de 100.000 mensen overeenkomt met een levenslange blootstelling aan een benzeenconcentratie van 1,7 µg/m³. De WHO hanteert wel een risicoschatting, maar geen advieswaarden, omdat er geen veilig niveau van benzeen kan worden vastgesteld waarbij geen gezondheidseffecten optreden. Op basis van de risicoschatting hanteert het Europees Milieuagentschap dit niveau als Europees referentieniveau (‘Reference Level’) (EEA, 2025). Het referentieniveau wordt gebruikt als een indicatieve waarde met als doel het sterfterisico door kanker te beperken; het is geen wettelijke verplichting. De gemeten jaargemiddelde concentraties van benzeen in Nederland in 2024 liggen ook onder het Europese referentieniveau.
Voor meer informatie over de normstelling zie Normen luchtkwaliteit | Luchtkwaliteit | Rijksoverheid.nl
Gezondheidseffecten
Benzeen heeft een toxische werking op het bloed en de bloedvormende weefsels. Daarnaast is benzeen carcinogeen; blootstelling kan leiden tot leukemie. Benzeen is zeer vluchtig en blootstelling vindt voornamelijk plaats via inhalatie. In vergelijking met andere risicofactoren wordt aan aromaten, de groep verbindingen met benzeen als uitgangspunt, bij de huidige concentraties een beperkt risico toegeschreven. Dit sluit aan bij het EU-referentieniveau, dat gebaseerd is op onderzoek van de WHO, waaruit blijkt dat er onder die waarde beperkte gezondheidsrisico’s zijn. De gemeten benzeenconcentratie ligt sinds 2007 onder het EU-referentieniveau.
Bronnen
- EEA (2025) Air Quality in Europe - 2024 report, ETC HE Report 2025/1: Status report of air quality in Europe for year 2024, using validated and up-to-date data,
- EU (2024) Richtlijn 2024/2881 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2024 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa herschikking. Publicatieblad van de Europese Unie L2881/1
- Rijksoverheid (2022), Overzicht emissie benzeen en PAK per asfaltcentrale, inclusief acties. Omgevingsdienst NL.
- WHO (2019) Exposure to benzene: a major public health concern, Preventing disease through healthy environments, WHO/CED/PHE/EPE/19.4.2, Geneva.
Relevante informatie
- CLO > Emissies naar lucht door huishoudens
- CLO > Grootschalige luchtverontreiniging: Uitstoot van NEC-stoffen 1990-2023
- EU > http://ec.europa.eu/environment/air/quality/index.htm
- IPLO > Lucht en omgevingswaarden
- PBL > Luchtverontreiniging
- Rijksoverheid > Luchtkwaliteit
- RIVM > Grootschalige Concentratiekaarten Nederland
- RIVM > www.luchtmeetnet.nl; en Luchtmeetnet dataset (rivm.nl)
- RIVM > Emissieregistratie emissiegrafieken en tabellen maken
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
Concentratie van benzeen in lucht
- Omschrijving
Jaargemiddelde concentraties van benzeen in Nederland op basis van meetgegevens van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (RIVM), GGD Amsterdam en de DCMR (www.luchtmeetnet.nl; https://data.rivm.nl/data/luchtmeetnet/).
- Verantwoordelijk instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
- Berekeningswijze
De trend van de jaargemiddelde benzeenconcentratie berekend uit uurwaarden op regionale en stedelijke achtergrond stations, straatstations en industriële stations is gebaseerd op de voornoemde meetgegevens.
Jaargemiddelde concentraties berekend uit dagwaarden en reeksen met variabele meetperioden. Door variatie in meettechnieken en meetperioden tussen de meetnetten wijken de selectiecriteria voor benzeen af van andere CLO-indicatoren. Voorheen werd benzeen met koolstofbuisjes en GC/MS-analyse vastgesteld, later met een automatische monitor.De eerste goedgekeurde automatische metingen van DCMR en GGD Amsterdam zijn vanaf 2003 beschikbaar. Voor het RIVM lopen de monitordata pas vanaf 2010. De grafiekdata zijn daarom opgedeeld in oude methode (stippellijn) en nieuwe methode (ononderbroken lijn). Voor de automatische metingen moet voor een geldig jaargemiddelde minimaal 75% aan meetdata beschikbaar zijn per kalenderjaar voor gebruik in trendfiguren.
Voor de buisjesmetingen varieerde de bemonsteringsperioden en moeten er minstens 39 valide waarden per jaar aanwezig zijn, gebaseerd op de langste bemonsteringsduur van tweewekelijks. Het tweede selectiecriterium van minstens 75% databeschikbaarheid in de laatste 15 jaar is voor alle metingen komen te vervallen, aangezien er al een aantal jaar geen meetverplichting is voor benzeen.
- Basistabel
Gegevens Luchtkwaliteit (GELUK) van het Centrum Milieukwaliteit (MIL) van het RIVM. Met daarin gegevens van de GGD Amsterdam en de DCMR.
- Geografische verdeling
Verdeling van meetstations naar typering locatie: Regionale achtergrond, Stedelijke achtergrond, Verkeersbelast en Industrieel.
- Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
- Opmerking
Voor LML stations (RIVM) vóór 2010: geen selectiecriterium (oude koolstofbuisjes meetmethode).
Voor GGD Amsterdam vóór 2003: geen selectiecriterium (geen data beschikbaarheidsinformatie / oude meetmethode).
Voor DCMR vóór 2004: geen selectiecriterium (geen data beschikbaarheidsinformatie / oude meetmethode).
Na 2010 (RIVM), 2003 (GGD Amsterdam) en 2004 (DCMR): selectiecriterium van minimaal 75% databeschikbaarheid per jaar per station.
De metingen in de overlappende jaren (2003 - 2009) van de oude en nieuwe methode liggen soms vrij ver uit elkaar. Dit komt met name omdat het een overgang naar andere meetlocaties betreft. Er is een kwaliteitscontrole uitgevoerd op de historische meetdata en alle kentallen zijn daar opnieuw voor berekend. Daarnaast zijn de selectiecriteria aangepast. Hierdoor is sprake van wijzigingen in de jaargemiddelden ten opzichte van voorgaande indicator versies. De selectiecriteria wijken af van andere CLO-indicatoren, voor meer info zie Berekeningswijze.
- Betrouwbaarheidscodering
Trend 1995-2024: D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake).
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2025). Benzeen in lucht, 1995-2024 (indicator 0457, versie 11, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.