Ammoniakconcentratie, 1993-2007

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De ammoniakconcentratie in Nederland gemeten op 8 locaties varieerde in 2007 van 1,7 -18 µg/m3 met een gemiddelde van 8,3 µg/m3. De hogere waarden worden gevonden in gebieden met intensieve veehouderij en de lagere aan de kust.

Voorlopig geen actualisatie

Er komt vooralsnog geen actualisatie naar 2008. Nieuwe concentratiekaarten zullen medio 2010 beschikbaar komen na afronding van de ontwikkeling van een nieuwe berekeningsmethodiek met het OPS-model.

Landelijk beeld concentratie van ammoniak

De landelijk gemiddeld berekende ammoniakconcentratie in 2007 was 4,9 µg/m3. Deze waarde is berekend op basis van actuele meteorologische gegevens maar met emissiecijfers voor het jaar 2005. Er is een correctie toegepast voor het ammoniakgat (zie onedr bij 'Verschil tussen gemeten en berekende concentraties').
De landelijke gemiddelde, berekende concentratie is lager dan het gemiddelde van de gemeten concentraties. Dit komt omdat gebieden met hoge ammoniakconcentraties zijn oververtgenwoordigd in de locaties van de meetpunten Zie ook 'Technische toelichting' voor de reden hiervan). De hoogste concentraties zijn te vinden in de emissiegebieden, voornamelijk de gebieden met intensieve veehouderij zoals de Gelderse Vallei, De Peel en De Achterhoek. De landbouw is met een bijdrage van 90% de belangrijkste bron voor ammoniakemissie.
Metingen van de ammoniakconcentratie laten in de periode van 1993-1997 geen daling van de ammoniakconcentratie zien. Daarna dalen de concentraties wel. De sterke daling in 1998 wordt veroorzaakt door het zeer natte najaar waardoor meer ammoniak 'uitregende' en de concentratie in de lucht is verlaagd, maar ook doordat er minder mest uitgereden is. De variatie van jaargemiddelde concentraties in de afgelopen jaren is bijna geheel te verklaren uit meteorologische omstandigheden.

Verzuringsbeleid en ammoniak

Ammoniak draagt bij aan depositie van zuur en stikstof. De doelstelling voor de zuurdepositie is 2.300 mol zuur per hectare in 2010. Voor stikstofdepositie in 2010 bedraagt de doelstelling 1.650 mol stikstof per hectare per jaar (VROM, 2001).
Om de doelen voor de depositie te bereiken probeert de overheid de emissie van verzurende stoffen te verminderen. Voor ammoniak is het beleid vooral gericht op middelvoorschriften om de emissie uit stallen, mestopslagen en bij mesttoediening te beperken. De afgelopen 15 jaar is veel nieuw beleid ingezet dat aangrijpt op de ammoniakemissie.

Schadelijke effecten van ammoniak

Ammoniak levert een bijdrage aan de vermesting van bodem- en oppervlaktewater en aan de verzuring van de bodem. Directe effecten van ammoniak op planten, zoals verhoogde vorstgevoeligheid, zijn bekend, maar treden pas op bij, zeer plaatselijk voorkomende, hoge concentraties.

Verschil tussen gemeten en berekende concentraties: het ammoniakgat

De met het model berekende concentraties zijn lager dan gemeten concentraties. Dit verschil tussen metingen en berekeningen bedraagt ongeveer 25 % en wordt ook wel het ammoniakgat genoemd. Om de berekende concentraties weer in overeenstemming te brengen met de gemeten concentraties, zijn de berekende concentraties gecorrigeerd met behulp van metingen. De meetresultaten zijn afkomstig van metingen in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit.
Onderzoek naar de oorzaken van het ammoniakgat heeft zich gericht op een verbetering van de emissieschattingen en de beschrijving van droge depositie. Recentelijk zijn meetresultaten beschikbaar gekomen waaruit blijkt dat ten minste 15 procentpunt van het gat kan worden verklaard uit een lagere depositie dan tot nu toe aangenomen. Daarnaast zou ongeveer 5 procentpunt van het gat worden verklaard wanneer de emissie van afrijpende gewassen zou worden meegenomen. Het resterende verschil kan in het licht van onzekerheden in de berekeningen van emissies, deposities en metingen niet langer als een ammoniakgat worden gekwalificeerd. De consequenties van de nieuwe inzichten konden echter in de huidige resultaten nog niet worden verwerkt. Een rapportage over de nieuwe inzichten is inmiddels verschenen.
.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Vanaf 1993 worden op acht locaties in Nederland ammoniakconcentraties gemeten. De meetstations bevinden zich verspreid over het land in zowel regio's met hoge als met lage emissies. Vanwege de ruimtelijke variatie van de ammoniakconcentraties is het niet mogelijk om met de meetresultaten van deze acht meetstations een volledig landsdekkend beeld te krijgen. Het landelijk beeld is verkregen uit modelberekeningen met het OPS-model op basis van emissies.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
14
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Ammoniakconcentratie, 1993-2007 (indicator 0461, versie 05,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.