Kosten en financiering

Kosten en financiering natuur en landschap, 1999-2009

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De kosten voor natuur en landschap bedragen in 2009 ruim 1 miljard euro. Dat is een toename van 20 procent ten opzichte van 2007. De overheid financiert ruim de helft van de kosten.

    1999 2000 2001 2003 2005 2007 2009
                 
    miljoen euro          
                 
Kosten
Totaal bruto kosten 749 915 1000 974 955 938 1 122
w.v. Verwerving natuurterreinen 123 234 228 135 142 129 150
  Inrichting en beheer 299 320 375 369 428 485 513
  Overige activiteiten 127 136 142 171 95 93 138
  Apparaatskosten 1) 201 224 255 299 291 232 320
Opbrengsten 44 47 49 57 74 80 85
Netto kosten 2) 705 868 951 917 881 858 1 037
w.v. Rijk 263 325 401 415 399 321 343
  Provincies 58 66 68 71 85 146 190
  Landbouw 30 35 39 55 53 51 50
  Natuurbeschermingsorganisaties 253 337 335 279 251 256 309
  Overige sectoren 3) 101 105 108 97 93 84 145
               
Overdrachten              
Totaal betaalde overdrachten 321 339 359 375 765 1 200 1 426
Totaal ontvangen overdrachten 321 339 359 375 420 820 861
                 
Netto lasten 4) 5)
Totaal netto lasten 705 868 951 917 1 241 1252 1 618
Overheid 492 597 685 713 1 024 1050 1 358
w.v. Rijk 422 496 582 577 854 945 1 158
  Overig overheid 70 101 103 136 170 105 200
Particulieren 6) 92 152 146 87 68 51 102
Huishoudens 120 116 117 117 135 136 149
Onverdeeld 2 4 3 1 14 15 9
  
Bron: CBS (2012).  CBS/apr13/0519
1) Apparaatskosten zijn alle personele kosten en materiële kosten (zoals voor huisvesting), die nodig zijn voor het functioneren van een instelling of het verrichten van een taak.
2) De netto kosten zijn de bruto kosten minus de opbrengsten. De netto kosten zijn de kosten van eigen activiteiten aan natuur en landschap door de diverse sectoren.
3) Gemeenten, waterschappen, delfstoffenwinning, industrie, nutsbedrijven, particuliere bosbouw.
4) De netto lasten worden berekend als de netto kosten plus betaalde overdrachten minus ontvangen overdrachten. De netto lasten geven aan in welke mate de diverse sectoren bijdragen in de financiering van natuur en landschap.
5) Vanaf 2005 zijn in de netto lasten ook overdrachten van en naar het buitenland opgenomen. Hierdoor zijn sinds 2005 de totale netto lasten ongelijk aan de totale netto kosten, en zijn de gegevens over de netto lasten minder vergelijkbaar met de jaren voor 2005. Voor meer informatie zie de technische toelichting.
6) Landbouw, delfstoffenwinning, industrie, nutsbedrijven, particuliere bosbouw, natuurbeschermingsorganisaties.

Kosten voor natuur en landschap in 2009 flink gestegen

De kosten voor natuur en landschap zijn tussen 2007 en 2009 met circa 20 procent toegenomen tot ruim 1 miljard euro. Vooral de kosten voor personeel en huisvesting (apparaatskosten) stegen sterk.
Tussen 2001 en 2007 bekostigde de overheid ruim 500 miljoen euro van de netto kosten. In 2009 was dit ruim 600 miljoen euro.
De netto kosten van het bedrijfsleven en de particuliere natuurbeschermingsorganisaties liggen rond de 400 miljoen euro. Hiervan wordt ongeveer 300 miljoen euro gedragen door de natuurbeschermingsorganisaties.

Financiering natuurbeschermingsorganisaties

De activiteiten van de particuliere natuurbeschermingsorganisaties worden in belangrijke mate mogelijk gemaakt door de bijdragen van huishoudens. In 2009 ging het om 149 miljoen euro. Dit bedrag komt onder andere uit contributies, giften, nalatenschappen en bijdragen uit loterijen.

Besteding van de kosten

Ruim de helft van de kosten voor natuur- en landschap wordt besteed aan grondverwerving en de inrichting en het beheer van natuurterreinen. Een belangrijk deel van de grondverwerving gebeurt in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) , een aaneengesloten netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden. Sinds 1990 wordt gewerkt aan de totstandkoming van de EHS. De EHS zou oorspronkelijk in 2018 gerealiseerd worden, maar deze termijn is inmiddels losgelaten.
Daarnaast wordt ongeveer een kwart van de kosten uitgegeven aan personeel en huisvesting. Ten slotte wordt er ook geld uitgegeven aan educatie, voorlichting en onderzoek op het gebied van natuur- en landschapsbeheer.

Overdrachten en netto lasten

Naast de kosten voor natuur- en landschapsactiviteiten binnen Nederland zijn in 2005 voor het eerst de in- en uitgaande geldstromen geanalyseerd naar het buitenland. Door het toevoegen van deze geldstromen is de analyse vollediger geworden. De in- en uitgaande geldstromen naar het buitenland komen tot uitdrukking in de betaalde en ontvangen overdrachten en de netto lasten (financiering). De stijging in de betaalde en ontvangen overdrachten en daarmee ook in de netto lasten die na 2003 zichtbaar is, kan voor een belangrijk deel worden verklaard als een gevolg van de in- en uitgaande geldstromen naar het buitenland.

Referenties

Relevante informatie

  • Meer gegevens over de kosten en financiering van het natuur- en landschapsbeheer zijn te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Kosten en financiering natuur en landschap

Omschrijving

Ontwikkeling van de bruto kosten, netto kosten en netto lasten van natuur en landschap. Vanaf 2005 inclusief geldstromen van en naar het buitenland.

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

Berekeningswijze

Het artikel Kosten en financiering van het natuur en landschapsbeheer (CBS, 2006) geeft een korte methodebeschrijving van het onderzoek. De uitgaven voor de verwerving, inrichting en het beheer van natuurterreinen worden als jaarlijkse kosten weergegeven. De reden hiervoor is dat er wordt uitgegaan van de manier waarop het Rijk haar uitgaven verantwoordt: bij de rijksoverheid worden de totale uitgaven in een bepaald jaar verantwoord als kosten. Hierbij wordt een bepaalde investering in één keer als totaal afgeschreven. De kosten worden dus niet - zoals gebruikelijk - over meerdere jaren verdeeld op basis van de te verwachten economische levensduur.Naast de kosten voor natuur- en landschapsactiviteiten binnen Nederland zijn in 2005 voor het eerst de in- en uitgaande geldstromen geanalyseerd naar het buitenland. Door het toevoegen van deze geldstromen is de analyse vollediger geworden. De in- en uitgaande geldstromen naar het buitenland komen tot uitdrukking in de betaalde en ontvangen overdrachten en de netto lasten (financiering). Voor de periode tot en met 2003 zijn de netto lasten gelijk aan de totale netto kosten van de eigen activiteiten van alle sectoren. Door het toevoegen van de geldstromen van en naar het buitenland zijn de gegevens over de netto lasten van 2005 en later minder goed vergelijkbaar geworden met de jaren voor 2005. De gegevens over de netto kosten in 2005 blijven wel vergelijkbaar met die van de jaren ervoor. Voor de analyse is onder andere gebruik gemaakt van Bogaardt en Verhoog (2005) en Gaaff en Verburg (2007).

Basistabel

StatLine: Kosten en financiering natuur- en landschapsbeheer t.e.m. 1997 (CBS, 2003)StatLine: Kosten en financiering natuur- en landschapsbeheer (CBS, 2012)De cijfers uit de eerstgenoemde tabel sluiten niet (helemaal) aan op de hier gepresenteerde gegevens. Een belangrijk verschil betreft de overdrachten van de huishoudens aan overige natuurbeschermingsorganisaties. Deze overdrachten zijn vanaf 1999 toegevoegd aan de al opgenomen overdrachten die worden verkregen via het Rijk en de provincies. De eigen kosten van deze organisaties zijn met eenzelfde bedrag verhoogd.

Geografisch verdeling

Nederland

Verschijningsfrequentie

Tweejaarlijks in de oneven jaren

Achtergrondliteratuur

Kosten en financiering van het natuur en landschapsbeheer (CBS, 2006)

Betrouwbaarheidscodering

C (schatting gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd)

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2013). Kosten en financiering natuur en landschap, 1999-2009 (indicator 0519, versie 04 , 15 april 2013 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.