Internationaal belang Nederland voor watervogels
Nederland is internationaal gezien een belangrijk gebied voor overwinterende en doortrekkende watervogels.
Toestand
Van een groot aantal watervogels overwintert regelmatig meer dan 10% van de Noordwest-Europese populatie in Nederland. Van een tiental soorten overwintert hier zelfs meer dan 50%. Hieronder bevinden zich vier soorten ganzen: kleine rietgans, brandgans, grauwe gans en kolgans.
Voor de meeste steltlopers zijn de zoute Rijkswateren (Wadden en Zeeuwse delta) van groot internationaal belang. De rol van de zoete Rijkswateren (IJsselmeergebied en rivieren) is voor alle soorten beperkt. Het agrarische gebied (Overig Nederland) is vooral van belang voor een aantal soorten ganzen, zwanen en eenden .
Referenties
- Roomen, M. van, E. van Winden, K. Koffijberg, A. Boele, F. Hustings, R. Kleefstra, J. Schoppers, C. van Turnhout, SOVON Ganzen- en Zwanenwerkgroep en L.Soldaat (2004). Watervogels in Nederland in 2002/2003. SOVON-monitoringrapport 2004/02. RIZA-rapport BM04/09. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Beek-Ubbergen.
- Wetlands International (2006). Waterbird Population Estimates. Simon Delany en Derek Scott. Fourth edition. Wetlands International, Wageningen.
Relevante informatie
Technische toelichting
Naam van het gegeven
Internationaal belang Nederland voor watervogels
Omschrijving
Percentage van de populatie van Noordwest-Europese watervogelsoorten dat in Nederland overwintert
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
In de figuur zijn de soorten vermeld waarvan 10% van de Noordwest-Europese populatie in Nederland voorkomt. Het percentage betreft het aantal vogels in de zoete Rijkswateren, zoute Rijkswateren en overig Nederland ten opzichte van deze internationale populatie-omvang. De gegevens komen uit de landelijke watervogeltellingen van het Netwerk Ecologische Monitoring en betreffen het gemiddelde seizoensmaximum in de seizoenen 2001/2002 tot en met 2005/2006.
Basistabel
Zie tabblad figuurdata onder Download figuurdata
Geografisch verdeling
wateren in Nederland
Verschijningsfrequentie
onregelmatig
Achtergrondliteratuur
Wetlands International (2002). Waterbird Population Estimates. 3rd edition. Global Series 12. Wetlands International, Wageningen.Roomen, M. van, E. van Winden, K. Koffijberg, A. Boele, F. Hustings, R. Kleefstra, J. Schoppers, C. van Turnhout, SOVON Ganzen- en Zwanenwerkgroep en L.Soldaat (2004). Watervogels in Nederland in 2002/2003. SOVON-monitoringrapport 2004/02. RIZA-rapport BM04/09. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Beek-Ubbergen.
Betrouwbaarheidscodering
D. Schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake.
Archief van deze indicator
- Internationaal belang Nederland voor watervogels (actuele versie , 19 dec 2022 )
- Internationaal belang Nederland voor watervogels (v05 , 09 jul 2013 )
- Internationaal belang Nederland voor watervogels (v04 , 02 mrt 2010 )
- Internationaal belang Nederland voor watervogels (v03 , 26 okt 2005 )
- Internationaal belang Nederland voor watervogels (v02 , 08 okt 2004 )
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2010). Internationaal belang Nederland voor watervogels (indicator 1048, versie 04 , 2 maart 2010 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.