Bodemfauna Noordzee en boomkorvisserij

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Boomkorvisserij heeft negatieve effecten op soortniveau en ecosysteemniveau van bodemfauna van de Zuidelijke Noordzee.

Boomkorvisserij op de Noordzee

Een groot deel van de Nederlandse Noordzee wordt intensief met boomkor bevist. Een boomkor is een sleepnet met kettingen, dat over de zeebodem wordt getrokken. Tong en schol zijn de belangrijkste soorten die op deze manier worden gevangen. De platvissen liggen enigszins ingegraven op de bodem. Door met kettingen over de zeebodem te schrapen, wordt de zeebodem tot een diepte van 2 tot 6 centimeter doorploegd met als doel de platvissen op te jagen. Hierbij wordt de hele bodemfauna (zowel in de bodem als erop) weggevangen, gedood of verspreid.

Hogere biodiversiteit in beschermd gebied

In de Noordzee zijn nauwelijks plekken waar niet wordt gevist. De enkele gebieden waar niet wordt gevist zijn de veiligheidszones rondom offshore-installaties. Deze 'beschermde eilandjes' zijn interessante gebieden om het effect van visserij te bestuderen. In 2004 is een dergelijk gebied nabij het Friese Front vergeleken met intensief bevist gebied. Dit beschermde eilandje heeft zich ruim 20 jaar ongestoord kunnen ontwikkelen.
De verschillen tussen het onbeviste en de beviste gebieden waren duidelijk. Opvallend in het onbeviste gebied waren de hogere dichtheden van kwetsbare schelpensoorten, zowel de langlevende (o.a. de noordkromp en bolle papierschelp) als de korter levende (onder andere de glanzende dunschaal en gedoornde hartschelp). Ook waren de dichtheden van diep gravende kreeftjes hoger. De gravende kreeftjes hebben een groot effect op bodemstructuur, bodemchemie, mineralisatie en op de verspreidingspatronen van andere soorten bodemdieren. De bemonstering liet verder zien dat er in het onbeviste gebied meer soorten aanwezig waren en dat er een hogere biodiversiteit was.

Langlevende soorten hebben het meest te lijden onder boomkorvisserij

Bij soorten die lang kunnen leven wordt het overgrote deel van de populatie voortijdig gedood, dat wil zeggen voordat ze door natuurlijke oorzaken sterven. Dat leidt tot een verschuiving in de leeftijdsopbouw naar jongere dieren of zelfs tot het geheel verdwijnen van soorten die een onregelmatige of vrijwel afwezige broedval hebben. Onderzoek naar langetermijneffecten wijst op een afname van dichtheden van tweekleppigen en sommige kreeftachtigen, en op een toename van kleine, kortlevende wormen.

Tabel 1: Maximale levensduur en sterfte bodemdieren
  Maximum levensduur Visserijmortaliteit
SoortNederlandse naamjaren% per jaar
Aphrodita aculeataFluwelen zeemuis1021
Gari fervensisGeplooide zonneschelp1435
Urothoe poseidonisGravende zakpijp1014
Mactra corallinaGrote strandschelp1215
Astropecten irregularisKamster1014
Ensis ensisKleine zwaardschede1017
Ensis spp.Mesheft1211
Arctica islandicaNoordkromp40511
Turritella communisPenhoren1013
Spisula solidaStevige strandschelp1024
Chamelea gallinaVenusschelp2424
Abra albaWitte dunschaal1025

Nederland neemt maatregelen om zeebodem te beschermen

Bescherming van de zeebodem is een van de speerpunten binnen het Europese zeebeleid (Kaderrichtlijn Mariene Strategie). Voor de zeebodem is het doel: "Integriteit van de zeebodem is zodanig dat de structuur en de functies van de ecosystemen gewaarborgd zijn en dat met name benthische ecosystemen niet onevenredig worden aangetast.'' Het Nederlandse beleid wil daarom rond het jaar 2016 zo'n 10 tot 15 % van de zeebodem sluiten voor visserij met zware wekkerkettingen. Voor minder schadelijke typen visserij is dan waarschijnlijk nog wel plek. Met deze maatregelen moet de omvang, conditie en verspreiding van langlevende en/of kwetsbare soorten verbeterd worden.

Voor boomkorvisserij gesloten gebieden

De biodiversiteit van bodemdieren is relatief hoog in de diepere slibrijke omgeving van het Friese Front en de Oestergronden, twee gebieden in het midden van de Noordzee. Daar komen bijvoorbeeld veel langlevende schelpdiersoorten voor, zoals de noordkromp. De overheid wil daarom een deel van deze gebieden sluiten voor zware boomkorvisserij om de kwaliteit van de zeebodem te verbeteren. In andere gebieden zoals het Natura 2000-gebied Noordzeekustzone is in 2011 al een akkoord met de visserij bereikt over de beschermingsmaatregelen (VIBEG akkoord). Ook voor de kust van Zeeland ligt al een bodembeschermingsgebied dat gesloten is voor zware boomkorvisserij.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Bodemfauna Noordzee en boomkorvisserij
Omschrijving
Effecten boomkorvisserij
Verantwoordelijk instituut
IMARES
Berekeningswijze
Gebaseerd op o.a.: Duineveld et al. (2007)
Basistabel
Gegevens uit: Duineveld et al. (2007)
Geografische verdeling
Noordzee
Andere variabelen
n.v.t.
Verschijningsfrequentie
onregelmatig
Achtergrondliteratuur
Bergman, M.J.N. & J.W. van Santbrink (2000) Fishing mortality of populations of megafauna in sandy sediments. In: Kaiser M.J. & S.J. De Groot (eds) Effects of fishing on non-target species and habitats: biological, conservation and socio-economic issues. Blackwell Science, Oxford, p 49-69
Bos OG, Witbaard R, Lavaleye M, Van Moorsel G, Teal LR, Van Hal R, Van der Hammen T, Ter Hofstede R, Van Bemmelen R, Witte RH, Geelhoed S, Dijkman EM (2011) Biodiversity hotspots on the Dutch Continental Shelf: A Marine Strategy Framework Directive perspective, Report C071/11, IMARES
Duineveld, G.C.A., M.J.N. Bergman & M.S.S Lavaleye (2007) Effects of an area closed to fisheries on the composition of the benthic fauna in the southern North Sea. ICES J Mar Sci 64:899-908
Groenewold, S. & M. Fonds (2000) Effects on benthic scavengers of discards and damaged benthos produced by the beam trawl fishery in the southern North Sea. ICES J Mar Sci 57
I&M, EL&I (2012) Ontwerp Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee, Deel I
Lavaleye, M.S.S., H.J. Lindeboom & M.J.N. Bergman (2000). Macrobenthos van het Nederlands Continentaal Plat. Rapport ecosysteemdoelen Noordzee. NIOZ-rapport 2000-4. Texel.
Lindeboom, H.J. (2008) Gebiedsbescherming Noordzee: discussienota over habitattypen, instandhoudingdoelen en beheermaatregelen. Report No. C035/08, Wageningen IMARES, Texel
Lindeboom, H.J., E.M. Dijkman, O.G. Bos, E.H. Meesters, J.S.M. Cremer, I. de Raad, R. van Hal & A. Bosma (2008) Ecologische Atlas Noordzee ten behoeve van gebiedsbescherming. Wageningen IMARES
Opmerking
Indicatoren voor kwaliteit zeebodem:Om de kwaliteit van de zeebodem te meten, zijn metingen aan de bodemdieren nodig. Bruikbare informatie is onder meer de soortenrijkdom, de biomassa, de dichtheid, de lengteverdeling en het aandeel kwetsbare soorten. Nederland zal bij het ontwikkelen van indicatoren aanhaken bij andere landen via regionale zeeconventies, zoals OSPAR (Noordwest Atlantische Oceaan), zodat vergelijking van de zeebodemkwaliteit tussen landen mogelijk is.
Betrouwbaarheidscodering
C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
06
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Bodemfauna Noordzee en boomkorvisserij (indicator 1251, versie 04,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.