Europese kaderrichtlijn water

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De Europese kaderrichtlijn water moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in Europa in 2015 in orde is.

Doel

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) richt zich op de bescherming van water in alle wateren en stelt zich ten doel dat alle Europese wateren in het jaar 2015 een 'goede toestand' hebben bereikt en dat er binnen heel Europa duurzaam wordt omgegaan met water.

Organisatie

Op 22 december 2000 is de Kaderrichtlijn Water van kracht geworden.
Binnen elk stroomgebieddistrict werken provincies, gemeenten, waterschappen en Rijkswaterstaat samen doel van de KRW. De Kaderrichtlijn stelt de grensoverschrijdende samenwerking tussen landen en tussen alle betrokken partijen op het gebied van water verplicht.
Nederland is ingedeeld in vier stroomgebieddistricten: Maas, Rijn, Schelde, Eems. Binnen het stroomgebied Rijn zijn er vier deelstroomgebieden: Rijn Noord, Rijn Oost, Rijn Midden en Rijn West. De bescherming van de wateren heeft zowel betrekking op rivieren, meren, kustwateren als op grondwateren.

Monitoring

De KRW legt rapportage-verplichtingen op aan de lidstaten van de EU. Onder deze rapportage valt ook een beschrijving van de toestand en monitoring van de trends om de algemene toestand van het (deel)stroomgebied te beoordelen en de veranderingen hierin te kunnen signaleren
De uitvoering van de monitoring start in 2007 en zal eens per zes jaar plaatsvinden. Over het algemeen is het een uitgebreide monitoring op een beperkt aantal locaties. In Nederland betreft het 413 meetlocaties. De metingen betreffen prioritaire stoffen, de algemene fysisch-chemische kwaliteit, ecologie (fytoplankton, fytobenthos, macrofyten, macrofauna en vissen) en hydromorfologie.
Bij de rapportage worden drie typen wateren onderscheiden: natuurlijke, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen. Voor Nederland zijn met uitzondering van de Waddenzee vooral de laatste twee typen van belang.

Bronnen

  • Europees Parlement (2000). Kaderrichtlijn water. Richtlijn 2000/60/EG van het Europese Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid. Brussel.
  • Van Splunder, I., T.A.H.M. Pelsma en A. Bak (red.) (2006). Richtlijnen Monitoring Oppervlaktewater Europese Kaderrichtlijn Water. Versie 1.3. Landelijk Bestuurlijk Overleg Water (LBOW).

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Europese kaderrichtlijn water
Omschrijving
Toelichting op de Europese kaderrichtlijn water
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
geen data
Basistabel
geen
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
geen
Verschijningsfrequentie
onregelmatig
Achtergrondliteratuur
Europees Parlement (2000). Kaderrichtlijn water. Richtlijn 2000/60/EG van het Europese Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid. Brussel.Van Splunder, I., T.A.H.M. Pelsma en A. Bak (red.) (2006). Richtlijnen Monitoring Oppervlaktewater Europese Kaderrichtlijn Water. Versie 1.3. Landelijk Bestuurlijk Overleg Water (LBOW).
Opmerking
geen
Betrouwbaarheidscodering
niet van toepassing

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
05
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Europese kaderrichtlijn water (indicator 1412, versie 01,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.