Bouwen in natuurgebieden in de Ecologische Hoofdstructuur, 2000 - 2010

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In de periode tussen 2000 en 2010 zijn er ruim 8100 woningen gebouwd binnen de natuurgebieden van de Ecologische Hoofdstructuur. Met uitzondering van de provincie Noord-Holland is de toename zeer beperkt gebleven. In Noord-Holland betreft het een aantal woonlocaties waarvan bekend is dat die al langere tijd in ontwikkeling waren.

Ontwikkeling aantal woningen in de EHS

Provincie2000 - 20022002 - 20042004 - 20062006 - 20082008 - 20102000 - 2010
Groningen-100111
Friesland203-19-2-16
Drenthe9-249-317
Overijssel-25118671273
Gelderland6171522874286
Flevoland00-2176
Utrecht3172913689292
Noord-Holland11081009200517849646870
Zuid-Holland8811911246294
Zeeland20-4-3-1-6
Noord-Brabant65-25-232149219
Limburg382761187151
Totaal129811062273216613438187
       

Woningbouw beperkt toegenomen m.u.v. Noord-Holland

De tabel laat per provincie zien hoeveel woningen er de afgelopen tien jaar in de ecologische hoofdstructuur zijn bijgekomen. Deze aantallen zijn over het algemeen beperkt, met uitzondering van de provincie Noord-Holland. Het gaat hierbij om bouwlocaties in de gemeenten Heerhugowaard (Stad van de Zon), Zaanstad (Krommenie-Noorderveld en Wormerveer-Willis), Purmerend, Edam-Volendam (Broekgouw), Heemskerk (Waterakkers), Aalsmeer (Oosteinde), Wijdemeren, Bergen, Egmond a/d Hoef, Amstelveen, Wieringen en Castricum. Hoewel deze locaties vallen binnen de op de SVIR natuurkaart als EHS aangemerkte gebieden, waren deze locaties al op de Streekplankaart van de provincie Noord-Holland uit 2004 als woonlocaties (Bestaand Bebouwd Gebied in 2014) aangegeven en al langere tijd in ontwikkeling.
Doordat de EHS-kaart in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) afwijkt van die in de Nota Ruimte, wijken de cijfers af van die in de voormalige Monitor Nota Ruimte.
De SVIR legt beperkingen op aan woningbouw in de EHS. Alleen onder een aantal strenge voorwaarden is woningbouw mogelijk. Deze monitor beperkt zich tot het beschrijven van de fysieke ontwikkelingen; er is dus niet nagegaan of bij woningbouw aan deze voorwaarden is voldaan.

Beleidsdoelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De minister van IenM heeft aan de Tweede Kamer toegezegd ook de doelen uit de Nota Ruimte die in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) zijn losgelaten, te blijven monitoren. Het gaat hierbij om beleid waarvan de minister tijdens de Kamerbehandeling van de ontwerp-Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte expliciet heeft aangegeven dat het niet is gedecentraliseerd, maar is 'losgelaten'. Het beleid is niet expliciet overgedragen aan de decentrale overheden, waardoor het staat hen vrij staat het te continueren dan wel te wijzigen of te beëindigen.
Deze indicator is dan ook nadrukkelijk een indicator van (een selectie van het) losgelaten rijksbeleid, en niet van beleid van andere overheden. Voor het monitoren van dit losgelaten rijksbeleid is gebruik gemaakt van bestaande indicatoren uit de voormalige Monitor Nota Ruimte die, vaak in gewijzigde vorm, zijn geactualiseerd. Het gaat om indicatoren op het gebied van verstedelijking (verdichting en nabijheid) en open ruimte en landschap (woningbouw in Rijksbufferzones en Nationale Landschappen).

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Bouwen in natuurgebieden
Omschrijving
Rode ontwikkelingen in de EHS
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
Berekeningswijze
Intelling van woningen in de EHS op basis van het Woningregister (CBS)
Basistabel
Zie Berekeningswijze
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
2-jaarlijks
Opmerking
Verschil EHS SVIR en NR
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Bouwen in natuurgebieden in de Ecologische Hoofdstructuur, 2000 - 2010 (indicator 2050, versie 03,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.