Bouwen in het Natuurnetwerk Nederland (NNN), 2000 - 2019

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Voor de analyse van woningbouw in natuurgebieden is gekeken naar de planologisch beschermde Ecologische Hoofdstructuur (2012) en Natuurnetwerk Nederland (NNN). 
Van de ca 994.000 hectare die in 2011 in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) was aangemerkt als bruto planologische Ecologische Hoofdstructuur (EHS), was op 1 januari 2020 circa 309.000 hectare niet opgenomen als NNN. Deze bruto planologische EHS-gebieden geven in de genoemde periode een veel grotere toename van het aantal woningen te zien dan in het NNN). In het NNN vond circa 38 procent van alle woningbouw tussen 2000-2019 in deze gebieden plaats in de periode na 2012.

Van Ecologische Hoofdstructuur naar Natuurnetwerk Nederland

In het Natuurpact van september 2013 hebben Rijk en provincies hun nieuwe ambities om natuur in Nederland te ontwikkelen en te behouden vastgelegd voor de periode tot en met 2027. De meeste provincies hebben de Ecologische Hoofdstructuur herijkt en de naamgeving is veranderd in Natuurnetwerk Nederland.
Bij de herijking is circa 300.000 hectare, die onderdeel was van de bruto planologische EHS, niet opgenomen in het NNN. Een deel van de vervallen gebieden is nog wel onderdeel van andere provinciale beleidscategorieën zoals "Bos- en natuurgebieden buiten het Natuur Netwerk Nederland" (Groningen) en "Groene Ontwikkelingszone" (Gelderland). Voor meer informatie, zie indicator Realisatie Natuurnetwerk - verwerving en inrichting, 1990-2021.
In de voorliggende indicator is zowel gekeken naar de toenmalige EHS zoals die in de SVIR was opgenomen, als het actuele NNN zoals de provincies die planologisch hebben beschermd in hun provinciale ruimtelijke of omgevingsverordening. Hiervoor is gekeken naar de NNN-contouren op de peildatum 1 januari 2020. De grote wateren en gebieden bestempeld als zoekgebied voor NNN zijn buiten beschouwing gebleven omdat woningbouw hier niet aan de orde is. Bovendien zijn deze gebieden (deels) niet planologisch beschermd; noch in de provinciale verordeningen, noch in een nationale AmvB.

Begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur en het Natuurnetwerk Nederland Het Natuurnetwerk Nederland (NNN), voorheen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), is een netwerk van bestaande en beoogde natuurgebieden en werd in 1990 geïntroduceerd in het Natuurbeleidsplan van het ministerie van LNV. De EHS zag rond 1990 het licht, en was in eerste instantie getekend voor een groter areaal dan het totale aantal beoogde natuur. Omdat deze gebieden in de SVIR wel planologische bescherming kenden, spreken we van bruto planologische EHS. Sindsdien is de begrenzing van deze beleidscategorie voortdurend bijgesteld. Bij deze indicator 'Bouwen in het Natuurnetwerk Nederland' gaat het om het NNN voor zover dat planologisch is beschermd. Het rijksbeleid biedt in het BARRO geen planologische bescherming; dat doen de twaalf provincies in hun ruimtelijke dan wel omgevingsverordeningen. Opvallend is dat aanzienlijke delen van de grote wateren, volgens de SVIR onderdeel van de EHS, noch in het rijksbeleid, noch in het provinciaal beleid zijn opgenomen als NNN. Andere beleidskaders, zoals de Wet natuurbescherming, bieden overigens wel soortsbescherming tegen ruimtelijke ingrepen. Bij deze 'planologisch beschermde NNN' kan het een iets groter areaal betreffen dan bij de NNN zoals die voor grondverwerving, inrichting van natuurgebieden of beheer van natuur is opgenomen in de Voortgangsrapportage Natuur (IPO) (Aandeel beschermde natuurgebieden in Nederland, 2022). Sommige provincies hebben er bij de herijking namelijk voor gekozen om delen van de eerdere EHS - waarvoor door de bezuiniging van de Rijksoverheid geen financiën meer beschikbaar waren - toch planologisch te blijven beschermen tegen verstedelijking.

Woningbouw in het Natuurnetwerk Nederland

In de gebieden die 1 januari 2020 van het NNN deel uitmaakten, zijn er in de periode 2000-2019 1.275 woningen bijgekomen. Voor de periode 2017-2019 gaat het om een netto toename van 75 woningen. In de meeste gevallen gaat het niet om verspreide bebouwing, maar om een cluster nieuwe woningen in de rand van een stuk NNN. Het gaat meestal om nieuwbouw, maar niet altijd. In één geval uit de periode 2012-2019 zijn er 130 woningen gerealiseerd in een villa die is omgebouwd tot verzorgingstehuis. Een ander bijzonder geval is de herbestemming van vliegbasis Soesterberg in de provincie Utrecht.
De gebieden zijn op te splitsen in gebieden die in 2011 bruto planologische EHS waren en over zijn gegaan in het NNN (dit betreft ca 700.000 hectare); en gebieden die pas tussen 2011 en 2019 onderdeel zijn gaan uitmaken van het NNN (ca 23.150 hectare). In de periode 2017-2019 is 4.292 ha toegevoegd aan de NNN. Dit betreft in alle gevallen gebieden die in 2011 nog onderdeel van de bruto planologische EHS waren, maar in 2011 waren vervallen. De nieuwe gebieden tellen de laagste woningdichtheid, zo'n 0,02 woning per hectare. In de gebieden die onderdeel vormen van het NNN maar eerder geen onderdeel uitmaakten van de bruto planologische EHS, is deze dichtheid het dubbele. Gemiddeld telt Nederland 1,85 woningen per hectare.

  2000 2012 2019
EHS* niet overgegaan in NNN 0.15 0.18 0.20
EHS* in 2011 overgegaan in NNN 0.01 0.01 0.02
Gebieden na 2011 opgenomen NNN 0.10 0.11 0.10
*Dit betreft de bruto planologische EHS.    


In de meest verstedelijkte provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg vond de grootste toename plaats van woningen in het NNN. In deze provincies nam het aantal woningen in het NNN in de periode 2000-2019 toe met meer dan 100 per provincie. In Zuid-Holland en Utrecht bedroeg de toename meer dan 250. In Groningen en Overijssel was sprake van een netto afname van het aantal woningen in NNN. Dit was tot 2017 voor Zeeland ook het geval, maar nu is hier sprake van een netto toename van 72 woningen.
Waar het aantal woningen toenam in het NNN, betreft dit in de meeste gevallen functiewijzigingen zoals bij het eerder genoemde verzorgingstehuis. In een enkel geval gaat het om snippers NNN waarvan de kartering na een recente verandering in het landschap (nog) niet volledig is aangepast, bijvoorbeeld een stukje voormalige uiterwaard dat door dijkverlegging binnendijks is komen te liggen.

Woningbouw in vervallen EHS

Van de circa 994.000 hectare die in 2011 onderdeel vormden van de bruto planologische EHS, is in 2017 circa 309.000 hectare niet aangemerkt als NNN. Deze gebieden geven een veel grotere (14.182) absolute toename van het aantal woningen te zien dan in het NNN (1.275).
Overigens vond in deze gebieden onder het regiem van de EHS jaarlijks meer woningbouw plaats (1,5 % per jaar in 2000-2012) dan daarna (1,2% per jaar in de periode 2012-2019).
In de provincies Noord-Holland en Gelderland zijn de grootste arealen bruto planologische EHS niet opgenomen in het NNN ( resp. 55.594 hectare en 78.403 hectare). Deze provincies lieten in deze gebieden de grootste toename van het aantal woningen zien (10.689 in Noord-Holland en 1.611 in Gelderland). In de provincie Utrecht bedroeg de toename 733 woningen, in alle andere provincies minder dan 300.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Bouwen in natuurgebieden
Omschrijving
Woningbouw in de EHS
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
Berekeningswijze
Met ingang van 2012 stelt het CBS de woningvoorraad vast op basis van gegevens uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) die de registratie van woningen via het Woningregister van het CBS vervangt. Deze cijfers sluiten niet aan op oude statistieken, er is sprake van een trendbreuk. Per saldo registreert de BAG meer verblijfsobjecten met minimaal een woonfunctie. Daarnaast kunnen administratieve onzuiverheden die met de opstart van de BAG te maken hebben, leiden tot een onjuiste volgtijdelijke vergelijking zoals die in de MIR 2016 wordt toegepast. Vandaar dat een aantal additionele correcties toegepast zijn op gegevens die het CBS heeft gepubliceerd op basis van de BAG. Met deze correcties zijn de standen van 1 januari 2012, 1 januari 2014 en 1 januari 2015 van de BAG opgehoogd of verlaagd. Hiermee wordt voorkomen dat verschillen in tijdigheid van mutaties in het Woningregister en de BAG leiden tot een onjuiste interpretatie van groei of afname. Meer informatie is opgenomen in 'Trendbreuk BAG'; www.clo.nl/trendbreuk-woningvoorraad
Basistabel
CBS Woningregister 2000 - 2012BAG 2012, 2014, 2016, 2018 en 2019Provincies (voor NNN-contouren)
Geografische verdeling
Provincies
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
De cijfers voor een aantal provincies van deze nieuwe indicatorversie wijken af van de vorige versie door een correctie.In de analyseperiode zijn de Zuid-Hollandse gemeenten Leerdam en Zederik overgegaan naar de provincie Utrecht. Door verschillen in de update-cycli van beide provincies met betrekking tot de ruimtelijke verordening is hierdoor momenteel een gat in de ruimtelijke data met betrekking tot natuurgebieden in de betreffende gemeente.
Betrouwbaarheidscodering
Telling op basis van Woningregistratie van het CBS. Vanaf 2012 is de bron daarvan gewijzigd waardoor er een trendbreuk optreedt; www.clo.nl/trendbreuk-woningvoorraad

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Bouwen in het Natuurnetwerk Nederland (NNN), 2000 - 2019 (indicator 2050, versie 07,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.