Visbestanden in de Noordzee, 1947-2023
In 2023 ligt het bestand volwassen schol ruim boven het duurzaamheidsdoel. Ook het bestand van volwassen haring bevindt zich boven deze grens. De bestandsschatting van volwassen tong ligt net boven de limietgrens en kabeljauw ligt in 2022 nog steeds onder de limietgrens.
Haring
De omvang van het bestand volwassen haring fluctueert sterk door grote jaarlijkse verschillen in nieuwe aanwas. Door de intensieve visserij voor menselijke consumptie en de grote bijvangsten van jonge haring in de industrievisserij voor vismeel was het bestand in 1977 afgenomen tot 110 duizend ton. In dat jaar werd de visserij voor 4 jaar stopgezet. De haringstand herstelde zich aanvankelijk, maar enkele jaren na opening van de visserij volgde vlak na 1990 opnieuw een zorgwekkende afname. Door enkele sterke jaarklassen (1998, 2000) en vangstbeperkende maatregelen (1996: halvering toegestane haringvangst, beperking industrievisserij) groeide het haringbestand weer. De haringstand ligt sinds 1985 boven de voorzorgsgrens van 956 miljoen kg volwassen vis, en sinds 1997 boven het duurzaamheidsdoel van 1,2 miljard kg. Rond 2018 neemt de omvang van het bestand volwassen haring weer af en in 2023 ligt het bestand op ongeveer 1,5 miljard kg, boven het duurzaamheidsdoel. Om het bestand van haring in de Noordzee boven het duurzaamheidsdoel te behouden, adviseert de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES) een maximale vangst van 532 miljoen kg voor het jaar 2024.
Kabeljauw
Het bestand volwassen kabeljauw vertoont tussen 1971 en 2006 een dalende trend. Sinds 1984 ligt het bestand onder de voorzorgsgrens / duurzaamheidsdoel van bijna 98 miljoen kg en in de periodes 1990-1992 en 2000-2010 onder de limietgrens van bijna 70 miljoen kg vis. Dit laatste betekent dat er zo weinig volwassen kabeljauw in de Noordzee zwemt dat er een verhoogd risico is op een beperkte voortplanting. Na een historisch dieptepunt van circa 33 miljoen kg in de jaren 2003-2006 is het kabeljauwbestand weer toegenomen. Na een piek in de bestandsgrootte van bijna 85 miljoen kg in 2016 is de bestandsgrootte in de jaren erna weer gedaald. Vanaf 2019 ligt het bestand met bijna 59 miljoen kg weer behoorlijk ver onder de limietgrens en in 2022 is dat verder gedaald naar ruim 54 miljoen kg. Gezien het bestand in 2022 nog steeds onder de limietgrens ligt, adviseert ICES een maximale vangst van 26 miljoen kg in 2023. Met dit advies wordt verwacht dat het kabeljauwbestand in de Noordzee zich kan gaan herstellen en dat in 2024 het bestand weer boven de limietgrens ligt.
Schol
Na een piek in de tweede helft van de jaren tachtig daalde het bestand volwassen schol in enkele jaren sterk; van ruim 745 miljoen kg in 1987 naar bijna 345 miljoen kg in 1996. In de periode van 1992 tot 2004 lag het bestand onder de voorzorgsgrens van bijna 474 miljoen kg, maar blijft boven de limit grens van 341,003 miljoen kg. Na 2004 herstelt het bestand zich aanzienlijk door een lagere visserijsterfte. In deze periode groeit de scholstand van 456 miljoen kg in 2004 naar een historisch hoog niveau van 1,2 miljard kg in 2014. Sinds 2005 ligt het scholbestand boven de voorzorgsgrens / duurzaamheidsdoel en in 2023 gedraagt de bestandsgrootte van volwassen schol 0,9 miljard kg. Voor het behouden van dit bestand adviseert ICES een maximale vangst van 155 miljoen kg in 2024.
Tong
Het bestand volwassen tong fluctueert vooral door sterke schommelingen in het aantal nakomelingen. Door overbevissing worden sterke jaarklassen (jaren met een grote productie van nakomelingen) weer snel opgevist. In de jaren zeventig en tachtig bevond de tongstand zich rond de voorzorgsgrens / duurzaamheidsdoel van 43 miljoen kg. Na een aantal jaren met een hoge stand begin jaren negentig (1990: 112 miljoen kg) daalde de omvang van het bestand weer en sinds 2000 ligt het bestand onder de voorzorgsgrens / duurzaamheidsdoel. Het bestand volwassen tong fluctueert sindsdien rond de limiet grens van bijna 31 miljoen kg en in 2023 ligt het bestand hier net boven met 32 miljoen kg. Voor 2024 adviseert ICES een maximale vangst van 3,7 miljoen kg, wat aanzienlijk lager is dan het voorgaande jaar (9,2 miljoen kg).
Uitleg voorzorgsgrens, limietgrens en duurzaamheidsdoel
Voor het visserijbeheer is in de jaren '90 van de vorige eeuw de voorzorgbenadering op basis van het bestand volwassen vis ontwikkeld. Het doel hiervan was om overbevissing te voorkomen en de visbestanden gezond te houden, zodat zij voor voldoende nakomelingen kunnen zorgen. Centraal in dit beheer staan de voorzorgsgrens en limietgrens. Daalt door overbevissing de omvang van een bestand volwassen vis tot onder de voorzorgsgrens, dan moeten maatregelen genomen worden om te voorkomen dat door verdere overbevissing het bestand verder daalt. Beneden de limietgrens komt de voortplanting in gevaar.
Tevens is in het kader van de duurzaamheidsbenadering voor alle vier vissoorten een duurzaamheidsdoel vastgesteld. Voor kabeljauw en tong is het duurzaamheidsdoel gelijk aan de voorzorgsgrens; voor haring en schol ligt het duurzaamheidsdoel hoger dan de voorzorgsgrens. Het vaststellen van de voorzorgsgrens, limietgrens en het duurzaamheidsdoel wordt gedaan door ICES. De waardes van deze referentiepunten worden iedere 3-5 jaar herzien in een benchmark en kunnen naar aanleiding hiervan veranderen. Voor haring en kabeljauw is dit voor het laatst gebeurd in 2021, voor schol in 2022 en tong in 2020. Alleen de bestandschattingen vanaf het jaar van de herziening moeten worden vergeleken met de aangegeven referentie punten.
Gemeenschappelijk visserijbeleid
Sinds 1 januari 2014 is er in de EU een nieuw Gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) van kracht (Europese Commissie, 2014). Met het nieuwe GVB moeten de visbestanden weer op een duurzaam niveau komen, moet een einde worden gemaakt aan verspillende visserijpraktijken, en worden nieuwe mogelijkheden gecreëerd voor werkgelegenheid en groei in kustgebieden.
Om deze doelen te bereiken wordt teruggooi verboden, krijgt de sector meer bevoegdheden, wordt de besluitvorming gedecentraliseerd, krijgt aquacultuur voorrang, wordt kleinschalige visserij ondersteund, wordt de wetenschappelijke kennis over de visstand verbeterd en neemt de EU, in het licht van de internationale overeenkomsten, ook in buitenlandse wateren haar verantwoordelijkheid.
Centraal in het nieuwe visserijbeleid staat het begrip duurzaamheid, zowel vanuit ecologisch, economisch als sociaal oogpunt (Maximum Sustainable Yield, MSY). In het nieuwe beleid is naast de omvang van het visbestand ook de hoogte van de visserijsterfte maatgevend voor het beheer.
Bronnen
- Densen, W.L.T. van, en N.T. Hintzen (2010). Kernbegrippen visserijbeheer en overzicht toestand visbestanden in Europa. Rapport C006/10. IMARES, institute for Marine Resources and Ecosystem Studies, Wageningen.
- Europese Commissie (2014). Het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). Brussel, Commissie van de Europese Gemeenschappen.
- EU (2018). Verordening (EU) 2018/973 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 tot vaststelling van een meerjarenplan voor demersale bestanden in de Noordzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren, tot vastlegging van nadere bepalingen ter uitvoering van de aanlandingsverplichting in de Noordzee en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 676/2007 en (EG) nr. 1342/2008 van de Raad. Brussel, Publicatieblad van de Europese Unie.
- ICES (2023a). Herring (Clupea harengus) in Subarea 4 and divisions 3.a and 7.d, autumn spawners (North Sea, Skagerrak and Kattegat, eastern English Channel). In Report of the ICES Advisory Committee, 2023. ICES Advice 2023, her.27.3a47d.
- ICES (2022). Cod (Gadus morhua) in Subarea 4, Division 7.d, and Subdivision 20 (North Sea, eastern English Channel, Skagerrak). In Report of the ICES Advisory Committee, 2022. ICES Advice 2022, cod.27.47d20.
- ICES (2023b). Plaice (Pleuronectes platessa) in Subarea 4 (North Sea) and Subdivision 20 (Skagerrak). In Report of the ICES Advisory Committee, 2023. ICES Advice 2023, ple.27.420.
- ICES (2023c). Sole (Solea solea) in Subarea 4 (North Sea). Replacing advice provided in June 2023 In Report of the ICES Advisory Committee, 2023. ICES Advice 2023, sol.27.4.
- ICES (2019e). Fish Stocks: counting the uncountable?. 12 p. Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee, Kopenhagen.
Relevante informatie
- Meer informatie over visbestanden en visvangst is te verkrijgen via de website van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Visbestanden in de Noordzee
- Omschrijving
- Ontwikkeling van de bestanden volwassen haring, kabeljauw, schol en tong in de Noordzee tussen 1947 en 2023. De bestandsomvang wordt afgezet tegen de gedefinieerde limietgrens, voorzorgsgrens en het duurzaamheidsdoel.
- Verantwoordelijk instituut
- Wageningen Marine Research (Danique van Wijk)
- Berekeningswijze
- De visbestanden worden geschat op basis van onderzoek door de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES). De website van de ICES geeft in de "Series of ICES Survey Protocols (SISP)" handleidingen met beschrijvingen van de protocollen en procedures die gebruikt worden in de door ICES gecoördineerde ecologische en visserij inventarisaties. Een korte beschrijving van de onderzoekmethodes geeft de brochure Fish stocks: counting the uncountable? (ICES, 2019e).
- Basistabel
- Gegevens van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES).
- Geografische verdeling
- Haring: Noordzee (ICES IV), inclusief Skagerrak, Kattegat (ICES IIIa) en het oostelijk deel van het Kanaal (ICES VIId);
Kabeljauw: Noordzee (ICES IV), inclusief Skagerrak (ICES IIIa West) en oostelijk deel van het Kanaal (ICES VIId);
Schol: Noordzee (ICES IV), inclusief Skagerrak (ICES IIIa West);
Tong: Noordzee (ICES IV). - Andere variabelen
- ICES publiceert voor een groot aantal commerciële vissoorten en visgebieden de volgende gegevens: bestandsomvang volwassen vis, aanwas nieuwe rekruten (eenjarige vis), Total Allowable Catch (TAC), vangst (totaal en per land), quotum per land, visserijsterfte.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Herring (Clupea harengus) in Subarea 4 and Divisions 3.a and 7.d, autumn spawners (North Sea, Skagerrak, Kattegat, and eastern English Channel) (ICES, 2019a);
Cod (Gadus morhua) in Subarea 4, Division 7.d and Subdivision 3.a.20 (North Sea, eastern English Channel, Skagerrak) (ICES, 2019b);
Plaice (Pleuronectus platessa) in Subarea 4 (North Sea) and Subdivision 20 (Skagerrak) (ICES, 2019c);
Sole (Solea solea) in Subarea 4 (North Sea) (ICES, 2019d);
Fish Stocks: counting the uncountable? (ICES, 2019e). - Betrouwbaarheidscodering
- Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Visbestanden in de Noordzee, 1947-2023 (indicator 0073, versie 21,