Emissiereductiedoelstellingen water

Al ongeveer vijftig jaar worden nationaal en internationaal afspraken gemaakt om de emissies van stoffen naar water te verminderen. Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste afspraken, beleidsdoelstellingen en maatregelen. Vooral de verdere uitvoering van maatregelen onder Kaderrichtlijn Water (KRW) speelt een belangrijke rol, alsmede de Kaderrichtlijn Marien (KRM), gericht op bescherming van het mariene milieu.

Algemene ontwikkeling

Om de emissies van schadelijke stoffen als zware metalen, organische microverontreinigingen en nutriënten naar water te verminderen zijn in de afgelopen veertig jaar tal van maatregelen genomen. Voor een aantal stoffen heeft dit al tot flinke reducties geleid. Dit is het gevolg van de vele opeenvolgende nationale en internationale afspraken en beleidsdoelstellingen.

Belangrijkste (inter)nationale afspraken en beleidsdoelstellingen

Voor de periode 1985-1995 zijn vooral de afspraken in het kader van het Rijn actieprogramma (RAP) van de Internationale Rijn Commissie (IRC, 1987) en het Noordzee actieplan (NAP) (V&W, 1991) van belang geweest voor met name de industriële lozingen. In de meer recente jaren zijn de emissiereductiedoelstellingen voor prioritaire stoffen van belang, zoals vastgelegd in het vierde Nationaal Milieubeleidsplan (VROM, 2001), en de afspraken uit de OSPAR-strategie (voor alle Noordzeelanden). In de jaren negentig worden ook de richtlijnen van de EU belangrijker: de EU-richtlijn Stedelijk Afvalwater (met eisen aan lozing van zuurstofbindende stoffen en voor stikstof- en fosfaatverwijdering op rioolwaterzuiveringsinstallaties in kwetsbare gebieden) en de EU Nitraatrichtlijn (met actieprogramma's voor kwetsbare zones en gebruiksnormen voor stikstof in dierlijke mest). Maatregelen voor de aanpak van diffuse bronnen worden afgesproken in het Actieprogramma Diffuse Bronnen (CIW, 1999).
Na de succesvolle aanpak bij de reductie van industriële puntbronnen in de jaren 80 en 90, zijn de huidige maatregelen vooral gericht op diffuse bronnen (productverbetering, kringloopsluiting, alternatief materiaalgebruik), atmosferische depositie (internationale afspraken) en gebiedsgerichte aanpak.
Het actuele beleidskader voor emissiereductie door bedrijven en publicatie daarover aan burgers is de PRTR (European Pollutant Release and Transfer Register) verordening uit 2006 (EU, 2006). De verordening verplicht bepaalde bedrijven hun emissies naar water, lucht en bodem en het afvaltransport te rapporteren aan de overheid. De RIE, Richtlijn Industriële Emissies (voorheen IPPC richtlijn) is het overkoepelende kader daarvoor met richtsnoeren over geïntegreerde preventie en bestrijding van milieuverontreiniging.

Huidige emissiedoelstellingen gerelateerd aan waterkwaliteitsnormen

De huidige reductiedoelstellingen, zoals vastgelegd in het Nationaal Waterplan (V&W, VROM, LNV, 2009) dat in 2009 in werking is getreden, zijn afgeleid van deze internationale afspraken. De emissies van prioritaire stoffen naar water moeten zodanig verminderen, dat wordt voldaan aan de normen voor de waterkwaliteit. Voor de lange termijn is de normstelling als gevolg van de Kaderrichtlijn Water (zie hieronder) bepalend. Deze normstelling is voor Nederland in 2009 vastgelegd door de implementatie van het (vernieuwde) Besluit Kwaliteitseisen en Monitoring Water (BKMW; VROM, V&W, LNV, 2010)) waarin grenswaarden zijn opgenomen voor de prioritaire stoffen (zie Kaderrichtlijn Water voor de tekst van het ontwerpbesluit).

Europese Kaderrichtlijn water

In 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) in werking getreden (EU, 2000). De Kaderrichtlijn stelt als doel het halen van een 'goede chemische en ecologische toestand in 2015'. Nederland heeft uitstel gekregen om de doelstellingen te behalen. Voor de prioritaire stoffen en prioritair gevaarlijke stoffen, in totaal 45 stoffen en stofgroepen, heeft de Europese Commissie normen ingesteld. Maatregelen ter voorkoming van emissies zullen hierop afgestemd moeten worden. In 2009 en 2015 heeft Nederland in de stroomgebiedbeheersplannen de concrete maatregelen om de waterkwaliteitsdoelstellingen te behalen, gerapporteerd aan de EU.

Uit de meest recente KRW rapportage blijkt dat in Nederland de voornaamste problemen nog liggen bij de stoffen tributyltin, verschillende broomdifenylethers, kwik, nikkel en enkele PAK's.

Voor zover relevant, worden in het Compendium bij de indicatoren die de emissies naar water per doelgroep beschrijven, voor een aantal stoffen de reductiedoelstellingen en maatregelen genoemd.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Emissiedoelstellingen water

Omschrijving

Een overzicht van de nationale en internationale afspraken en beleidsdoelstellingen om de emissies naar water en de belasting van het oppervlaktewater te verminderen.

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek, in samenwerking in de Emissieregistratie (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), Planbureau voor de Leefomgeving, Centraal Bureau voor de Statistiek, Deltares, Lelystad, Wageningen Economic Research, Den Haag, Alterra, Wageningen Universiteit-Alterra, Rijkswaterstaat-Leefomgeving, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, TNO).

Berekeningswijze

-

Basistabel

-

Geografische verdeling

-

Verschijningsfrequentie

-

Achtergrondliteratuur

Rijn actieprogramma (RAP) (IRC, 1987)
Noordzee actieplan (NAP) (V&W, 1991)
Richtlijn Industriële Emissies (RIVM, 2018). 2010/75/EU Europese unie verplicht de EU-lidstaten om emissies naar water, lucht en bodem (inclusief maatregelen voor afvalstoffen) van IPPC Integrated Pollution Prevention and Control -installaties te reguleren.
Europese Kaderrichtlijn Water (KRW)

Betrouwbaarheidscodering

-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
15
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Emissiereductiedoelstellingen water (indicator 0080, versie 15,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.