Emissies en voertuigkilometers per wegtype, 2012

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De uitstoot van koolmonoxide en vluchtige organische stoffen (VOS) door wegvoertuigen vindt voor het merendeel binnen de bebouwde kom plaats; stikstofoxiden ontstaan vooral op autosnelwegen bij hoge temperaturen van de motor.

Meeste emissies binnen de bebouwde kom

Koolmonoxide (CO), vluchtige organische stoffen (VOS, exclusief methaan), en in mindere mate fijn stof (PM10) worden door wegvoertuigen vooral binnen de bebouwde kom uitgeworpen. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de manier van rijden (veel optrekken en afremmen) en anderzijds door het effect van een nog koude motor. Bij auto's met een katalysator is deze laatste oorzaak de belangrijkste, omdat bij een koude motor de katalysator nog niet werkt.

Meeste emissies op autosnelwegen

Stikstofoxiden (NOx) ontstaan vooral onder invloed van een hoge motortemperatuur. Dit proces vindt daardoor relatief meer plaats bij hoge snelheden (autosnelwegen). Bij toepassing van de driewegkatalysator (voor benzine en LPG), uitlaatgasrecirculatie en selectieve katalytische reductie (voor diesel) worden de NOx-emissies aanzienlijk gereduceerd. Een verdere uitleg over de oorzaken van emissies wordt elders gepresenteerd.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Verkeersprestatie en emissies per wegtype
Omschrijving
De verdeling tussen de drie wegtypen (autosnelwegen, landelijke wegen, bebouwde kom) voor de verkeersprestaties (voertuigkilometers), en emissies van stikstofoxiden (NOx), fijn stof (PM10), koolmonoxide (CO) en vluchtige organische stoffen (VOS, excl. methaan).
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek, in samenwerking in de Emissieregistratie (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Planbureau voor de Leefomgeving, Centraal Bureau voor de Statistiek, Rijkswaterstaat-Waterdienst-Dienst Water en gebruik, Wageningen Universiteit-Alterra, Rijkswaterstaat-Leefomgeving, TNO, Deltares).
Berekeningswijze
Emissieberekening op basis van activiteitsgegevens (voertuigkilometers, brandstofverbruik) en emissiefactoren.
Zie verder Klein, J., et al. (2013). Methoden voor de berekening van de emissies door mobiele bronnen in Nederland. Taakgroep Verkeer van het Project Emissieregistratie (Engelstalig rapport met Nederlandstalige tabellenset).
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
In maart definitieve cijfers t-2; in augustus voorlopige cijfers t-1
Achtergrondliteratuur
Methoden: op de website van Emissieregistratie achter Overzicht documenten
Begrippen: op de website van Emissieregistratie achter Begrippenlijst
Opmerking
De methodiek voor de berekening van de emissies door wegverkeer wordt jaarlijks aangepast. De meest recente methodiekbeschrijving geeft het rapport Klein, J., et al. (Klein et al., 2013). Een samenvatting van de methodiek wordt gegeven in Luchtverontreiniging, emissies door mobiele bronnen 1990-2009.
Om de verkeersprestaties te kunnen verdelen naar wegtypen, werd voorheen gebruik gemaakt van de Statistiek van de wegen [ref 18: CBS5]. De laatste cijfers betreffen 1997. Door allerlei problemen was het niet mogelijk de verdeling te actualiseren. Om die reden heeft Bureau Goudappel & Coffeng in 2009/2010 in opdracht van de Emissieregistratie een onderzoek uitgevoerd naar de wegtypeverdelingen. De resultaten en achtergronden zijn op de site van de Emissieregistratie gepubliceerd in het rapport 'Onderzoek naar de wegtypeverdeling en samenstelling van het wegverkeer'. De resultaten hebben betrekking op 2007.
Betrouwbaarheidscodering
C (Gemiddeld; afhankelijk van emissieoorzaak en stof)

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
31
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
15
versie‎
07

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Emissies en voertuigkilometers per wegtype, 2012 (indicator 0132, versie 22,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.